1.2 - A - Revolutie in Frankrijk

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

1.2 - Revolutie in 

Frankrijk

Planning

• Frankrijk gaat failliet
• De eed op de kaatsbaan
• Bestorming van de Bastille
• Zelfstandig werken
• Afsluiting 

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen hoe de Franse Revolutie begon. 

• Je kunt uitleggen welke politieke veranderingen er plaatsvonden tijdens de Franse Revolutie.

Eerste stand

Tweede stand

Derde stand

De geestelijken

De adel

De rest

Betaalde geen belasting

Betaalde weinig belasting

Betaalde veel belasting

Frankrijk gaat failliet 

• Feesten, paleizen, bestuur en oorlogen kosten heel veel geld, maar het geld is op. 
• Koning Lodewijk XVI wil graag meer geld hebben, en roept de Staten-Generaal bij elkaar. De vergadering van de drie standen.
• De adel en de geestelijkheid willen apart vergaderen maar de derde stand is hier niet mee eens. Zij alleen vertegenwoordigen het volk. 

Leerdoel 1

De eed op de kaatsbaan

• De derde stand loopt weg en begint haar eigen vergadering: de  Nationale Vergadering.
  
  


• Op een kaatsbaan spreken ze af pas uit elkaar te gaan als er een nieuwe grondwet is die de macht van de koning inperkt.
  
  

Leerdoel 1

Bestorming van de Bastille

• De koning stuurt het leger naar Parijs om de Nationale Vergadering te arresteren. Als het volk dat hoort komt ze in opstand en bestormt de Bastille in 1789.
• De Bastille was een gevangenis en wapenopslag. De Franse Revolutie is begonnen...en slaat over op andere delen van het land

Leerdoel 1

Ook in Nederland kwamen mensen in opstand tegen het beleid van de overheid...

...Na de invoering van de avondklok ontstonden er in het hele land avondrellen.

Politieke veranderingen

 . 

• De Nationale Vergadering schafte de standenverschillen af. 
  
  
• 1791 invoering van de grondwet. Frankrijk werd een constitutionele monarchie.
• De koning moet zich aan de grondwet houden.
  
  
• Frankrijk werd een democratie maar alleen rijke mannen mochten stemmen.

Leerdoel 2

Aantekeningen

• De derde stand loopt weg van de Staten-Generaal en roept de Nationale Vergadering uit. De macht van de koning moet worden ingeperkt. Met de bestorming van de Bastille breekt de Franse Revolutie uit. 
• De NV schaft de standenverschillen af. Er wordt een grondwet ingevoerd en Frankrijk wordt een constitutionele monarchie. Rijke mannen mogen voortaan stemmen. 

Zelfstandig werken

• Zelfstandig de tekst doorlezen op pagina 10 en 11. 
  
  
• Maak opdracht 1 en 2 op pagina 10 en opdracht 4 en 5 op pagina 20. 
  
  
• Ben je klaar? Start met het leren van de begrippen van paragraaf 1.1 en 1.2. 

Leerdoelen

• Je kunt beschrijven hoe de Franse Revolutie begon. 

• Je kunt uitleggen welke politieke veranderingen er plaatsvonden tijdens de Franse Revolutie.