wonen in nederland paragraaf 3.1 (vwo)

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

wonen in nederland 3.1

zoetermeer en den haag vormen samen een ...

1. Stad
2. Agglomeratie
3. Stadsgewest
4. Stedelijk gebied

Wat wordt doorgaans als een stad gezien, Emmeloord of Wijchen?

1. Emmeloord
2. Wijchen
3. Beide
4. Geen van beide

Wat wordt hier aangepakt van de voetbalvereniging in Zwammerdam?

1. De reikwijdte
2. Het draagvlak
3. De drempelwaarde

Waar kan een voorziening zich het beste vestigen?

1. Middelburg
2. Goes
3. Middelburg en Goes
4. Middelburg of Goes

vanaf welk jaar werd het witte gedeelte gebouwd in Amsterdam?

1. 1901
2. 1945
3. 1988

Wat is de juiste volgorde?

1. reurbanisatie-suburbanisatie-urbanisatie
2. urbanisatie-suburbanisatie-reurbanisatie
3. suburbanisatie-urbanisatie-reurbanisatie
4. urbanisatie-reurbanisatie-suburbanisatie

Wat voor type woonwijk is dit?

1. tuindorp
2. vinexbuurt
3. bloemkoolwijk
4. arbeidersbuurt

waar is relatief veel aaneengesloten groenvoorziening?

1. tuindorp
2. gallerijflats
3. bloemkoolwijk
4. VINEX-wijk

wat zal meest veranderd zijn in magneetwerking van de stad sinds 1980?

1. de natuurlijke aanwas
2. het buitenlandse migratiesaldo
3. het binnenlandse migratiesaldo

wat heeft de leefbaarheid in centrale steden het meest aangetast?

1. aanleg tuinwijken
2. stedelijke vernieuwing
3. aanwijzen groeikernen
4. bouw vinexwijken

welk type woonomgeving ligt het verst weg van het centrum van de centrale stad?

1. tuindorpen
2. vinexwijken
3. portiekflats
4. groeikernen

Wat hoort niet bij de compacte stad?

1. groeikernen
2. vinexwijken
3. stedelijke vernieuwing
4. hoge bevolkingsdichtheid

wanneer is deze buurt gebouwd?

1. voor 1900
2. 1901-1940
3. 1945-1970
4. jonger dan 1970