Les 3: Paragraaf 5.5 en 5.6

Vreemd Geld en de EMU
Paragraaf 5.5 en 5.6
Economie
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Vreemd Geld en de EMU
Paragraaf 5.5 en 5.6
Economie

Slide 1 - Diapositive

Eerst nog wat herhaling

Slide 2 - Diapositive

Import- en exportquote
Het percentage van de totale importwaarde of exportwaarde ten opzichte van het nationaal inkomen.





Aantekening

Slide 3 - Diapositive

Dekkingsgraad
Export / Import x 100%

Wat bereken je?
Kan een land de import betalen met de  opbrengsten van de export?
Import 100 miljard, Export 105 miljard

Dekkingsgraad = export / import x 100%

105 miljard/ 100 miljard x 100% = 105%

Import kan dus betaald worden vanuit exportopbrengsten.
Aantekening

Slide 4 - Diapositive

Sleep de pijlen naar de juiste plaats en maak het plaatje kloppend.
import
export

Slide 5 - Question de remorquage

Sleep de gebeurtenissen in het juiste vak.
import
export
Ik ben op vakantie in Frankrijk.
DSM verkoopt plastic aan Duitsland.
Een zakenman uit de VS logeert in het Amstel Hotel.
Je koopt iets bij Ali Express.

Slide 6 - Question de remorquage

Het nationaal inkomen van een land is € 815 miljard. De importwaarde is € 513 miljard. Bereken de importquote.

Slide 7 - Question ouverte

Geef aan of de dekkingsgraad van Nederland beter of slechter is dan de dekkingsgraad van de Verenigde Staten. Gebruik de gegevens in de tabel en leg je antwoord uit zonder berekening.

Slide 8 - Question ouverte

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen wat de invloed is van vreemd geld op de internationale handel en er berekeningen mee maken.
  • Ik kan de voor- en nadelen van de eurozone benoemen.
  • Ik kan uitleggen wat de invloed van de euro is op de economie van de EMU-landen.

Slide 9 - Diapositive

Wat zijn nadelen van vreemde valuta?
A
De wisselkoers van vreemde valuta varieert
B
Je kunt ermee betalen in andere landen
C
Je kunt gemakkelijk prijzen vergelijken

Slide 10 - Quiz

Aantekening

Slide 11 - Diapositive

Dus:
Moet je antwoorden in euro's dan is het X (keer) 
Moet je antwoorden in vreemde valuatie dan is het / (delen door)

Slide 12 - Diapositive

Daniël gaat een week op vakantie naar Zwitserland. Hij koopt in februari 900 Zwitserse franken. Bekijk de bron.

Hoeveel euro betaalt hij voor de Zwitserse franken? Noteer ook de berekening.

Slide 13 - Question ouverte

Bij terugkomst in Nederland in maart heeft hij 80 Zwitserse franken over.

Hoeveel euro krijgt hij hiervoor terug van de bank?

Toon ook de berekening.

Slide 14 - Question ouverte

Bekijk de bron. Je ziet in de grafiek de koers van de Zwitserse frank (CHF) uitgedrukt in euro’s. Stel, je koopt op dag 1 een partij van 10.000 stuks knuffels voor 90.000 Zwitserse franken.

Wat kost je dat in euro’s?

Slide 15 - Question ouverte

Bekijk de bron. Je ziet in de grafiek de koers van de Zwitserse frank (CHF) uitgedrukt in euro’s. Stel, je koopt op dag 1 een partij van 10.000 stuks knuffels voor 90.000 Zwitserse franken.

Wat kost je dat in euro’s?

Slide 16 - Question ouverte

Met hoeveel procent is de prijs gedaald in deze 10 dagen? Rond af op twee decimalen.

Slide 17 - Question ouverte

Wat gebeurt er met de wisselkoers als de import van de EMU stijgt?

Slide 18 - Question ouverte

Johan woont in Nederland en wil een computer kopen. Hoeveel moet Johan voor deze computer betalen?
Johan wil een computer van $1555 kopen. De wisselkoers van de euro ten opzichte van de dollar is $0,72 .

Slide 19 - Question ouverte

Leg uit wat er met de concurrentiepositie van Nederland gebeurt als de wisselkoers van de € stijgt.

Slide 20 - Question ouverte

Joe Biden wil graag een Nederlands fiets kopen met lage instap. Deze kost €1500. Hoeveel dollar wordt er afgeschreven van zijn rekening?
Koers: 1 dollar = €0,97

Slide 21 - Question ouverte

Joe Biden wil voor zijn vrouw Jill ook zo’n fiets (€1500) kopen. De koers is veranderd: 1USD = €0,86. Is deze fiets voor Joe en Jill duurder of goedkoper geworden? Hoe duur?

