Starttaal Vooraf Thema 6 hoofdstuk 4

Hoofdstuk 4: taalverzorging  
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4: taalverzorging  

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag? 
Uitleg met LessonUp 
Daarna zelfstandig aan het werk met LessonUp 
en het werkboek 

Slide 2 - Diapositive

Geef in 4 woorden aan wat een zelfstandig naamwoord is

Slide 3 - Carte mentale

Zelfstandig naamwoorden
Dieren, mensen, dingen en planten 

Je kan er een lidwoord voor zetten. 

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn de 3 lidwoorden?
A
ik, hij, zij
B
dieren, dingen, planten
C
de, het , een
D
lopen, fietsen, rennen

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Samenstellingen
Soms kun je van twee of meer zelfstandig naamworden een nieuw zelfstandig naamwoord maken. Dit noem je een samenstelling. 


Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Wat ga je doen? 
Je maakt de les af in Lesson Up 
Stap voor stap krijg je te zien wat je moet doen. 

Slide 9 - Diapositive

Wat is een samenstelling
A
zwaaien
B
wangen
C
springen
D
kaasschaaf

Slide 10 - Quiz

Wat is een samenstelling
A
vertelt
B
koelkast
C
een
D
bal

Slide 11 - Quiz

Wat is een samenstelling?
A
aaibaar
B
meisjesfiets
C
kapot
D
niks

Slide 12 - Quiz

Wat is een samenstelling?
A
weegschaal
B
loopt
C
school
D
het

Slide 13 - Quiz

Wat is een samenstelling
A
weegschaal
B
loopt
C
school
D
het

Slide 14 - Quiz

Opdracht 
Pak je werkboek erbij 
Les de uitleg op bladzijde 122 
Maak opdracht 1 op bladzijde 123 
 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Opdracht 
Lees de uitleg op bladzijde 124 

Maak opdracht 2 en 3 op bladzijde 124 en 125 

Slide 17 - Diapositive

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
mensen, planten, dieren, dingen
B
mensen, planten, dieren, lidwoorden
C
mensen en dieren
D
mensen, lidwoorden

Slide 18 - Quiz

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 19 - Quiz

Wat zijn zelfstandig naamwoorden?
A
de, het, een
B
rood, groen, geel
C
fiets, koe, paard

Slide 20 - Quiz

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 21 - Quiz

Zelfstandig naamwoord
Geen zelfstandig naamwoord
Glas
Prachtig
Honden
Vriendschap
voor
Hengelo
die
alweer

Slide 22 - Question de remorquage

Zelfstandig naamwoord
Geen zelfstandig naamwoord
glas
prachtig
honden
vriendschap
voor
Castricum
die
alweer

Slide 23 - Question de remorquage

Maak de juiste samenstelling.
sleep de groene woorden naar het juiste gele woord.
vuur
schild
hoofd
zee
lucht
pijn
pad
ziek
ballon
rood

Slide 24 - Question de remorquage

Maak samenstellingen
fruit
school
leerlingen
slag
automaat
raad
leiding
ader

Slide 25 - Question de remorquage

zelfstandig naamwoord
(enkelvoud)
zelfstandig naamwoord
(meervoud)
zelfstandig naamwoord
(verkleinwoord)
hond
honden
hondje
werk
werkje
tafels
foutje
toetsen
liefde

Slide 26 - Question de remorquage

Dit was de les 
Lever je werkboek in bij de docent 

en beantwoord de laatste vraag 

Slide 27 - Diapositive

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage