4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

4.3 ongelijkheid in arme en rijke landen

Leerdoelen

Verschil weten tussen sociale regionale ongelijkheid en formele informele sector.

Het begrijpen dat bbp/hoofd als gemiddeld getal nadelen heeft.

Op een kaart gebieden naar welvaart kunnen indelen.

De verdeling van welvaart in de VS (bron 9 in je lesboek)

Bekijk de bron goed en beantwoord de vraag op de volgende sheet.

Welke antwoorden passen het beste bij bron 9?

1. In de VS is de sociale ongelijkheid groot
2. 90% van de bevolking leeft in armoede
3. 43% van de bevolking in de VS is (super-)rijk
4. bbp/hoofd geeft een goed beeld van de verdeling van welvaart in de VS

Regionale ongelijkheid in Mexico

Waar staan de letters A, B en C voor?

• A = Centrum 
• B = Semi-periferie
• C = Periferie

• Deze verdeling in arm en rijk kun je ook vaak terug vinden binnen landen.
• Dit heet: regionale ongelijkheid

Wat is het gevolg?

Mensen trekken in arme landen van arme gebieden naar de rijkere gebieden in het land. Dus van C naar A of B en van B naar A.

0

Welk kenmerk past het best bij de formele sector?

1. Wisselende inkomsten
2. Geen belasting betalen
3. Telt mee in het BBP
4. Geen uitkering bij ziekte

Welk kenmerk past het best bij de informele sector?

1. Telt niet mee in BBP
2. Zelfde als een uitkering
3. Vast inkomen
4. Belasting betalen

Kenmerken formele sector:

• telt mee voor het BBP
  
• belasting betalen
  
• vast inkomen
  
• wel uitkering bij ziekte
  

Kenmerken informele sector:

• niets officieel genoteerd
  
• geen belasting betalen
  
• wisselende inkomsten
  
• geen uitkering bij ziekte
  

Studieplanner

Maak de digitale opdrachten volgens de studieplanner.