Quiz SO Chapter 1 pt 1

Chapter 1 pt 1 - Quiz
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Chapter 1 pt 1 - Quiz

Slide 1 - Diapositive

Translate/vertaal:
School dance
A
Schoolreis
B
Schoolfeest
C
Dansles op school
D
Schoolbel

Slide 2 - Quiz

Translate/vertaal:
though
A
misschien
B
erdoor
C
echter
D
sterk

Slide 3 - Quiz

Translate/vertaal:
Audience
A
Publiek
B
Auditie
C
Voorstelling
D
Optreden

Slide 4 - Quiz

Translate/vertaal:
Entrance Fee
A
Toegangspoort
B
Toegang krijgen
C
Uitgang
D
Toegangsprijs

Slide 5 - Quiz

Translate/vertaal:
(to) dress up
A
Aankleden
B
Uitkleden
C
Verkleden
D
Bekleden

Slide 6 - Quiz

Translate/vertaal:
Exhibition
A
Voorstelling
B
Tentoonstelling
C
Optreden
D
Reservering

Slide 7 - Quiz

Translate/vertaal:
Queue
A
Rij
B
Reservering
C
Aanwijzing
D
Koppelen

Slide 8 - Quiz

Translate/vertaal:
Company
A
Gemeenschap
B
Gezelschap
C
Vriendschap
D
Burgerschap

Slide 9 - Quiz

Translate/vertaal:
By the way
A
Trouwens
B
Misschien
C
Langs de weg
D
Ook

Slide 10 - Quiz

Translate/vertaal:
Excellent
A
Tentoonstelling
B
Reservering
C
Uitstekend
D
Hoogtepunt

Slide 11 - Quiz

True or False?
When you are inside a building = indoor
A
True
B
False

Slide 12 - Quiz

True or False?
When something changes into something else = transform
A
True
B
False

Slide 13 - Quiz

True or False?
When you do not have the same opinion = agree
A
True
B
False

Slide 14 - Quiz

True or False?
A place to sit = seat

A
True
B
False

Slide 15 - Quiz

True or False?
Put your hands together after the show = applaud
A
True
B
False

Slide 16 - Quiz

Maak het rijtje af of compleet:
beat - .......- beaten - (ver)slaan

Slide 17 - Question ouverte

maak het rijtje af of compleet:
......- bit - bitten - bijten

Slide 18 - Question ouverte

maak het rijtje af of compleet:
blow - blew - ...... - blazen

Slide 19 - Question ouverte

Maak het rijtje af of compleet:
begin - began - ...... - beginnen

Slide 20 - Question ouverte

What went well?
Wat ging er goed?

Slide 21 - Question ouverte

What do you need to work on?
Waar moet je nog aan werken?

Slide 22 - Question ouverte