Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
h3 en h4
Slide 1 - Diapositive
Het interbellum (1918-1939)
Slide 2 - Diapositive
Het interbellum (1918-1939)
Slide 3 - Diapositive
In 1923 was er in Duitsland een economische crisis.
▻Wat was een oorzaak van deze crisis?
▻En wat was een gevolg daarvan?
A
de bezetting van het Ruhrgebied
demilitarisatie van Duitsland
B
de bezetting van het Ruhrgebied
inflatie
C
het Dawesplan
demilitarisatie van Duitsland
D
het Dawesplan
inflatie
Slide 4 - Quiz
Gebruik de bron
▻Welke begrippen passen bij de herinnering?
A
indoctrinatie + showprocessen
B
indoctrinatie + strafkampen
C
terreur + showprocessen
D
terreur + strafkampen
Slide 5 - Quiz
Gebruik de bron
▻Welke organisatie en welk kenmerk van het nationaal-socialisme passen bij de herinnering?
A
Bund Deutscher Mädel
censuur
B
Bund Deutscher Mädel
Führerprincipe
C
Gestapo
censuur
D
Gestapo
Führerprincipe
Slide 6 - Quiz
Gebruik de bron
Deze brief stond in 1938 in een Nederlandse krant.
▻Waarom zou dezelfde brief toen niet in een Duitse krant hebben kunnen staan?
A
vanwege de censuur
B
vanwege de massamoorden
C
vanwege de persoonsverheerlijking
D
vanwege de showprocessen
Slide 7 - Quiz
Gebruik de bron
Het herstelprogramma werkte goed tot eind 1929.
▻Welke historische gebeurtenis zorgde ervoor dat het herstelprogramma daarna niet meer werkte?
A
de Beurskrach in de
Verenigde Staten
B
de bezetting van het Ruhrgebied
C
de inflatiepolitiek van de Duitse overheid
D
de invoering van het Verdrag van Versailles
Slide 8 - Quiz
Gebruik de bron
▻Welke begrippen passen bij de bron?
A
persoonsverheerlijking + propaganda
B
persoonsverheerlijking + terreur
C
planeconomie + propaganda
D
planeconomie + terreur
Slide 9 - Quiz
Gebruik de bron
▻Welk begrip hoort bij de bron?
A
censuur
B
geheime politie
C
showproces
D
strafkamp
Slide 10 - Quiz
Gebruik de bron
De tekening gaat over de Volkenbond.
▻Welke omschrijving past bij de bron?
De Volkenbond gaat
A
een succes worden, omdat de Verenigde Staten deelnemen.
B
een succes worden, omdat Duitsland deelneemt.
C
mislukken, omdat de Verenigde Staten niet deelnemen.
D
mislukken, omdat Duitsland niet deelneemt.
Slide 11 - Quiz
Gebruik de bron
▻Uit welk land kwam de regeringsleider die deze toespraak hield? ▻En naar aanleiding van welke gebeurtenis hield hij deze toespraak?
A
Groot-Brittannië;
de Conferentie van München
B
Groot-Brittannië;
het tekenen van het niet-aanvalsverdrag
C
Sovjet-Unie;
de Conferentie van München
D
Sovjet-Unie;
het tekenen van het niet-aanvalsverdrag
Slide 12 - Quiz
Het Interbellum (1918-1939)
Slide 13 - Diapositive
Tijdens de Kristallnacht in 1938 werden in heel Duitsland veel Joodse bezittingen vernield en Joden vermoord. Deze nacht wordt gezien als één van de belangrijkste gebeurtenissen van de Jodenvervolging in Duitsland vóór de Tweede Wereldoorlog.
Hieronder staan drie gebeurtenissen die de Kristallnacht mogelijk hebben gemaakt.
Zet de drie gebeurtenissen in de juiste volgorde,
van vroeger naar later.
1
2
3
Duitsland wordt een totalitaire dictatuur.
De NSDAP wint de verkiezingen.
De rassenwetten worden ingevoerd.
Slide 14 - Question de remorquage
Hieronder staan vijf uitspraken over economie.
Welke twee uitspraken horen bij de economie van de Sovjet-Unie in de periode 1930-1940? Schrijf alleen de nummers op.
Economie van de Sovjet-Unie in de periode 1930-1940
De productie wordt vastgesteld door een plan van de regering.
De regering bepaalt de prijs van een aantal belangrijke producten.
Het aanbod van goederen wordt bepaald door de vraag van de
consument.
Het doel van productie is het maken van winst.
Natuurlijke hulpbronnen, zoals olie, zijn in handen van privébedrijven.
Slide 15 - Question de remorquage
Hieronder staan vier uitspraken die te maken hebben met Duitsland.
Geef per uitspraak aan of die wel of niet een direct gevolg was van het Dawesplan.
Niet een direct gevolg was van het Dawesplan.
Wel een direct gevolg was van het Dawesplan.
Duitsland leent geld van de Verenigde Staten om de economie op
gang te helpen.
Duitsland mag geen lid van de Volkenbond worden.
Duitsland wordt opgedeeld in vier bezettingszones.
Duitsland zet de herstelbetalingen stop om de economie op gang te
helpen.
