schrijven - betoog 1e jaar

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

  1. Start
  2. Terugblik
  3. Lesdoel
  4. Uitleg opdracht
  5. Opdrachten
  6. Lesdoel behaald?
  7. Volgende week 

Slide 2 - Diapositive

kijkvraag
Is de volgende tekst een advertentie of een artikel?
Waarom?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wat is het verschil tussen feiten en meningen?

Slide 6 - Question ouverte

Waar vind je een artikel?
A
krant
B
nieuwsapp
C
advertentie blaadje
D
mail

Slide 7 - Quiz

Wat is het schrijfdoel?
A
advertentie
B
email
C
artikel
D
verslag

Slide 8 - Quiz

Schrijven
Oefenen 
- onderdeel Nederlands
- examenonderdeel
- je eigen mening kunnen onderbouwen

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Lever je opdracht in via Teams Nederlands, opdracht schrijven -betoog 1e jaar bol niveau 3
Zet in schema de volgende onderdelen: onderwerp, mening onderwerp (stelling), argumenten ter ondersteuning (minimaal 2). Werk aan de hand van het schema.
Schrijf een overtuigende tekst.
Bedenk of kies een onderwerp. Noteer jouw mening--> Ik vind dat...
Welke argumenten kun je bedenken bij jouw mening? Vraag ook argumenten aan andere studenten (gaan we tijdens de les doen)

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Wat vind jij belangrijk? Waar ben je het niet mee eens of welke verandering wil je?
Denk bijv. aan onderwerpen als: vuurwerkverbod, corona-maatregelen, online lesgeven, sport op school

Slide 14 - Question ouverte


vul in waar je aan denkt
bij je onderwerp

Slide 15 - Carte mentale

Wat vind je van het gekozen onderwerp?
Welke argumenten kun je bedenken bijv. bij de stelling:
Ik vind dat pesten strafbaar moet worden.

Slide 16 - Question ouverte

Schema
Inleiding = verhaaltje + onderwerp + stelling

Kern = 1e argument (onderbouwing stelling)
           = 2e argument (onderbouwing stelling)

Slot = samenvatting of conclusie (geen nieuwe informatie)

Slide 17 - Diapositive

Pesten strafbaar?
Mijn buurmeisje is vorig jaar overleden. Ze was nog geen 18 jaar, ze pleegde zelfmoord. Ze had een berichtje voor haar ouders achtergelaten. Ze kon er niet meer tegen om elke dag gepest te worden door haar schoolgenoten. Ik vind dat pesten strafbaar moet worden. (inleiding - anekdote (verhaaltje) om onderwerp in te leiden + stelling)

Pesten lijkt eerst onschuldig, maar degene die gepest wordt kan er zo veel last van krijgen dat er zelfmoord gepleegd wordt. Als je pest, verwoest je iemand zijn leven. 
Uit onderzoek is gebleken dat ....    (argument 1, pesten kan tot zelfmoord leiden. Degene die pest is hiervoor verantwoordelijk)

Als je iemand pest dan gebeurt dat niet per ongeluk. Je probeert iemand bewust een naar gevoel te geven door iemand uit te sluiten van de groep. Dit kan door iemand te negeren, te slaan of verrot te schelden.          (agument 2, pesten doe je bewust, keuze dus dan ook de consequenties dragen... straf)

Kortom, ik vind dat pesten strafbaar.... , omdat je  iemand voor het leven beschadigd of zelf ervoor zorgt dat ... en ....
(afsluiting: samenvatting of conclusie)

Naam schrijver

Slide 18 - Diapositive

Iedereen moet verplicht worden om ingeënt te worden tegen corona
of juist...
Niemand moet verplicht worden om ingeënt te worden tegen corona.

Slide 19 - Diapositive

Controleer of je tekst logisch is opgebouwd (controleer je schema).
inleiding : verhaal om onderwerp in te leiden + de stelling.
kern: minimaal 2 goede argumenten om je stelling te ondersteunen
slot: geen nieuwe informatie, maar wel een conclusie of samenvatting. 
Overtuigende laatste zin om je publiek te overtuigen.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Succes!

Slide 22 - Diapositive

kijkvraag
Is de volgende tekst een advertentie of een artikel?
Waarom?

Slide 23 - Diapositive

Wat is het verschil tussen feiten en meningen?

Slide 24 - Question ouverte

Waar vind je een artikel?
A
krant
B
nieuwsapp
C
advertentie blaadje
D
mail

Slide 25 - Quiz

Wat is het schrijfdoel?
A
advertentie
B
email
C
artikel
D
verslag

Slide 26 - Quiz