Formuleren 2.1, 2.3 en 2.4

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Nederlands - les 12 december

Vandaag

 

Fouten voorkomen in je tekst 
Form 2, Nu Nederlands 

• 2.1 Incongruentie
• 2.3 Dubbelop en door elkaar
• 2.4 Twijfelwoorden

Form 2.1 Pv - enkelvoud of meervoud?

• De persoonsvorm en het onderwerp moeten altijd hetzelfde getal hebben, dus óf allebei enkelvoud óf allebei meervoud.
  
  
• Als de pv en het onderwerp niet hetzelfde getal hebben noem je dat incongruentie.
  
  
• Dit komt voor als het onderwerp meervoud lijkt, maar enkelvoud is.

GOED

De kudde schapen wordt ko­mende zomer op drie kampeerter­rein­en in­gez­et.

De sta­dia van kara­mel zijn te be­palen met een suiker­ther­mo­met­er.

Fout

De kudde schapen worden ko­mende zomer op drie kampeerter­rein­en in­gez­et.

De sta­dia van kara­mel is te be­palen met een suiker­ther­mo­met­er.

Is hier sprake van congruentie (goed) of incongruentie (fout)?

Bijna tachtig procent van de Nederlanders noemt zich gelukkig.

1. Congruentie
2. Incongruentie

Een groepje kinderen gingen gisteren naar het zwembad.

1. Congruentie
2. Incongruentie

De media heeft zich massaal op de jonge, talentvolle voetballer gestort.

Nieuwe klanten wordt standaard een kortingspas aangeboden.

De uitslag van de verkiezingen voor 'Student van het jaar' die op de verschillende locaties gehouden is, wordt morgen bekend gemaakt op de website.

Form 2.3 Dubbelop en door elkaar

• Soms heb je ten onrechte twee keer hetzelfde woord in de zin staan. Dit gebeurt regelmatig bij voorzetsels:
  *** Het in­vul­len van de be­lastingaangifte is iets waarmee veel mensen moeite mee hebben
  
  
• Twee woorden betekenen deels hetzelfde:
  ***Ook moet je ver­p­licht een reflectievest bij de hand hebben.

Form 2.3 Dubbelop en door elkaar

• Let ook op dubbele ontkenningen!
  
  ***Wim heeft na­gelaten het magazijn niet op slot te doen.
  
  

Wat is dubbelop?
"Vermoedelijk zal meneer Van Dam vannacht waarschijnlijk rustig doorslapen."

Wat is dubbelop?
"Het alarm kan niet verhinderen dat er nooit weer brand zal ontstaan"

Form 2.3 Contaminatie

Bij een contaminatie haal je twee woorden of uitdrukkingen door elkaar.

• ***De reldraaiers hebben de hele nacht in de cel gez­eten.
  
  
• ***Ze prober­en je een hak uit te draaien.

Wat is een voorbeeld van een contaminatie?

1. een mondeling gesprek
2. een telefonisch gesprek
3. een moeilijk gesprek
4. een vermoeiend gesprek

Van welke twee woorden / uitdrukkingen
is dit een contaminatie:
"Ik besef me dat ik ongelijk heb."

Form 2.4 Twijfelwoorden

• me / mij / mijn - je / jou / jouw - u /uw?
• welke / die / dat?
  
• met wie / waarmee?
• ze / hun / hen?
• als / dan?
• naar / na - op zoek / opzoek?

Ik ben vandaag ... boeken vergeten.

1. me
2. mij
3. mijn

Ik heb ... gisteren toch nog gezien?

1. je
2. jij
3. jou
4. jouw

Ga met ... aankoop naar de infobalie als ... die wilt ruilen.

1. u, u
2. u, uw
3. uw, u
4. uw, uw

Geef je de cadeaubonnen aan ...?

1. hen
2. hun

Wat zou jij ... het liefste willen vertellen?

1. hen
2. hun

... mijn mening moet je goed nadenken voor je beslist ... welke school je gaat.

1. na, na
2. na, naar
3. naar, na
4. naar, naar

.. aanleiding van uw brief stuur ik u dit antwoord.

1. na
2. naar

Ik kijk jullie toets zo snel mogelijk ...

1. na
2. naar

... mijn mening moet je goed nadenken voor je beslist ... welke school je gaat.

1. na, na
2. na, naar
3. naar, na
4. naar, naar

Mijn laptop is net zo traag ... die van jou, maar gelukkig sneller ... die van Jane.

1. als, als
2. als, dan
3. dan, als
4. dan, dan

Presenteren

Wat heb je nodig om te kunnen presenteren?

Hoe bereid je een presentatie voor?

Je bereid een presentatie voor in stappen. Dit zijn vier stappen.