Examen 5 DELE A1

COLLEGE 4 PERIODE 1
EXAMEN 5
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansHBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

COLLEGE 4 PERIODE 1
EXAMEN 5

Slide 1 - Diapositive

OEFEN EXAMENS 
Week 1: examen 4: La educación y el trabajo
Week 2: examen 1: Las personas, relaciones, aspecto físico
Week 3: examen 2: La alimentación, en casa y en el restaurante
Week 4: examen 5: La ciudad y los transportes
Week 5: examen 6: Los viajes, el clima y la ropa
Week 6: examen 7: El tiempo libre y los deportes
Week 7: examen 3: La vivienda

Slide 2 - Diapositive

PROGRAMMA


- VOCABULARIO EXAMEN 5

- LUISTEROPDRACHTEN 2 & 3

- LEESOPDRACHTEN IN KANALEN

- 10:40-10.55 PAUZE

- 10.55 - 12.40 = PRESENTATIES

Slide 3 - Diapositive

VOCABULARIO

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Hoe zeg je in het Spaans 'De bus komt om 5 uur'?
A
El autobús sale a las cinco.
B
El autobús llega a las cinco.
C
El colectivo visita a las cinco
D
El autobús vuelve a las cinco

Slide 7 - Quiz

Wat betekent 'El ayuntamiento está a las afueras de la ciudad'?
A
Het winkelcentrum ligt aan de rand van de stad
B
Het plein ligt in het centrum van de stad
C
De apotheek ligt in het centrum van de stad
D
Het gemeentehuis ligt aan de rand van de stad

Slide 8 - Quiz

Wat is het ontbrekende woord?

El centro es... (luidruchtig)
A
ruidoso
B
feo
C
pequeño
D
tranquilo

Slide 9 - Quiz

Hoe zeg je in het Spaans
(voeg ook het lidwoord toe)

Slide 10 - Question ouverte

Hoe zeg je dit in het Spaans?
(1 woord zonder lidwoord)

Slide 11 - Question ouverte

Schrijf de volgende woorden op in het Spaans met een komma er tussen: ´Westen, Oosten´

Slide 12 - Question ouverte

Vervang de Nederlandse woorden door Spaanse woorden gescheiden door een komma:
Voy a visitar ´het monument´, ´het plein´, ´het VVV- kantoor´

Slide 13 - Question ouverte

Zeg in het Spaans:
Het treinstation bevindt zich (está) aan het einde van de straat

Slide 14 - Question ouverte

Zeg in het Spaans:
Ik ga (voy) met de auto naar (al) de supermarkt

Slide 15 - Question ouverte

Zeg in het Spaans:
Er is een apotheek op (en) het plein, naast de winkel

Slide 16 - Question ouverte

Ik ga (voy) te voet naar (al) school en met de trein naar (a) de kerk

Slide 17 - Question ouverte

Zeg in het Spaans:
Mijn (mi) wijk is centraal gelegen, rustig, groot en (y) mooi

Slide 18 - Question ouverte

COMPRENSIÓN ORAL
LUISTERVAARDIGHEID

Slide 20 - Diapositive

Tarea 2 pag. 80
8
9
10
11
12
oplossing
6. mensaje 1 b
7. mensaje 2 c
8. mensaje 3 a
9. mensaje 4 i
10.mensaje 5 h

Slide 21 - Diapositive

TAREA 3 PAG. 81
13
oplossing
11- k
12-b
13-d
14- h
15-g
16- f
17-e
18-i

Slide 22 - Diapositive

14

Slide 23 - Diapositive

LECTURA
LEESVAARDIGHEID

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

DEBERES
NIET GEMAAKTE LEES-EN LUISTEROPDRACHTEN.

VOCABULARIO EXAMEN 6 pag. 87
Los viajes, el clima y la ropa
Vertalen en leren

Slide 27 - Diapositive

PROGRAMMA
Afsluiting workshop
 Latijns-Amerika

Grupo 1 y 2 = 11:00 – 11:30 
Grupo 3 y 4 = 11:35 – 12:05
Grupo 4 y 5 = 12:10 – 12:40

Slide 28 - Diapositive