17/18 mei groep 7A/7B

Nederlands
Groep 7



Dinsdag 17 mei 2022
Woensdag 18 mei 2022

MP3
Francien van Beusekom

1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2BasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Groep 7



Dinsdag 17 mei 2022
Woensdag 18 mei 2022

MP3
Francien van Beusekom

Slide 1 - Diapositive

Deze les herhalen we de woorden van de laatste periode van vorig schooljaar. Ik ga ervan uit dat allebei de groepen het verhaal 'een wortel voor Max' hebben gedaan, dan kunnen we volgende les aan iets nieuws beginnen.
Wat gaan we vandaag doen?
-De vraag van de week
-Scheidbaar werkwoord
-Hotel Hallo t/m de directeur/Dutchies: Nieuwsbegrip
-Donald Duck lezen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nieuwe vraag van de week
  • Waarover gaat je spreekbeurt?
  • Waarover gaat het?
  • Waar gaat het over?
Antwoord:
  • Het gaat over...........
  • Mijn spreekbeurt gaat over........

Slide 3 - Diapositive

Op het bord schrijven we een aantal onderwerpen waar een spreekbeurt over kan gaan. Zo krijgen de kinderen ideeën voor een antwoord.
Maak je brief af en schrijf de envelop

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ..........(zingen) een lied

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hij ..........(zingen) een lied

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wij ..........(zingen) een lied

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ..........(slapen) in de nacht

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn broertje ..........(slapen) in de nacht

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De honden ..........(slapen) in de nacht

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ..........(verhuizen) naar een groot huis.

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn opa ..........(verhuizen) naar een groot huis.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De kinderen ..........(verhuizen) naar een groot huis.

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het scheidbare werkwoord

Deze hond vindt het niet leuk dat we hem uitlachen!

uitlachen      =   lachen  +  uit

scheidbaar             werkwoord + voorzetsel
werkwoord

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een scheidbaar werkwoord?
Een scheidbaar werkwoord heeft 2 woorden:
een werkwoord en een ander woord. Meestal is dit een voorzetsel.

schoonmaken = schoon  + maken 
     aankomen    = aan          + komen
       nadenken   = na             + denken

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is het werkwoord
scheidbaar

JA of NEE?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik lach hem niet uit!

Wat is het werkwoord?
A
lachen
B
uitlachen

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik maak de keuken schoon.

Wat is het werkwoord?
A
schoonmaken
B
maken

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ........ een briefje voor mijn moeder ..... (ophangen)

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zij ....... haar vriend vanavond ......
(opbellen)

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ....... mijn kinderen bij school ......
(ophalen)

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Pim ....... het lesje uit het boek ......
(overschrijven)

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Morgen.......Maria haar koffer...... (inpakken)

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zij ....... hun vrienden voor morgen ......
(uitnodigen)

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De oude man.......de straat...... (oversteken)

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ........ een briefje voor mijn moeder ..... (willen/ophangen)

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

In de winter.......wij warme kleren...... (aantrekken)

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zij ....... haar vriend vanavond ......
(mogen/opbellen)

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ....... mijn kinderen bij school ......
(moeten/ophalen)

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Pim ....... het lesje uit het boek ......
(mogen/overschrijven)

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Morgen.......Maria haar koffer...... (willen/inpakken)

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zij ....... hun vrienden voor morgen ......
(kunnen/uitnodigen)

Slide 38 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De oude man.......de straat...... (willen/oversteken)

Slide 39 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

In de winter.......wij warme kleren...... (moeten/aantrekken)

Slide 40 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 48 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Dictee in tweetallen
-Focus 2 minuten op de woorden in de woordenlijst.
-Om de beurt dicteer je 5 woorden aan de ander, die schrijft het op en jullie kijken het van elkaar na.

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dictogloss

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vertelspel
1 leerling kijkt naar deze video.
Hij/zij vertelt aan een andere leerling wat hij/zij heeft gezien,
deze leerling vertelt het weer verder, tot dat iedereen het verhaal heeft gehoord. Wat klopt er nog van?

Slide 51 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Goed gewerkt

Slide 52 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions