3.1 Chili beeft CALA

3.1 Chili beeft
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

3.1 Chili beeft

Slide 1 - Diapositive

Wat kun je na de les?
  1. Je kunt uitleggen waarom Chili zo vaak getroffen wordt door zware aardbevingen
  2. Je kunt uitleggen wat er gebeurt bij subductie en wat de mensen in Chili daarvan merken
  3. Je kunt uitleggen waarom subductie voorkomt 
  4. Je kunt de verschillende plaatbewegingen noemen

Slide 2 - Diapositive

Aardplaten

Slide 3 - Diapositive

Plaatbewegingen (B67 en B68)
  • Welke plaatbewegingen zijn er?
  • Wat zijn de gevolgen van deze plaatbewegingen?

Slide 4 - Diapositive

Convergentie
Convergentie

Slide 5 - Diapositive

Divergentie

Slide 6 - Diapositive

Transform

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Steen papier schaar!
  • Divergent (Uit elkaar) convergent sterker

  • Convergent (Tegen elkaar) transform sterker 

  • Transform (Langs elkaar) divergent sterker


Slide 9 - Diapositive

Chili
Platentektoniek (subductie) leidt tot:
  • Gebergtevorming
  • Aardbevingen
  • Vulkanisme
  • Trog

Slide 10 - Diapositive

Waarom bewegen aardplaten?
Convectiestromen

Slide 11 - Diapositive

Motor
De motor achter de bewegingen van de platen is de inwendige warmte van de aard(e)(kern). 

Convectiestromen dus!

Slide 12 - Diapositive

Opdracht
Maak opdracht 1 en 2 op pagina 47 van je werkboek

Slide 13 - Diapositive

Aardbevingen
Aardschokken

  • Platen schuiven over of langs elkaar.
  • Dit gaat niet soepel, maar in schokken. 
  • Plaat blijft hangen, druk bouwt op. 
  • Op het moment van losschieten komen er trillingen vrij die te voelen zijn aan het aardoppervlak. 

Slide 14 - Diapositive

Aardbeving
Hypocentrum: de plek waar de aardbeving plaatsvindt diep in de aarde
Epicentrum: de plek waar de aardbeving gevoeld wordt aan het aardoppervlak. Recht boven het hypocentrum. 

Slide 15 - Diapositive

Aardbevingen komen voor bij:

Subductie door convergentie

Transforme plaatbreuken

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Tsunami
Aardbeving onder de zee: zeebeving

  • Plaat schiet los
  • Brengt zeewater in beweging
  • Vloedgolf

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Waarom komen er zulke zware aardbevingen voor in Chili?

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Opdracht
Maak opdracht 3 t/m 5 op  47 van je werkboek

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Opdracht
Maak opdracht 6 t/m 8 op pagina 44 van je werkboek

Slide 24 - Diapositive

Chili beeft quiz 1

Slide 25 - Diapositive

Wat is de hoofdstad van Chili?
A
Buenos Aires
B
Montevideo
C
Santiago
D
Asunción

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

Hoeveel inwoners heeft Chili in vergelijking met Nederland?
A
Heel veel minder
B
Een beetje minder
C
Een beetje meer
D
Heel veel meer

Slide 28 - Quiz

17,249,632 (2018)
17,574,003 (2017)

Slide 29 - Diapositive

Met welke schaal worden aardbevingen gemeten?
A
Schaal van Rigter
B
Schaal van Richter
C
Schaal van Plichter
D
Schaal van Swifter

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Diapositive

De aardbeving voor de kust van Chili was de zwaarste ooit gemeten. Hoe zwaar was hij op de Schaal van Richter?
A
8
B
8,5
C
9
D
9,5

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Diapositive

Hoe heet het deel van de aarde tussen de kern en de aardkorst?
A
Magma
B
Mantel
C
Jas
D
Tussenkorst

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Diapositive

In de mantel maakt het stroperige gesteente ronddraaiende bewegingen. Hoe wordt zo'n beweging genoemd?
A
Convectiestromen
B
Conventiestromen
C
Magma stuwingen
D
Magma rotatie

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Diapositive

Aardbevingen ontstaan vooral op plekken waar aardplaten .... ?
A
Langs elkaar schuiven
B
Op elkaar botsen
C
Langs elkaar schuiven óf op elkaar botsen
D
Uit elkaar gaan

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Diapositive

Chili ligt vlak bij de grens tussen twee aardplaten. De Zuid-Amerikaanse plaat en de .... ?
A
Nazsca Plaat
B
Afrikaanse Plaat
C
Pacifische Plaat
D
Latijnse Plaat

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Diapositive

Hoe snel bewegen deze twee platen naar elkaar toe?
A
10 tot 8 cm per jaar
B
10 tot 8 cm per maand
C
10 tot 8 cm per dag
D
12 tot 15 cm per jaar

Slide 42 - Quiz

De plek op het aardoppervlakte waar de beving het sterkst is het het ... ?
A
Episch Centrum
B
Drillcentrum
C
Hypocentrum
D
Epicentrum

Slide 43 - Quiz

De plek in de grond waar de aardbeving echt plaatsvind heet .... ?
A
Hypocentrum
B
Botsingsplek
C
Epicentrum
D
Subductielocatie

Slide 44 - Quiz

Slide 45 - Diapositive