Oefenen Jaartallen, personen, gebeurtenissen, symbolen en kaarten

Wie + Wat + Wanneer 
Oefening herkennen belangrijke personen, gebeurtenissen, symbolen en kaarten over: 
Koude Oorlog en Nederland na 1945
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wie + Wat + Wanneer 
Oefening herkennen belangrijke personen, gebeurtenissen, symbolen en kaarten over: 
Koude Oorlog en Nederland na 1945

Slide 1 - Diapositive

Wie is dit?
A
Churchill
B
Roosevelt
C
Drees
D
Stalin

Slide 2 - Quiz

Bijzondere gebeurtenis in 1989...
A
Duitsland werd herenigd
B
De Sovjet-Unie hield op te bestaan
C
De Euro werd ingevoerd
D
Val van de Berlijnse Muur

Slide 3 - Quiz

Wie is dit?
A
Churchill
B
Stalin
C
Roosevelt
D
Kennedy

Slide 4 - Quiz

Wie is dit?
A
Ronald Reagan
B
Jimmy Carter
C
George Bush
D
John F. Kennedy

Slide 5 - Quiz

De BRD en de DDR zijn opgericht in...
A
1949
B
1956
C
1945
D
1989

Slide 6 - Quiz

Wie is dit?
A
George Bush
B
Bill Clinton
C
Michael Gorbatsjov
D
Ronald Reagan

Slide 7 - Quiz

Kenmerkend voor de jaren '60 in Nederland was...
A
Verzuiling
B
Ontstaan jongerenculturen
C
Geld sparen
D
Emigratie

Slide 8 - Quiz

17 augustus 1945...
A
Atoombommen op Hiroshima en Nagasaki
B
Japan capituleert
C
Soekarno roept de Republiek Indonesië uit
D
Japan bezet Nederlands-Indië

Slide 9 - Quiz

wie is dit?
A
Roosevelt
B
Hitler
C
Churchill
D
Stalin

Slide 10 - Quiz

De Blokkade van Berlijn was in ...
A
1961-1962
B
1945-1946
C
1944-1945
D
1948-1949

Slide 11 - Quiz

Wie is dit?
A
Keizer Hirohito
B
Soekarno
C
Gandhi
D
Mao

Slide 12 - Quiz

De soevereiniteitsoverdracht van Nederland aan Indonesië was in...
A
1945
B
1947
C
1949
D
1940

Slide 13 - Quiz

De Berlijnse Muur werd gebouwd in ...
A
1969
B
1956
C
1948
D
1961

Slide 14 - Quiz

Wie is dit?
A
Colijn
B
Roosevelt
C
Mussert
D
Willem Drees

Slide 15 - Quiz

Wanneer was...
De Koude Oorlog?
A
1945-1961
B
1940-2000
C
1945-1990
D
1950-1989

Slide 16 - Quiz

Wanneer waren de Politionele Acties in Indonesië?
A
1945-1946
B
1947-1948
C
1948-1949
D
1950-1953

Slide 17 - Quiz

Wie is dit?
A
Jimmy Carter
B
Nikita Chroesjtsjov
C
Michael Gorbatsjov
D
George Bush

Slide 18 - Quiz

Wie is dit?
A
Koningin Elisabeth
B
Koningin Beatrix
C
Koningin Juliana
D
Koningin Wilhelmina

Slide 19 - Quiz

De Cuba Crisis was in ....
A
1956
B
1962
C
1961
D
1969

Slide 20 - Quiz

In 1956 was .....
A
De Hongaarse Opstand
B
De Praagse Lente
C
De Cuba Crisis
D
De Blokkade van Berlijn

Slide 21 - Quiz

De ontzuiling in de jaren '60 werd vooral beïnvloedt door de ....
A
Kerken
B
Televisie
C
Paus
D
Tweede Feministische Golf