Slide 22 - Question ouverte

Even een sommetje uit de les
herhaling dus

Slide 23 - Diapositive

   Koers 22/11: 1 USD = €0,97
        1 Noorse Kroon = €0,096
Schoenenimporteur ‘de halve zool’ importeert sneakers uit de Verenigde Staten om deze vervolgens te exporteren naar verschillende Europese landen, waaronder Noorwegen. Hij importeerde deze maand 5000 paar sneakers voor $50 per paar. De verkoopprijs in Europa is €75.

1. Bereken de importprijs in euro’s per paar
2. Bereken de verkoopprijs per paar in Noorse Kronen
3. Bereken hoeveel winst hij in totaal kan maken wanneer hij alle schoenen in Noorwegen verkoopt.

Slide 24 - Diapositive

1. Bereken de importprijs in euro’s per paar
   50 x €0,97 = €48,50

2.  Bereken de verkoopprijs per paar in Noorse Kronen
€75 : €0,096 = 781,25 Noorse kronen

3. Bereken hoeveel winst hij in totaal kan maken wanneer hij alle schoenen in Noorwegen verkoopt.

€75 - €48,50 = €26,50

5000 x €26,50 = €132.500

Slide 25 - Diapositive

welke situatie op de betalingsbalans, hoort bij welke Eurokoers?
De koers van de Euro gaat omhoog
De koers van de Euro gaat omlaag.
De koers van de Euro blijft hetzelfde.
Stel, NL heeft een overschot op de betalingsbalans.
Stel, NL heeft een tekort op de betalingsbalans.
Stel, NL heeft een evenwicht op de betalingsbalans.

Slide 26 - Question de remorquage

Betalingsbalans
De betalingsbalans is een overzicht van alle betalingen (import) aan het buitenland en alle ontvangsten (export) uit het buitenland.

Positief = Meer export dan import
Negatief = Meer import dan export

Slide 27 - Diapositive

EMU
Sommige landen binnen de EU gaan nog een stap verder met deze samenwerking en gebruiken 1 munt --> de Euro
  • Europese Monetaire Unie (EMU, eurolanden): Voordeel interne markt EU; geen koersrisico

Afspraken EMU-landen:

  • Begrotingstekort mag max 3% van het BBP zijn
Verwachte inkomsten - verwachte uitgaven = ... Is dit een negatief getal dan= 
Tekort / BBP (nationale inkomen) x 100% = 

  • Staatsschuld mag max 60% van het BBP zijn.
Staatsschuld / BBP (nationaal inkomen) x 100% =  



Slide 28 - Diapositive

Voordelen EMU
Geld wisselen hoeft niet
Prijzen vergelijken is gemakkelijk
Geen stijging van prijzen door wisselkoersen

--> Werkweek London

Slide 29 - Diapositive

Toezicht EMU
Toezicht op de waarde van de EURO en inflatie binnen de eurolanden wordt gedaan door:
De Europese Centrale BANK (ECB)

De bank heeft invloed op de inflatie met de rente
Bank verhoogt rente
  • Mensen gaan meer sparen en minder lenen
  • Minder vraag naar producten/diensten
  • Dus prijs van producten daalt
- Bank verlaagt rente > … > … > mensen gaan meer uitgeven > ( prijs kan stijgen)


Slide 30 - Diapositive

Begroting van een willekeurig land:
- Verwachte inkomsten 354 mld
- Verwachte uitgaven 363 mld
- Nationaal inkomen (BBP) is 346 mld
- Staatsschuld is opgelopen tot 218 mld

Voldoet dit land aan de eisen van de EMU?

Slide 31 - Question ouverte

Nadeel bij hoge koers €

- Je betaalt meer, waardoor de kosten hoger zijn
- Daardoor niet aantrekkelijk om uit dit land te gaan importeren
- Is goed voor onze concurrentiepositie, want wij zijn goedkoper
- Dus export EU zal daardoor stijgen
Voordeel bij lage koers €

- Je kan meer koper dan voorheen, waardoor kosten lager zijn
- Daardoor is importeren aantrekkelijk, dus meer import
- Is slecht voor onze concurrentiepositie, want wij zijn te duur.
- Dus onze export EU zal daardoor dalen

Slide 32 - Diapositive

Maken
Paragraaf 5.5 en 5.6

Slide 33 - Diapositive