KG - Het circulatiestelsel

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Leerdoelen

De student kan de anatomie en fysiologie van het hart benoemen (lagen van het hart, de bloedvaten rondom het hart en de kleppen)

De student kan de kleine en de grote bloedsomloop uitleggen

De student kan benoemen welke onderdelen er op een ECG te zien zijn en hoe de hartcyclus verloopt

                        Kleppen

De atrioventriculaire kleppen

De halvevormigemaan kleppen

Het Electrocardiogram

ECG: de sinusknoop als pacemaker van het hart

Delen van het hart die zelf elektrische prikkels afvuren zijn de:

sinusknoop

AV-knoop

hartspiervezels in de ventrikels

ECG: de elektrische lading van de cel

opdracht: wat betekent (10 min)

potentiaalverschil

rustpotentiaal

actiepotentiaal

depolarisatie

repolarisatie

ECG

Depolaristatie van de boezems: P-top

Het PQ-interval

Het QRS-complex

Breed QRS-complex

Het ST-segment

De T-top

ECG: depolarisatie van de boezems: de P-top

ECG: het PQ-interval

ECG: het QRS-complex

ECG: het ST-segment

ECG: de T-top

4 fasen hartcyclus

Fase 1: ventrikelvulling (passief en actief)

Fase 2: isovolumetrische contractie

Fase 3: ventrikel-ejectie (snelle en langzame ventrikel-ejectie)

Fase 4: isovolumetrische relaxatie 

Hartcyclus: belangrijke termen

Het slagvolume

De hartfrequentie

De bloedstroom (flow)

Het hartminuutvolume 

Voorbeeld berekening hartminuutvolume

slagvolume = 80ml en hartfrequentie = 60/min

hartminuutvolume = 80 x 60 =4800ml --> elke minuut wordt dan 4800ml bloed rondgepompt (gemiddeld is het hartminuutvolume ongeveer 5ltr per minuut = 5000ml

noem een belangrijk kenmerk van aders

1. hebben geen kleppen
2. transporteren het bloed naar het hart toe
3. wisselen vocht uit met omliggend weefsel
4. transporteren bloed van het hart af

noem een belangrijk kenmerk van haarvaten:

1. hebben dunne half doorlaatbare wand
2. hebben dikke wand
3. vervoeren bloed naar hart toe
4. vervoeren bloed van hart af

VRAGEN???