V1L woensdag 21 april 2021

V1L woensdag 21 april
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

V1L woensdag 21 april

Slide 1 - Diapositive

Planning 21/4:
- intro: Le français illustré
- Le verbe VENIR
- kloktijden (herh.)

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen:
- je maakt kennis met een handige site waarmee je jouw Frans kunt oefenen
- je leert enkele nieuwe woorden in het thema "museum"
- je leert een het onregelmatige werkwoord venir

Slide 3 - Diapositive

Intro: Le français illustré
Mots clés (sur Le Louvre):
- il y a = er is/ er zijn
- La maison des rois= het huis van de koningen
- tableaux = schilderijen
- La Joconde = de Mona Lisa
- sculptures = beelden

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Verbe irrégulier: VENIR
venir = komen

Enkelvoud
je vien                            ik kom
tu viens                             jij komt
il* vien                            hij komt                                   (répète!)

Slide 6 - Diapositive

(VENIR)
Meervoud:

nous venons                             wij komen
vous venez                                 jullie komen/ u komt
ils** viennent                           zij komen                              (répète!)

**“elles”(zij, vmv) heeft dezelfde vervoeging als “ils” 

Slide 7 - Diapositive

Maintenant: tu vas conjuguer!
(inloggen zodat je mee kunt doen......)

Slide 8 - Diapositive

(Combineer) Je.........
A
vient
B
venons
C
viens
D
venez

Slide 9 - Quiz

(Combineer) il
A
vient
B
viens
C
venons
D
venez

Slide 10 - Quiz

(Combineer) nous .........
A
venez
B
venons
C
viens
D
viennent

Slide 11 - Quiz

(Combineer) Elles ............
A
venez
B
viennent
C
viens
D
vient

Slide 12 - Quiz

(Combineer) Tu .........
A
venez
B
viennent
C
viens
D
vient

Slide 13 - Quiz

Kloktijden: encore une fois!

Slide 14 - Diapositive

Il est midi
A
Het is middag
B
Het is 12 uur 's middags
C
Het is tijd
D
Het is 12 uur 's nachts

Slide 15 - Quiz

Il est huit heures et quart
A
Het is 8 uur
B
Het is half 8
C
Het is kwart over 8
D
Het is kwart voor 8

Slide 16 - Quiz

Il est cinq heures et demie
A
Het is half 5
B
Het is 5 uur
C
Het is kwart over 5
D
Het is half 6

Slide 17 - Quiz

Il est trois heures moins le quart
A
Het is half 3
B
Het is kwart voor drie
C
Het is kwart over 3
D
Het is half 4

Slide 18 - Quiz

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
Il est sept heures et demie

Slide 19 - Question ouverte

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
Il est trois heures et quart

Slide 20 - Question ouverte

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
Il est dix heures moins le quart

Slide 21 - Question ouverte

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
Il est midi et demi

Slide 22 - Question ouverte

C'est fini! Au revoir.......

Slide 23 - Diapositive