Informatieve teksten (alinea's op volgorde leggen en slot schrijven)

Nederlands
2.1 Informatieve teksten
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
2.1 Informatieve teksten

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel

Je kent de kenmerken van een informatieve tekst

Slide 2 - Diapositive

Informatieve tekst over zakgeld
  1. We hebben een informatieve tekst in stukken geknipt. Per tweetal krijg je een titel, tussenkopjes en alinea's. 
  2. Leg de stukken in de goede volgorde op het A4'tje met de lege vakken.
  3. Controleer of jullie het goed hebben gedaan en plak de stukken op.
  4. Zoek op wat signaalwoorden zijn er omcirkel in de tekst 5 verschillende signaalwoorden.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Informatieve teksten
Wat is een informatieve tekst:
  • uitleggen, beschrijven of verduidelijken
  • vooral feiten
  • objectief en zonder eigen mening

Hoe schrijf je een informatieve tekst:
  • gebruik een schrijfplan bij langere teksten
  • Je verbindt zinnen en alinea's met signaalwoorden (volgende dia)

Slide 5 - Diapositive

Vaste structuur informatieve teksten
  • inleiding - aanleiding/introductie        
                          (1 alinea)
  • middenstuk - deelonderwerpen
                         (ongeveer 3 alinea's)
  • slot - conclusie/samenvatting
       /vooruitblik                 (1 alinea)


Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Inleiding

introduceer het onderwerp
trek de aandacht door:
  • aanleiding te noemen
  • duidelijk te maken waarom het 
        voor de lezer belangrijk is
  • anekdote te vertellen
  • één of meer passende voorbeelden te noemen
  • één of meer vragen te stellen



Slide 8 - Diapositive

Middenstuk
  • deelonderwerpen
  • per alinea een deelonderwerp
     (tenzij de alinea te lang wordt)
  • zorg voor goede opbouw
  • gebruik bijvoorbeeld:
  1. tussenkopje om een nieuw deelonderwerp aan te kondigen
  2. signaalwoord in de eerste zin van een alinea
  3. signaalzin als eerste zin van een alinea




Slide 9 - Diapositive

Slot
meestal:
  • korte samenvatting
  • toekomstverwachting
  • advies
  • conclusie

Zorg ervoor dat de lezer de opbouw van je verhaal goed kan volgen.





Slide 10 - Diapositive

Het slot
Lees het slot van de tekst over zakgeld nog eens goed.

Wat doet de schrijver in dit slot?

Herschrijf nu (in hetzelfde tweetal) het slot en geef een samenvatting of conclusie.

Slide 11 - Diapositive