H2a - 1 mrt
1 / 19
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Tekst
De standenmaatschappij bestond uit drie standen. Sleep de standen naar de goede plek:
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
Slide 5 - Question de remorquage
Zet de zinnen in de juiste volgorde van tijd. Begin met de gebeurtenis die het langst geleden is.
Een groep burgers maakt bekend dat zij zonder de eerste en tweede stand gaan vergaderen.
De Bastille wordt aangevallen: de Franse Revolutie is begonnen.
De derde stand wil dat ook edelen en geestelijken belasting gaan betalen.
De edelen en de geestelijken stemmen tegen en er verandert dus niets.
De koning roept een vergadering van de drie standen bij elkaar.
Slide 6 - Question de remorquage
Welke 3 veranderingen werden WEL na de Franse Revolutie ingevoerd in Frankrijk?
WEL
NIET
De standenmaatschappij werd afgeschaft.
Er kwam een vernieuwde grondwet.
Er kwam een grondwet.
Er kwam een democratie.
Er kwam een revolutie.
Er kwam een monarchie.
Slide 7 - Question de remorquage
Sleep de zinnen naar het juiste vak.
GEEN gevolg
Franse Revolutie
WEL gevolg
Franse Revolutie
alle Fransen werden even rijk
afschaffing van het koningschap
de adel grijpt de macht
boeren gaan Frankrijk besturen
gelijke rechten voor alle Fransen
Slide 8 - Question de remorquage
Welke gebeurtenis vormt het begin van de Franse Revolutie?
Slide 9 - Question de remorquage
Sleep de zinnen naar het goede vak: Past wel of niet bij Frankrijk voor de Franse Revolutie.
Past wel bij Frankrijk voor de Franse Revolutie
Past niet bij Frankrijk voor de Franse Revolutie
De meeste Franse waren arm.
98% van de Fransen hoorde bij de eerste stand.
Edelen betaalden geen belasting.
Frankrijk was een standensamenleving.
Frankrijk was een republiek.
Slide 10 - Question de remorquage
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
1
2
3
4
5
6
Napoleon pleegt een staatsgreep
Napoleon sluit zich aan bij de Franse Revolutie
Napoleon wordt verbannen naar Elba
Napoleon kroont zichzelf tot keizer
Napoleon wordt verslagen bij Waterloo
Napoleon valt Rusland binnen