Slide 22 - Quiz

Wie is dit?
A
George Bush
B
Ronald Reagan
C
Michael Gorbatsjov
D
Helmut Kohl

Slide 23 - Quiz

De Praagse Lente was in ....
A
1968
B
1961
C
1989
D
1956

Slide 24 - Quiz

Kenmerkend voor de jaren '50 in Nederland was...
A
Genieten van het leven na de Tweede Wereldoorlog, consumptiemaatschappij
B
Groei van de welvaart, veel mensen hebben een auto
C
Hard werken, sparen, zuinig zijn, emigratie
D
Ontzuiling en Secularisatie

Slide 25 - Quiz

De EGKS werd opgericht in ....
A
1951
B
1945
C
1993
D
1972

Slide 26 - Quiz

De EU bestaat sinds....
A
1951
B
2002
C
1993
D
1989

Slide 27 - Quiz

De Euro werd ingevoerd in ....
A
2002
B
1993
C
1945
D
2010

Slide 28 - Quiz

De Duitse Eenwording was in ....
A
1989
B
1995
C
1980
D
1990

Slide 29 - Quiz

Wie is dit?
A
Castro
B
Chroesjtsjov
C
Franco
D
Mussolini

Slide 30 - Quiz

De aanslag op de Twin Towers in New York was op ....
A
1 januari 2000
B
9 juni 2010
C
11 september 2001
D
3 december 2003

Slide 31 - Quiz

De Tweede Feministische Golf streed voor ......
A
Kiesrecht vrouwen
B
Gelijke behandeling mannen en vrouwen

Slide 32 - Quiz

Kenmerkend voor Nederland vanaf de jaren '90 was ....
A
globalisering en pluriformiteit
B
individualisme en secularisatie en populisme
C
stijging van de welvaart, poldermodel
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 33 - Quiz

Wie is dit?
A
Pim Fortuyn
B
Wim Kok
C
Jan Peter Balkenende
D
Fred Teeven

Slide 34 - Quiz

Kenmerkend voor de jaren '80 in Nederland was...
A
de toename van de welvaart
B
het poldermodel
C
dat de verzorgingsstaat te duur werd, hoge werkloosheid
D
het opkomend populisme

Slide 35 - Quiz

Deze symbolen horen bij het ....
A
Kapitalisme
B
Communisme

Slide 36 - Quiz

De kleur rood hoort bij het
A
kapitalisme
B
communisme, socialisme

Slide 37 - Quiz

Dit symbool staat voor...
A
socialisme
B
kapitalisme

Slide 38 - Quiz

Welk land staat hier symbool?
A
Verenigde Staten
B
Groot-Brittannië
C
Frankrijk
D
Rusland

Slide 39 - Quiz

Dit is de kaart van Europa ....
A
Voor de Koude Oorlog
B
Tijdens de Koude Oorlog
C
Na de Koude Oorlog

Slide 40 - Quiz

Dit is de kaart van Europa ....
A
Anno nu
B
Tijdens de Tweede Wereldoorlog
C
Voor de Eerste Wereldoorlog
D
In het Interbellum

Slide 41 - Quiz

Welke twee landen staan hier symbolisch afgebeeld?
A
Groot-Brittannië en Duitsland
B
Verenigde Staten en Sovjet-Unie
C
Verenigde Staten en Frankrijk
D
Groot-Brittannië en de Europese Unie

Slide 42 - Quiz

Twee presidenten die armpje drukken... wie zijn dit?
A
Chroesjtsjov en Castro
B
Churchill en Kennedy
C
Chroesjtsjov en Kennedy
D
Geen van allen

Slide 43 - Quiz

Dit is de vlag van ...
A
De Verenigde Naties
B
De Europese Unie
C
De Brexit
D
De Navo

Slide 44 - Quiz

Dit is de vlag van
A
de Verenigde naties
B
de Europese Unie
C
het Eurovisie Songfestival
D
de Navo

Slide 45 - Quiz

Dit is de vlag van
A
de Verenigde naties
B
de Europese Unie
C
het Eurovisie Songfestival
D
de Navo

Slide 46 - Quiz

In spotprenten of cartoons staat de duif symbool voor...
A
Vrij reizen
B
Nederland
C
samenwerken
D
vrede

Slide 47 - Quiz

Slide 48 - Diapositive