A3 - W.11: bespreken Übungen GR. E

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2,3

Heute

• Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  
• Herhaling voorzetsels 3e naamval 
  

Herzlich Willkommen! 

Deine Schulsachen bitte auf den Tisch!

1

2

3

4

overhoren

Grammatik

Aufgaben 

Hausaufgaben

Unterrichtsstunde Deutsch

...

Planner auf:

Übungen 6 en 7 kontrollieren.

s.o. schreiben

Unterrichtsziele

• Je kunt zelfstandige naamwoorden vervangen door persoonlijke voornaamwoorden. Je let hierbij op de naamval. Een zinsdeel staat in de 1e, 3e of 4e naamval, dus wordt het ook in die naamval vervangen.

Arbeitsbuch Seite 137

Aufgabe 7

Leider war der Urlaub (m) eine Katastrophe. 

Als erstes waren die Koffer verschwunden.

Wir hatten den Bus verpasst.

Dann musste ich dem Arzt alles erklären.

Sie hat meinen Eltern ein Rezept gegeben.

• 1e -> m -> er
• 1e -> mv -> sie
• 4e -> m -> ihn
• 3e -> m -> ihm
• 3e -> mv -> ihnen

Lesebuch

Üben

> Bitte das Buch und deine Notizen dabei suchen. 

> TA3B: Kapitel 14 begin van het hoofdstuk

Welke wederkerende voornaamwoorden (in de 3e naamval heb je geleerd?

Welke wederkerende voornaamwoorden (in de 4e naamval heb je geleerd?

Wanneer staat het wederkerend voornaamwoord in de 3e naamval en wanneer in de 4e naamval?

wederkerende voornaamwoorden

Üben

Macht die folgenden Aufgaben:

> Lektion 3.1 > Aufgabe 9

> Ihr dürft zusammen zu arbeiten.

> Nach 10 Minuten kontrollieren wir die Aufgabe.

Wanneer staat het wederkerend voornaamwoord in de 3e naamval?

Wanneer staat het wederkerend voornaamwoord in de 4e naamval?

Welke uitgangen kent de 1e naamval?
mannelijk:
onzijdig:
vrouwelijk:
meervoud:

Welke uitgangen kent de 4e naamval?
mannelijk:
onzijdig:
vrouwelijk:
meervoud:

Welke uitgangen kent de 3e naamval?
mannelijk:
onzijdig:
vrouwelijk:
meervoud:

der-Gruppe

ein-Gruppe

der

kein-

dies-

die

welch-

solch-

mein-

manch-

sein-

unser-

das

jed-

all-

euer-

ihr-

dein-

jen-

Ihr-

Aufgaben ins Buch machen

Üben

Macht es ins online Arbeitsbuch!

Kapitel 3:

Lektion 1: Aufgaben 10b und 11

Lektion 2: Aufgaben 1-6-10-11

3e naamval

4e naamval

1e naamval

gefallen

gratulieren

kosten

gehören

gelingen

danken

es gibt

interessieren

helfen

schmecken

glauben

fragen

bitten

sein

werden

bleiben

Du oder Sie?

Grammatik

Du zeg je tegen:

- familieleden

- goede vrienden en kennissen

- jongeren tot 16 jaar

In alle andere gevallen spreek je mensen met Sie aan.

Lernen Freitag 14.01.2022

Wortschatz und Grammatik

Voldoende voor de s.o.?

- Selbstständig lernen für die Prüfung!

Onvoldoende voor de s.o.?

- Hole deine s.o. bei mir ab und verbesser deine Arbeit!

Woran musst du noch arbeiten? Was musst du noch genauer lernen? 

Sehen und hören 

Tiere, Natur und die Umwelt

Wir schauen ein Video an. (Tierheim)

Kreuze an ob die Behauptungen richtig oder falsch sind.

Arbeitet selbstständig!

Grammatik: naamvallen

Tiere, Natur und die Umwelt

Aufgaben 7 (5) und 8 waren Hausaufgaben

Haar                          Katze (v) ist süß.

Jullie                         Pferd (o) ist sehr schön. 

Mijn                           Kaninchen (mv) sind ruhig.

