3H NN6 H2 onbepaald voornaamwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom!

1. Ga rustig zitten
   
2. MacBook gesloten op tafel
3. Wacht rustig tot ik start

Lesdoelen

* Je kunt het onbepaald voornaamwoord (onbep.vnw) herkennen en benoemen in de zin.

Wat weet je nog?

lidwoord - bijvoeglijk naamwoord - zelfstandig naamwoord

werkwoord - voorzetsel - bijwoord - telwoord

de voornaamwoorden:

vragend - persoonlijk - aanwijzend - bezittelijk- betrekkelijk

Welke van de onderstaande woorden is een
VRAGEND voornaamwoord?

1. die
2. welke
3. mijn
4. ik

Welke van de onderstaande woorden is een
BEZITTELIJK voornaamwoord?

1. die
2. welke
3. mijn
4. ik

Welke van de onderstaande woorden is een
PERSOONLIJK voornaamwoord?

1. die
2. welke
3. mijn
4. ik

Welke van de onderstaande woorden is een
AANWIJZEND voornaamwoord?

1. die
2. welke
3. mijn
4. ik

Welke van de onderstaande woorden is een
BETREKKELIJK voornaamwoord?

1. waar
2. dat
3. welke
4. ik

Mijn vader heeft ons gisteren gebracht.

ONS?

1. aanwijzend voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord
3. persoonlijk voornaamwoord
4. vragend voornaamwoord

Mijn vader heeft ons gisteren gebracht.

MIJN?

1. aanwijzend voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord
3. persoonlijk voornaamwoord
4. vragend voornaamwoord

Hij bracht ons naar dat feest.

DAT?

1. aanwijzend voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord
3. persoonlijk voornaamwoord
4. betrekkelijk voornaamwoord

Hij bracht ons naar dat feest.

HIJ?

1. aanwijzend voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord
3. persoonlijk voornaamwoord
4. vragend voornaamwoord

Er is iets wat Dominique dwarszit.

WAT?

1. aanwijzend voornaamwoord
2. betrekkelijk voornaamwoord
3. persoonlijk voornaamwoord
4. vragend voornaamwoord

Wie haalt jullie op?

Wat voor soort is het woord JULLIE?

1. aanwijzend voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord
3. persoonlijk voornaamwoord
4. vragend voornaamwoord

Welk woord hoort niet in het rijtje?

IK - HET - MIJN - JULLIE

1. ik
2. het
3. mijn
4. jullie

Ik, het en jullie zijn persoonlijk voornaamwoorden. 

MIJN is een bezittelijk voornaamwoord.

Welk woord hoort niet in het rijtje?

WAAR - WIE - WELKE - WAT

1. waar
2. wie
3. welke
4. wat

WAAR is geen vragend voornaamwoord, de rest wel.

Welk woord hoort niet in het rijtje?

DIE - DIT - DAAR - DEZE

1. die
2. dit
3. daar
4. deze

DAAR is geen aanwijzend voornaamwoord, de rest wel.

Bekijk de uitleg van de methode:

Kies:

1. Met de klas: luister mee met de uitleg, maak daarna de opdrachten. 
2. Zelfstandig: lees/ bekijk zelf de uitleg van de methode + maak daarna de opdrachten.

Ik doe mee met de uitleg:

1. Ja
2. Nee

Onbepaald voornaamwoord

Een onbepaald voornaamwoord duidt een persoon of een zaak aan, maar zegt niet precies wie of wat bedoeld wordt;

Gisteren vertelde iemand mij iets, wat niemand mag weten.

Onbepaald voornaamwoord

• IETS - ZOIETS - NIETS - ALLES - WAT
  
• IEMAND - NIEMAND - IEDEREEN
• MEN - MENIG(E) - MENIGEEN - JE - HET
• IEDER(E) - ELK(E) - EEN ZEKERE -ENE - EEN OF ANDER(E)

Drie lastige gevallen:

1. Als je de betekenis heeft van men:

              Moeilijkheden kun je maar beter vermijden.

2. Als wat de betekenis heeft van iets.

            Neem jij ook wat mee naar het feest?

3. Als het tijd, weersomstandigheden of sfeer aangeeft.

             Het is al laat, maar het is nog steeds gezellig.

Aan de slag!

>> Maak H1 betrekkelijk voornaamwoord startopdracht + opdr. 1, 2, 3, 8, 9

>> Stel eventueel je vragen aan mij/ aan elkaar.

•Ik ga direct aan het werk en  blijf aan
het werk.

•Als ik een vraag heb, stel ik
die FLUISTEREND aan mijn
docent.

Klaar?

       > bij score onder 60%

       > als je dat met mij hebt afgesproken.

Volg daarna de planning op It's.

Noteer de onbepaalde voornaamwoorden uit de zin:

Om iedereen een plezier te doen, werd elk bekend dansnummer wel gedraaid.

Noteer de onbepaald voornaamwoorden uit de zin:

Zou je zoiets volgende keer niet meer tegen iemand willen zeggen, Sven?

Huiswerk:

Maak H1 betrekkelijk voornaamwoord startopdracht + opdr. 1, 2, 3, 8, 9 af + maak herhalingsopdrachten als je onder de 60% scoort.

- Maak ook de opdrachten van voorgaande lessen af als je die niet af had.