h2c Unité 2 - les 40- 121222

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Salut h2c!

Le 12 décembre, 2022

BIENVENUE!

- svp boek, schrift en pen op tafel

- svp telefoon in de telefoontas

- je werkt aan de startopdracht, je mag overleggen in fluistertoon

Regels in de klas

- Bij binnenkomst ga je zitten, doe je je telefoon in de telefoontas en leg je 

   je boek, schrift en pen op tafel.

- Je hebt je huiswerk gemaakt als je binnenkomt. Zo niet, wil ik het weten. 

-  Als ik dat zeg ga ik iets uitleggen en dan zijn jullie stil. 

- We hebben respect voor elkaar en luisteren naar elkaar, wil je

   iets zeggen dan steek je je vinger op. 

- rood stoplicht = we zijn stil 

- oranje stoplicht = we mogen overleggen op fluistertoon

- groen stoplicht = we mogen praten, maar niet te hard

Le program

1. Bonjour! Comment ça va? 
2. Wat weet je nog van de vorige les?
3. Proef SO 
4. Het huiswerk noteren voor de volgende keer. 
5. Corriger les devoirs en de startopdracht.
6. Passé Composé met être
7. On travaille 
   
8. Au revoir

Startopdracht - Schrijf in je schrift

Wat valt je op aan deze werkwoorden?

Le but (het doel van deze les)

Na deze les:

- weet ik hoe ik de passé composé met être kan gebruiken. 

Qu'est-ce que tu te rappelles?

- Wat weet je nog van de vorige les?

 

   

Proef SO 

- Kijk goed waar je nog aan moet werken 

 

   

Les devoirs pour le 15 décembre 2022

 - Faire: exercice 22 (page 69-70). Bij A schrijf rol A uit in je

   schrift in het Frans en bij B schrijf rol B uit in het Frans in 

   je schrift. 

-  Apprendre: répéter SO stof van vrijdag. 

   Let op ook appr 10. 

Les devoirs pour le 12 décembre 2022

 - Corriger: exercice 19, 20 et 21 (page 68-69)

Het rad

Startopdracht. 

Boeken dicht! schrijf de cijfers uit in het Frans:

- 15

- 25

- 42

- 53

- 60

Le passé composé met être

- Passé composé met avoir - wat weet je nog?

- Nu met être. Deze werkwoorden hebben te maken met komen,

  weggaan en blijven (page 24).

- hulpwerkwoord met être > het voltooid deelwoord krijgt een -e als het

  onderwerp vrouwelijk is of bij meervoud een -s. 

Le passé composé met être

- Julie est partie en vacances                              vrouwelijk enkelvoud

- Mes copains sont partis en vacances               meervoud

- Mes soeurs sont parties en vancances             vrouwelijk meervoud

Le passé composé met être

Schrijf op voor jezelf in je schrift (5 minutes)

1. Joop a/est tombé en vélo? (kies a of est)

2. Ma grandmère est arrivé.......... en bus (pas het voltooid deelwoord aan

    indien nodig. 

3. Oscar is aan het eind van het feest vertrokken. Vul de zin aan met de

    juiste passé composé. 

    .......................................... à la fin de la fête. (partir) 

On travaille 

Ouvre le livre à la page 25

-  Had je bij de vraag 1 goed maak je oefening 16C en 16 D

 - Had je vraag 1 en 2 goed maak je ex. 16C en 16D 

 - Had je vraag 1, 2 en 3 goed maak je ex. 16D en 16E 
 

Ben je klaar? Dan ga je klasgenoten helpen. 

Werk samen in groepjes. Ga vooraan zitten

als je verlengende instructie wilt. Als je zelfstandig aan de slag 

wilt ga je acheraan zitten. (10 min. après on va les corriger) 

Au revoir! 

- Wat heb je geleerd dit uur?

À jeudi!