Uitleg presentaties + leesvaardigheid

Goedemorgen!
Nederlands 20 december 2022
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen!
Nederlands 20 december 2022

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
- Uitleg presentatie (cijfer mondeling presenteren)
- Leesvaardigheid

Slide 2 - Diapositive

Doel van de presentatie:
beschouwen


wat was dat ook alweer?

Slide 3 - Diapositive

Beschouwend presenteren
Onderwerp: economisch nieuwsartikel 
(gepubliceerd in 2022/23)
Doel: het publiek in een beschouwende presentatie laten nadenken over jouw gekozen artikel
Publiek: je klasgenoten
Tijd: vijf/zes minuten
Wees creatief en neem het serieus!

Tweede  + derde week na de kerstvakantie (indeling komt deze week)

Slide 4 - Diapositive

In de presentatie:

  • Vertel je in het algemeen wat over het onderwerp;
  • Geef je eventuele voor- en nadelen;
  • Geef je je eigen mening over het onderwerp;
  • Geef je (in dien mogelijk) een oplossing voor een probleem;
  • Laat je het publiek meedenken over het thema.



Slide 5 - Diapositive

Kijk bij de kopjes 'economie' op verschillende nieuwswebsites

nu.nl
nos.nl
nrc.nl
volkskrant.nl

Slide 6 - Diapositive

Tip: als je een artikel hebt gevonden, kopieer het dan meteen en zet het in een Word-document! Zo voorkom je dat je het later niet meer kunt lezen.

Slide 7 - Diapositive


Als je een artikel hebt gevonden, stuur je het eerst naar mij voor toestemming én je vult het in in het Excel-bestand. 
Je mag niet hetzelfde artikel gebruiken als een klasgenoot.





Via de mail ontvang je meer informatie en de link naar het Excel-bestand.

Slide 8 - Diapositive

Beoordeling
Je wordt beoordeeld op:
  • Inhoud
  • Samenhang
  • Doel en publiek
  • Woordgebruik en zinsbouw
  • Verbale communicatie
  • Non-verbale communicatie

Slide 9 - Diapositive

Opbouw presentatie
  • Een pakkende opening;
  • Een inleiding waarin je vertelt waar je het over gaat hebben;
  • Een middenstuk met daarin deelonderwerpen
    (minimaal twee);
  • Een slot met een samenvatting/conclusie;
  • Een pakkende afsluiter.


Slide 10 - Diapositive

Opening
Wacht tot het stil is en begin je presentatie dan met een duidelijke (pakkende!) opening.

Voorbeelden?

Slide 11 - Diapositive

Creatieve opening
Citaat, anekdote,
raadsel, humor,
een vraag aan het publiek, etc.

Slide 12 - Diapositive

Middenstuk

Verbale communicatie:
  • Spreektempo
  • Spreekvolume
  • Articulatie
  • Intonatie
Middenstuk

Non-verbale communicatie:
  • Oogcontact
  • Lichaamshouding
  • Gebaren
  • Gezichtsuitdrukking

Slide 13 - Diapositive

Samenhang aanbrengen
Om alle onderdelen van de presentatie goed op elkaar aan te laten sluiten, gebruik je signaalwoorden. 

Bijvoorbeeld:
daarna, ten eerste, want, dus, tot slot, bovendien,
niet alleen...maar ook, om te beginnen, zojuist, 
allereest, verder, ten slotte, etc.

Slide 14 - Diapositive

Slot
  • Kom terug op dat wat je in de inleiding hebt vertelt
  • Sluit de presentatie af
  • Geef de mogelijkheid tot vragen stellen

Slide 15 - Diapositive

Gebruik PowerPoint
Je kunt gebruik maken van een PowerPoint ter verduidelijking

Let op: een PowerPoint geldt als verduidelijking/houvast voor de presentator en het publiek. Het is niet de bedoeling de hele presentatie in de PowerPoint te zetten.

Spiekbriefje mag; niet voor gaan lezen!

Slide 16 - Diapositive

Nu: op zoek naar een artikel!
Stuur het dus naar mij op (of laat het mij in de les nog zien)
Zet de titel in het Excel-bestand

Slide 17 - Diapositive

Leesvaardigheid
Betrouwbaarheid van teksten

Slide 18 - Diapositive

Welk doel hoort bij de volgende tekstvormen?
Informeren
Instrueren
Activeren
Overtuigen

Slide 19 - Question de remorquage

Voor welk publiek is deze tekst bedoeld?

Slide 20 - Diapositive

Voor welk publiek is deze tekst bedoeld?

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Hoe kun je controleren of een tekst
betrouwbaar is?
  1. Betrouwbare informatie bestaat uit feiten.
    Je kunt controleren waar de informatie vandaan komt en of het klopt.
  2. Als de informatie van een deskundige afkomstig is, vergroot dat de betrouwbaarheid.
  3. Ook is het belangrijk dat de informatie actueel is. Verouderde informatie is vaak niet meer betrouwbaar


Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Even samengevat: waarom is de video over de uitgehongerde ijsbeer niet betrouwbaar?

Slide 26 - Question ouverte

Pas op voor onbetrouwbare informatie
Soms is de informatie onvolledig of slordig en soms wordt er ook gewoon misleid of zelfs gelogen.

  • Let goed op bij reclame: het doel van reclame is om jou te overhalen / activeren om iets te kopen.
  • De voordelen worden dan wel uitvoerig genoemd, maar de nadelen niet.




Slide 27 - Diapositive

Betrouwbaarheid van webteksten kun je checken met een controlelijst van
https://www.webdetective.nl/checklist

Slide 28 - Diapositive

Opdracht:
Ga zelf op zoek naar een betrouwbare én onbetrouwbare bron.
Gebruik hiervoor de controlelijst van webdetective.

Slide 29 - Diapositive

Tot woensdag!

Slide 30 - Diapositive