T6 L 1 Expl 2 : Wat is een bedrijfskolom?

• Boekhouden 3ecwe
• Secundair onderwijs

T6 L 1 Expl 2 : Wat is een bedrijfskolom?

Bekijk aandachtig het filmpje en bekijk ondertussen ook het schema bij vraag 1 . 

2. Verschil tss groothandel en kleinhandel

Wat is een groothandel

1. Hij koopt bij meerder producenten, om in kleinere hoeveelheden aan andere ondernemingen te verkopen
2. Een groothandel vervoert de goederen van de fabrikant naar de kleinhandel.
3. Hij koopt aan bij de fabrikant van een product en verkoopt aan de consument

Wat is een kleinhandel?

1. Hij verkoopt goederen aan de groothandel
2. Hij vervoert goederen tot bij de consument.
3. hij verkoopt goederen aan consument/particulier

5. Definitie bedrijfskolom

Omkader bij het uitleg van de BK in vraag 1 de onderdelen die deel uitmaken van de BK van chips.

Good to know : Bedrijfskolom

- schematisch overzicht van stappen die een Goed/dienst doorloopt.

- schema ->start bij producent grondstoffen 

-> eindigt zodra eindproduct/dienst aan consument wordt aangeboden. 

- bij iedere stap wordt er waarde toegevoegd aan G/D

Consument

- wordt ook weergegeven in de BK , maar maakt er GEEN deel van uit 

=> REDEN: omdat consument zelf geen waarden toevoegt aan het product 

Enkel bedrijven die eigenaar worden maken deel uit van BK

- logistieke bedrijven zoals transportbedrijven 

-worden GEEN eigenaar van het product 

- ze verlenen enkel een DIENST

=> Deze bedrijven maken ook GEEN deel uit van de BK

omkader nu bij vraag 1 de onderdelen van de BK bij chips

T6 L 1 : Expl 3 : Hoe werkt het BTW systeem?

2. Welk BTW tarief is er van toepassing op een jeansbroek?

Good te know

Elke schakel van productieproces voegt waarde TOE aan het product.

vb. verwerken van grondstof                 tot (half) afgewerkt product         ,     , de 

verpakking van een product in een consumentenverpakking, reclamecampagne, ... (= TOEGEVOEGDE WAARDE)

Elke SCHAKEL verhoogt de WAARDE van het product met o.a.

- WINST, lonen van de werknemers, kosten van machines/gebouwen, ;..

DEZE TOEGEVOEGDE WAARDE   bereken je als volgt

= VERKOOPPRIJS - AANKOOPPRIJS (beidE excl BTW)

3. Vul de tabel aan m.b.v de vragen

a. hoe kom je aan het bedrag 21,00 EUR in de kolom btw op verkoop?

b. Hoe bereken je het bedrag in de kolom van de Toegevoegde Waarde?

c. Hoe kom je aan het bedrag 21,00 EUR in de kolom BTW?

d. Hoe bereken je het BTW-Saldo?

e. Vul nu de tabel verder aan.

21 % bTW

Tekst

VP -AP

4a. hoeveel BTW heeft de jeansfabriek aan de katoenspinnerij betaald?

4b. hoeveel BTW heeft de jeansfabriek van de groothandel ontvangen?

4c. hoeveel BTW moet de jeansfabriek uiteindelijk betalen aan de overheid?

Katoenspinnerij koopt voor 6000,00 EUR aan excl BTW en BTW is 6 %.Hoeveel is dan BTW op aankopen/Terug te vorderen BTW?

Katoenspinnerij koopt ook nog voor 10 000,00 EUR aan excl BTW en BTW is 21 %.Hoeveel is dan BTW op aankopen/Terug te vorderen BTW?

Hoeveel is het totaal van de BTW op aankopen of TTV BTW?

Katoenspinnerij VERKOOPT voor 9 000,00 EUR aan excl BTW en BTW is 6 %.Hoeveel is dan BTW op verkopen/Te betalen BTW?

Katoenspinnerij verkoopt ook nog voor 17 500,00 EUR aan excl BTW en BTW is 21 %.Hoeveel is dan BTW op verkopen/Te betalen BTW?

Hoeveel is het totaal van de BTW op verkopen / Te betalen BTW?

b. Kom tot het besluit. Wat past ? (vink aan in je cursus)

1. Te betalen BTW < Terug te vorderen BTW
2. Te betalen BTW > Terug te vorderen BTW
3. Te betalen BTW = Terug te vorderen BTW

c. Vul aan: .... euro - ... euro = ... euro -> Te betalen/Terug te vorderen BTW
(Noteer de volledig zin in vul in)

Vul vraag 6 a nu zelfstandig in.