Slide 16 - Question de remorquage
De Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Slide 17 - Diapositive
Gebruik de bron
De pijlen geven op elke kaart een militaire aanval weer.
▻Op welke kaart is operatie Barbarossa te herkennen?
A
kaart 1
B
kaart 2
C
kaart 3
D
kaart 4
Slide 18 - Quiz
Gebruik de bron
De briefkaart is bedoeld als propaganda.
▻Welk bondgenootschap is aan het verliezen?
▻En welk bondgenootschap gebruikt deze briefkaart als propaganda??
A
de As-mogendheden
de Centralen
B
de As-mogendheden
de Geallieerden
C
de Centralen
de Geallieerden
D
de Centralen
de As-mogendheden
Slide 19 - Quiz
De winter van 1944-1945 in Nederland staat bekend als de Hongerwinter.
▻Wat heeft bijgedragen aan het uitbreken van de Hongerwinter?
A
de invoering van een distributiesysteem
B
de invoering van het persoonsbewijs
C
de oproep tot de Februaristaking
D
de oproep tot de Spoorwegstaking
Slide 20 - Quiz
Gebruik de bron
Het lied gaat over het beleid van de Nederlandse regering.
▻Welke beslissing van de regering past bij het lied?
▻En hoe dacht de regering de vrede te behouden?
A
beslissing tot capitulatie
vrede door bondgenootschappen
B
beslissing tot capitulatie
vrede door neutraliteit
C
beslissing tot mobilisatie
vrede door bondgenootschappen
D
beslissing tot mobilisatie
vrede door neutraliteit
Slide 21 - Quiz
Gebruik de bron
▻Welke regeringsleider bezoekt de uitkijkpost?
▻En van welke historische gebeurtenis is hij op dat moment getuige?
A
regeringsleider :
Churchill
historische gebeurtenis :
aanval op Pearl Harbor
B
regeringsleider:
Churchill
historische gebeurtenis:
Slag om Engeland
C
regeringsleider:
Roosevelt
historische gebeurtenis :
aanval op Pearl Harbor
D
regeringsleider:
Roosevelt
historische gebeurtenis:
Slag om Engeland
Slide 22 - Quiz
Gebruik de bron
▻Welk begrip past bij de bron?
A
ballingschap
B
gelijkschakeling
C
Hongerwinter
D
schaarste
Slide 23 - Quiz
Gebruik de bron
Dit affiche werd in 1943 op meerdere plaatsen in Nederland verspreid.
▻Wie gaf de opdracht tot het maken van dit affiche?
▻En welk begrip past bij de boodschap van het affiche?
A
opdrachtgever:
de Duitse bezetter
begrip:
mobilisatie
B
opdrachtgever:
de Duitse bezetter
begrip:
tewerkstelling
C
opdrachtgever:
de Nederlandse regering
begrip:
mobilisatie
D
opdrachtgever:
de Nederlandse regering
begrip:
tewerkstelling
Slide 24 - Quiz
In 1944 arresteerde de Duitse bezetter 23 mannen omdat ze meehielpen de protestantse verzetskrant Trouw te verspreiden. Ze werden allemaal gevangen gezet in concentratiekamp Vught.
▻Welk grondrecht werd geschonden door de Duitse bezetter?
▻En is dit een klassiek of een sociaal grondrecht
A
grondrecht:
vrijheid van drukpers
soort grondrecht:
klassiek
B
opdrachtgever:
vrijheid van drukpers
begrip:
sociaal
C
opdrachtgever:
vrijheid van godsdienst
begrip:
klassiek
D
opdrachtgever:
vrijheid van godsdienst
begrip:
sociaal
Slide 25 - Quiz
Hitler had een algemeen bevel gegeven om alle verzetsmensen die op heterdaad betrapt waren, direct te executeren. Daarom werden de 23 mannen, die werkten voor de verzetskrant Trouw, dood-geschoten in Kamp Vught.
▻Welke conclusie naar aanleiding van deze gebeurtenis is juist? Deze gebeurtenis laat zien dat
▻Welk grondrecht werd geschonden door de Duitse bezetter?
▻En is dit een klassiek of een sociaal grondrecht
A
er geen sprake is van een scheiding van machten.
B
er geen sprake is van terreur.
C
er sprake is van een rechtsstaat.
D
er sprake is van klassieke grondrechten.
Slide 26 - Quiz
Gebruik de bron
Wat is de reden dat de generaal in een shock verkeert?
▻Hij verkeert in een shock omdat hij
A
bij de graven van de gesneuvelde soldaten van D-Day is.
B
de slachtoffers ziet van een bombardement op een Duitse stad.
C
de verwoestingen ziet van de atoombom op Hiroshima.
D
in een bevrijd concentratiekamp in Duitsland is.
Slide 27 - Quiz
Gebruik de bron
Afbeelding 1 en 2 gaan over dezelfde gebeurtenis.
▻Welke gebeurtenis is dat?
A
de aanval op Pearl Harbor
B
de Blitzkrieg in Polen
C
de invasie in Normandië
D
de slag bij Stalingrad
Slide 28 - Quiz
Gebruik de bron
▻Welk begrip past bij de inhoud van de documentaire?