Paragraaf 1 Inkomsten en uitgaven

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Programma

Start nieuw hoofdstuk 5 Rondkomen

Uitleg en maken paragraaf 5.1 

Leerdoelen

Ik kan benoemen welke inkomsten en uitgaven een huishouden heeft

Ik kan verschillende soorten uitgaves benoemen en keuzes maken

Inkomsten & uitgaven

Heb jij wel eens teveel geld uitgegeven?

Huishoudelijke uitgaven:

de alledaagse uitgaven voor je huishouden. (dagelijkse uitgaven)

Waaraan geef je je geld uit???

vaste lasten:

de uitgaven die je met een vaste regelmaat moet betalen

Soorten  uitgaven

Persoonlijke uitgaven

Kleinere uitgaven bestemd voor één persoon uit een gezin.

Huishoudelijk uitgaven

- Dagelijkse uitgaven : alledaagse uitgaven

- Vaste lasten: Regelmatige uitgaven, bijvoorbeeld iedere maand, ieder kwartaal, ieder jaar 

Gebruiksgoederen

(vaak gebruiken)

Verbruiksgoederen

(een/enkele keren gebruiken)

goederen

1. gebruiksgoederen die je langere tijd en meerdere keren kunt gebruiken 

2. verbruiksgoederen die door gebruik opraken. Als je verbruiksgoederen wilt blijven gebruiken, moet je steeds opnieuw geld eraan uitgeven.

Duurzame gebruiksgoederen

Duurzame gebruiksgoederen = producten die een lange tijd mee gaan. (langer dan een jaar) 

Prioriteiten

Je kunt niet in al je behoeften voorzien doordat middelen schaars zijn. Je moet keuzes maken.

Bepalen wat je het belangrijkste vindt, noem je prioriteiten stellen.

Huiswerk

Maken paragraaf 5.1 en de rekentrainer 5.1

Leerdoelen

Ik kan benoemen welke inkomsten en uitgaven een huishouden heeft

Ik kan verschillende soorten uitgaves benoemen en keuzes maken