toetsvoorbereiding PW P1

toetsvoorbereiding
samenvatten en soorten toetsvragen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
Klassieke TalenVoortgezet speciaal onderwijs

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

toetsvoorbereiding
samenvatten en soorten toetsvragen

Slide 1 - Diapositive

Soorten vragen
* citeren:                     geef letterlijk de woorden uit de tekst (wees nauwkeurig!)   * parafraseren:           in eigen woorden uitleggen wat er staat
* verwijswoorden:    waar verwijzen sommige woorden naar?
* uitleggen:                 leg uit waarom iets op basis van de tekst zo is
* tijd verklaren:          verklaar waarom een tijd gebruikt is
* literaire vertaling:     vergelijken met letterlijke vertaling

Slide 2 - Diapositive

samenvatten: de clementia paragraaf 2
A
Nero doet hetzelfde als Augustus
B
Augustus hoort dat er een aanslag op hem wordt beraamd
C
Augustus besluit Cinna te vermoorden
D
Augustus slaapt erg slecht

Slide 3 - Quiz

eigen citeervraag:

Slide 4 - Question ouverte

Leg uit wat Augustus aan het denken is in r.14 t/m 17 (Ergo non…placuerat adoriri).
A
hij heeft veel meegemaakt
B
Cinna wordt niet gestraft
C
Augustus heeft vrede gebracht
D
hij wil geen ruzie met Cinna

Slide 5 - Quiz

eigen parafraseervraag:

Slide 6 - Question ouverte

Naar wie of wat verwijst ‘te’ (r.50)?
A
Augustus
B
Lucilius
C
Nero
D
Cinna

Slide 7 - Quiz

eigen verwijsvraag:

Slide 8 - Question ouverte

In welke regel begint er een nieuw deel? Geef het regelnummer én geef aan waar dit deel over gaat.
A
r.13 - Augustus gaat zuchten en steunen
B
r.18 - er valt een stilte
C
r.22 - Livia gaat hem adviseren
D
r.28 - Augustus bedankt Livia

Slide 9 - Quiz

Citeer het woord uit r.55 dat inhoudelijk hetzelfde betekent als de ‘peregrinationes’ in r.52.
A
novitas
B
fuga
C
onus animi
D
iactatio

Slide 10 - Quiz

eigen uitlegvraag:

Slide 11 - Question ouverte

Verklaar de tijd van ‘fugis’ (r.55).
A
praesens - gebeurt nu nog steeds
B
perfectum - voorgrondinformatie
C
futurum - gebeurt in de toekomst
D
plsq.pf. - voorverleden

Slide 12 - Quiz

eigen tijdverklaarvraag:

Slide 13 - Question ouverte

Denk je dat je een voldoende kan/gaat halen?
A
ja
B
nee
C
misschien
D
geen idee

Slide 14 - Quiz

Heb je nog vragen?

Slide 15 - Question ouverte