2B Voortplanting en ontwikkeling BS8

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Thema 4 voortplanting en ontwikkeling
Basisstof 8, de geboorte 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel
Je kunt beschrijven hoe een bevalling verloopt.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

3 fasen
De geboorte bestaat uit 3 fasen:

- de ontsluiting
- de uitdrijving
- de nageboorte

Slide 5 - Diapositive

de ontsluiting

Slide 6 - Diapositive

de ontsluiting
  • Weeën (samentrekkingen baarmoederwand)
  • Ontsluiting
  • 10 cm

Slide 7 - Diapositive

De uitdrijving

Slide 8 - Diapositive

normale ligging
(hoofdje komt eerst) 

stuitligging
(kontje of voetjes van baby komen eerst) 

Slide 9 - Diapositive

De uitdrijving
Naast weeën (samentrekkingen baarmoederwand) ook persweeën (samentrekkingen buikspieren)

De uitdrijving kan een paar seconden duren, maar ook een paar uur. 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

HOERA! 
De baby is geboren!



Slide 12 - Diapositive

Na de geboorte moet er nog een en ander gebeuren...

Slide 13 - Diapositive

na de geboorte
  • Restjes slijm uit de mond
  • Dan wordt de navelstreng afgeklemd en doorgeknipt. 
  • Huilen!

Slide 14 - Diapositive

de navelstreng
Restje droogt uit (+- een week)
Litteken = navel

Slide 15 - Diapositive

Maar de bevalling is nog niet afgelopen!
Er komt nog een 3e fase: 
De nageboorte

Slide 16 - Diapositive

fase 3: de nageboorte
Er moeten nog 3 delen uit de baarmoeder komen:
de placenta - de vruchtvliezen - de rest van de navelstreng
Dit noemen we de nageboorte.

Deze komt ongeveer 15 minuten na de geboorte van het kindje. 

Slide 17 - Diapositive

Hoe lang is een vrouw zwanger
A
9 maanden
B
11 maanden
C
1 jaar
D
8 maanden

Slide 18 - Quiz

wat is een embryo?
A
een ander woord voor 'moederkoek'
B
een ander woord voor 'placenta'
C
het ongeboren kindje
D
zorgt voor voedsel in de baarmoeder.

Slide 19 - Quiz

Waarom zit een embryo met de navelstreng vast aan de placenta?
A
Deze beschermt het embryo tegen stoten, uitdrogen en wisseling van temperatuur .
B
om het bloed uit te wisselen met de moeder.
C
Hierdoor stromen voedingstoffen naar het toe. Afvalstoffen gaan van embryo naar placenta.
D
Om gehecht te raken aan de moeder.

Slide 20 - Quiz

Wat is een stuitligging?
A
het kindje komt eerst met het kontje naar buiten.
B
het kindje komt eerst met het hoofdje naar buiten

Slide 21 - Quiz

Noem de 3 fasen van de bevalling

Slide 22 - Question ouverte

In welke fase komt het kindje door de vagina naar buiten?
A
ontsluiting
B
uitdrijving
C
nageboorte

Slide 23 - Quiz

Wat zijn weeën?
A
Ontsluiting van de vaginamond
B
Samentrekkingen van de baarmoederwanden
C
Samentrekkingen van de baarmoedermond
D
Opening van de baarmoedermond

Slide 24 - Quiz

Hoe ligt een kind in de baarmoeder, als het kind in een stuitligging ligt?
A
Met het hoofd naar de vaginamond
B
Met de rug naar de vaginamond
C
Met de billen naar de vaginamond
D
Met de buik naar de vaginamond

Slide 25 - Quiz

Aan de slag!

Wat? Maak de opdrachten van 4.8 digitaal (gebruik je boek, blz. 82)
Hulp? Hand opsteken, docent komt helpen.
Klaar? Laat het de docent weten!

Slide 26 - Diapositive