Jouw                         Ratte (v) ist grau.

Ons                            Haustier (o) ist total lieb.

Grammatik: naamvallen

Tiere, Natur und die Umwelt

Aufgaben 7 (5) und 8 waren Hausaufgaben

1 Der Löwe (1e) trinkt das Wasser (4e).

2 Die Schlange (         ) frisst die Maus (         ).

3 Der Mann (         ) gibt der Giraffe (         ) das Heu (         ).

4 Wieviel Fleisch (         ) frisst ein Tiger (         ) täglich?

5 Die Frauen (         ) fotografieren die Gazelle (         ).

An die Arbeit! 

Tiere, Natur und die Umwelt

Arbeitet an Aufgaben 9, 10 und 11 auf Seite 89/90

10 Minuten still arbeiten! Sei(d) ruhig!

Naamvallen:

- alle voorzetsels en werkwoorden leren

- der-groep leren

- ein-groep leren

- stap 3 & 4 leren

x Lernbox 1, 2, 4 (Dui-Nl)

x Lernbox  3 (Nl-Dui)
x alles Grammatikübersicht 

x Klassendeutsch

Grammatik: üben

Tiere, Natur und die Umwelt

Was müsst ihr fertig haben?

Übungen Lektion 2: 8 - 9 - 10 auf Seite 69

Übungen Lektion 3: 1 -2 - 4

10 Minuten still arbeiten! Sei(d) ruhig!

Aussprache

Tiere, Natur und die Umwelt

Wie spricht man folgende Wörter auf Deutsch aus?

au

äu

eu

ei

ie

• [au]
• [oi]
• [oi]
• [ai]
• [lange i]

Aussprache

Tiere, Natur und die Umwelt

Wie spricht man folgende Wörter auf Deutsch aus?

eins - bein - klein

Maus - Mäuse - euch - neun - Bäume

Euro - Europa - Leute 

Haus - Wein - fließen - viel

Nicht vergessen!

Grammatik: gebiedende wijs

Tiere, Natur und die Umwelt

Tiere, Natur und die Umwelt

Lesen

Text über Müll.

Arbeitet selbstständig!

Ihr habt 15 Minuten Zeit.

Grammatik: gebiedende wijs

Tiere, Natur und die Umwelt

Aussprache

Wir üben die Laute au - äu - eu - ei

Wörter/Sätze aus Lektion 2/6 aussprechen!

Taschengeld und Mode

sehen, hören und lernen

sehen

Wir schauen ein Video über Taschengeld an.

Grammatik A

modale werkwoorden

Grammatik A

modale werkwoorden

• Sucht die Grammatikübersicht auf It's Learning.
• Wat valt op aan de vervoeging van de modale werken & wissen in enkelvoud (ik, hij, het) en meervoud (wij, jullie zij)?

• Macht Aufgabe 7 und 8 auf Seite 60/61

• Lektion 1: Taschengeld und Mode
• Text lesen
• Video Taschengeld anschauen
• Hausaufgaben

             

Während der Unterrichtsstunde:

• Je maakt kennis met woorden rondom Taschengeld und Mode.
• Je kunt het onderwerp van kijkfragmenten bepalen.
• Je kunt informatie over personen en plaatsen begrijpen.

Deze les geldt voor A3B.

TA3B:

Aus Lektion 4:

x Aufgabe 3 afmaken, 7, 9

x Lernbox 1, 2, 4 (Dui-Nl)

x Lernbox 3 (Nl-Dui)
x Grammatikübersicht A, B, C

x Klassendeutsch

Grammatikübersicht - Grammatik D

übersicht

• De dagen en de maanden in het Duits.
• Wanneer gebruik je im, am, um, von...bis.

Wörterliste machen

Ihr braucht ein Heft

Lektion

Buch

Heft

zusammen

selbstständig

Lernbox

Kapitel

Stift

Woche

Hausaufgaben

machen

Unterricht

lernen

• les
• boek
• schrift
• samen
• zelfstandig
• leerbox
• hoofdstuk
• pen

• week
• huiswerk
• maken
• onderwijs/de les
• leren