Pincode deel 3 GT H4 les 4 (4.4)

Hoofdstuk 4   paragraaf 4.4


Een zorg minder?

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4   paragraaf 4.4


Een zorg minder?

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Na deze les kun je uitleggen wat een zorgverzekering is
  • ken je het verschil tussen verplicht en vrijwillig eigen risico
  • weet je wat solidariteit betekent
  • kun je uitrekenen wat de verzekering kost
  • weet je wat zorgtoeslag is

Slide 2 - Diapositive

Lezen...
Deze paragraaf gaat over de zorgverzekering die iedere volwassen Nederlander heeft. Jij ook, als je straks 18 wordt.
 
Allereerst ga je weer de theorieblokjes lezen uit deze paragraaf.
Doe het rustig en aandachtig.
Daarna komen een paar uitlegfilmpjes.

Slide 3 - Diapositive

0

Slide 4 - Vidéo

Samenvattend....
De zorgverzekering vergoedt de kosten van gezondheidszorg, zoals huisarts, ziekenhuis en medicijnen.

De verzekering bestaat uit:
  • een basisverzekering (die is verplicht);
  • een aanvullende verzekering (voor kosten die niet gedekt worden door de basisverzekering, bijv. fysiotherapie).

Slide 5 - Diapositive

0

Slide 6 - Vidéo

eigen risico
Bij de basisverzekering stelt de overheid een verplicht eigen risico vast. Dat betekent dat je in sommige gevallen niet alle medische kosten vergoed krijgt.

Het verplichte eigen risico wordt per jaar vastgesteld door de overheid. Als je zorgkosten hebt, die onder de basisverzekering vallen, betaal je een deel zelf. In 2020 is het eigen risico € 385,-. 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Vidéo

Solidariteit...

Iedereen betaalt dezelfde premie voor de basisverzekering, of je nu heel gezond bent, of meer zorg nodig hebt. 
Dit noem je solidariteit; gezonde mensen betalen mee aan de zorgkosten van de mensen die meer zorg nodig hebben.

Zorgverzekeraars zijn verplicht iedereen te verzekeren.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Zorgtoeslag...
De premie voor de zorgverzekering is voor sommige mensen best een grote maandelijkse uitgaven. Mensen met een laag inkomen kunnen daarom zorgtoeslag krijgen.  Zorgtoeslag is een bijdrage in de kosten voor de zorgverzekering. 

Of je zorgtoeslag krijgt en hoe hoog de toeslag is, hangt af van je inkomen.
Aanvragen van de toeslag doe je bij

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Samenvattend...


Nog één filmpje...

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Is een zorgverzekering verplicht?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

Wat wordt bedoeld met "solidariteit" bij een verzekering?
A
Iedereen moet premie betalen
B
Iedereen krijgt een schadevergoeding
C
Met premies van verzekerden worden uitkeringen betaald

Slide 17 - Quiz

Zorgtoeslag krijg je....
A
Altijd
B
Als je teveel verdient
C
Als je te weinig verdient
D
Getrouwd bent

Slide 18 - Quiz

Welke verzekering is verplicht?

A
de aanvullende zorgverzekering
B
de basisverzekering
C
een reisverzekering
D
een tandarts-verzekering

Slide 19 - Quiz

Welke bewering is juist ?
A
Je bent niet verplicht een basisverzekering af te sluiten
B
Je bent niet verplicht een aanvullende verzekering af te sluiten
C
Fysiotherapie is meeverzekerd in de basisverzekering
D
Je bent verplicht een aanvullende verzekering af te sluiten

Slide 20 - Quiz

Moeten kinderen onder de 18 ook een ziektekostenverzekering afsluiten ?
A
Ja, iedereen moet verplicht een verzekering afsluiten
B
Nee, voor kinderen is dat niet nodig
C
Ja, maar kinderen zijn kosteloos meeverzekerd bij hun ouders
D
Ja, maar de overheid betaalt hun premie

Slide 21 - Quiz

Mag een verzekeraar oudere mensen weigeren ?
A
Ja, dat mag als ze veel ziekten hebben
B
Dat mag alleen voor aanvullende verzekeringen, niet voor de basisverzekering
C
Nee, dat mag niet
D
Nee, tenzij ze al in het ziekenhuis liggen

Slide 22 - Quiz

Wat is verzekeren?

Slide 23 - Question ouverte

Wat is een polis?
A
Een overzicht van de kosten voor een verzekering.
B
Een bewijsstuk van de verzekering.

Slide 24 - Quiz

Wie betaalt de premie?
A
de verzekeraar
B
de verzekerde

Slide 25 - Quiz

AVP staat voor Aansprakelijkheids Verzekering voor Personen
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Een verzekering voor je spullen in je huis noem je een ...
A
inboedelverzekering.
B
opstalverzekering.

Slide 27 - Quiz

Welke van de volgende autoverzekeringen is verplicht?
A
Cascoverzekering
B
WA-verzekering

Slide 28 - Quiz

Hoe noem je de prijs van een verzekering?

Slide 29 - Question ouverte

Je sluit een verzekering af voor je mobiel. Welke kosten betaal je niet in het tweede jaar?
A
Assurantiebelasting
B
Poliskosten
C
Premie
D
Allemaal

Slide 30 - Quiz

einde van de les...
Binnenkort krijgen jullie de begrippentoets van H3 en H4.
Wat moet je daarvoor leren?
  1. De begrippen op bladzijde 71 en 101  
  2. Alle cursief gedrukte begrippen in de rode theorieblokjes 
  3. De begrippen van hoofdstuk 3 op bladzijde 88 en 89 en de begrippen van H4 op bladzijde 118 en 119

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive