Unité 2, le 19 novembre
Unité 2
Classe 1 A et C
le 19 novembre
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Unité 2
Classe 1 A et C
le 19 novembre
Slide 1 - Diapositive
Programme du 19-11 (A + C)
1 Handout 2: Apprendre 7, 9, 10 (phrases)
2 Wat moeten we weten voor de toets van 26-11?
........... ..........
............ ..........
.................. ...................
................... ...............
timer
15:00
Slide 2 - Diapositive
Programme du 19-11 (A + C)
3 Ex. 22 = parler = pag 64
4 Les questions Parler + Réponses (uitdelen)
Oefen nu samen met je maatje voor het echte gesprek
op woensdag 27-11 !
5 Hierna eventueel: Voca via Handout of Quizlet
Slide 3 - Diapositive
La conversation à deux, le 27 -11
A demande à B, B demande à A
- 1 steekwoord per vraag mag, hoeft niet
- let op je uitspraak!
Minimale eisen: jullie geven mij jullie vragen, geen antwoorden!
2 tu-vragen uit 1-15
2 (of 4) tu-vragen uit 16-25 (als de il/elle of ils/elles vragen te moeilijk zijn)
2 vragen uit 26 - 35 (over iemand/iemanden anders) Zie ex 22
Slide 4 - Diapositive
Programme du 22-11
Wat deden jullie vrijdag 15-11?
Leren: Apprendres
Portrait d'une famille = lire = pag 73 + ex.
Grammaire I + II Extra = pag 76 + 77
Feuilleton = Lire = pag 72
Lees nog eens Lire pag 61 / Cultuur pg 46-47
Niet? Dan nu
Slide 5 - Diapositive
ÊTRE
je = ik je suis = ik ben
tu = jij tu es = jij bent
il = hij il est = hij is
elle = zij elle est = zij is
on = men on est = men is/wij zijn
nous = wij nous sommes = wij zijn
vous = u of jullie vous êtes = u bent/jullie zijn
ils = zij ils sont = zij zijn
elles = zij elles sont = zij zijn
Slide 6 - Diapositive
AVOIR
je = ik J'ai = ik heb
tu = jij tu as = jij hebt
il = hij il a = hij heeft
elle = zij elle a = zij heeft
on = men on a = men heeft/wij hebben
nous = wij nous avons = wij hebben
vous = u of jullie vous avez = u hebt/jullie hebben
ils = zij ils ont = zij hebben
elles = zij elles ont = zij hebben
Slide 7 - Diapositive
Question:
Pourquoi? Traduisez:
Mon amie?
Ton école?
Son hôtel?
Son arbre?
Slide 8 - Diapositive
On répète
Tu as un jardin?/ Tu es une fille?
Tu as un frère? Tu as une soeur?
Tu as quel âge?
un, deux, trois, quatre, cinq, six, sept, huit, neuf, dix, onze,douze,
treize, quatorze, quinze, seize, dix-sept, dix-huit, dix-neuf, vingt
https://www.youtube.com/watch?v=R5la_OIcor4
Slide 9 - Diapositive
On répète
https://www.youtube.com/watch?v=V-EhBk89ceQ
mon/ma/mes = mijn
ton/ta/tes = jouw
son/sa/ses = zijn/haar
oefen. Grammaire II, 16B, 16C, 16D, 16E (Learnbeat Gramm II, A)
Slide 10 - Diapositive
Daarna
Bezittelijk vnw:
https://www.youtube.com/watch?v=-QLWXMXeiUs
https://enseigner.tv5monde.com/fiches-pedagogiques-fle/adomania-vies-de-collegiens)
Slide 11 - Diapositive
Compter 1-20 Lire page 49
https://www.youtube.com/watch?v=UsEz58BblMY (Alain)
Grammaire II: https://www.youtube.com/watch?v=V-EhBk89ceQ
Regarder et écouter (mon/ton/son) (les enfants....ép. 4)
EXTRA: https://www.youtube.com/watch?v=y8trQNgkVPk = les enfants parlent français, épisode 1 + 2
