Verbe faire

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

• Voca

Dans ce cours...

• verbe: faire

exemples

Je fais du foot, et toi?
- Moi, je fais de la danse.

Nous faisons les courses,
et vous faites la cuisine!

faire = maken, doen

je fais = ik maak/doe

tu fais = jij maakt/doet

il fait = hij maakt/doet

elle fait = zij maakt/doet

on fait = men maakt/doet,

                 we maken/doen

nous faisons = wij maken/doen

vous faites = jullie maken/doen

                   u maakt/doet

ils font = zij maken/doen (m)

elles font = zij maken/doen (v)

vormen van
"faire"

Nous ... du sport.

1. faites
2. faisons
3. font
4. fait

L'élève ... ses devoirs.

1. font
2. faisons
3. fais
4. fait

Tu ... du tennis?

1. fais
2. fait
3. faisons
4. faites

Ils ... la cuisine.

1. fais
2. faisons
3. faites
4. font

Vous ... du hockey?

Je ... l'exercice.

Mes amis ... du foot.

Schrijf nu zelf een Franse zin met het werkwoord faire.

La roue

Vervoeg het werkwoord faire.

Wordwall

Klink op de link in het volgende scherm.
Doe het spelletje een (paar) keer!

• Whack-a-mole: Verbe faire

wordwall.net

les devoirs:

maken op mijn.thieme > taak 7.2 en 7.3

leren: U7 apprendre 1, 2, 3