2HV Grammatica Zinsdelen H5: Enkelvoudige en samengestelde zinnen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom 2F!

Deze les...

- Stil lezen

- Doelen doornemen

- Uitleg en oefeningen enkelvoudige en samengestelde zinnen

- Aan de slag!

Stil lezen

Geniet van

je verhaal!

Lesdoelen

- Ik kan bepalen of een zin een werkwoordelijk of een 

   naamwoordelijk gezegde bevat.

- Ik kan enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen.

Stencil bespreken

Pak de opdracht van gisteren erbij. 

We gaan nakijken en bespreken!

Enkelvoudige en samengestelde zinnen

Er zijn zinnen met één persoonsvorm en zinnen met meer persoonsvormen.

Zinnen met één persoonsvorm noemen we enkelvoudig.

Zinnen met meer persoonsvormen noemen we samengesteld.

Let op! De vraagproef werkt niet als je de pv's van samengestelde zinnen wilt vinden. Gebruik daarom de tijdproef of de getalproef.

Enkelvoudig of samengesteld?

Max speelt gitaar en Iris kan goed zingen.

1. enkelvoudig
2. samengesteld

Enkelvoudig of samengesteld?

Mira's neefje van drie heeft gisteren stiekem de halve koekjespot leeggegeten.

1. enkelvoudig
2. samengesteld

Enkelvoudig of samengesteld?

Volgende week gaan alle derdejaars met hun klas op excursie naar de Tweede Kamer in Den Haag.

1. enkelvoudig
2. samengesteld

Enkelvoudig of samengesteld?

Het hockeyteam dat onderaan staat, heeft vandaag gewonnen van de nummer één.

1. enkelvoudig
2. samengesteld

Enkelvoudig of samengesteld?

De gemaskerde man beroofde de bank, terwijl zijn handlanger buiten wachtte.

1. enkelvoudig
2. samengesteld

Ik kan enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen

😒🙁😐🙂😃

Aan de slag!

Huiswerk voor dinsdag 29 november, 2e uur:

MNV Grammatica zinsdelen H5, opdr. 1, blz. 148-149

Vind je het lastig? Noteer je vragen zo duidelijk mogelijk en stel ze tijdens de les!

Hoofdzinnen (HZ) en bijzinnen (BZ)

Hoofdzinnen (HZ) zetten we tussen {accolades}.

Bijzinnen (BZ) zetten we tussen (ronde haken).

Let op: Bijzinnen zijn altijd onderdeel van de hoofdzin.

Ze vormen een zinsdeel. 

Hoofdzinnen (HZ) en bijzinnen (BZ)

Een samengestelde zin bestaat uit...

- twee of meer samengevoegde hoofdzinnen (HZ)

- één hoofdzin (HZ) met één of meer bijzinnen (BZ) erin

- één of meer hoofdzinnen (HZ) met één of meer bijzinnen (BZ) 

  erin.

Hoofdzinnen (HZ) en bijzinnen (BZ)

{Max speelt gitaar} en {Iris kan goed zingen}.

{De gemaskerde man beroofde de bank, (terwijl zijn handlanger buiten wachtte).}

{(Het hockeyteam dat onderaan staat), heeft gisteren gewonnen van de nummer één.}

Oefening

Geef van de volgende zinnen aan of ze bestaan uit twee hoofdzinnen (HZ + HZ) of uit een hoofdzin en een bijzin 

(HZ + BZ) of (BZ + HZ).

Toen de ranja op was, ging iedereen naar huis.

1. HZ + HZ
2. HZ + BZ
3. BZ + HZ

De trainer legde de tactiek uit, maar de spelers luisterden niet.

1. HZ + HZ
2. HZ + BZ
3. BZ + HZ

Omdat Nederland een waterland is, kampen we steeds weer met overstromingen.

1. HZ + HZ
2. HZ + BZ
3. BZ + HZ

Weet je dat je vannacht de planeet Jupiter goed kunt zien?

1. HZ + HZ
2. HZ + BZ
3. BZ + HZ

Ik kan hoofd- en bijzinnen herkennen in samengestelde zinnen.

😒🙁😐🙂😃

Aan de slag!

MNV Grammatica zinsdelen H5, opdr. 1 t/m 3, blz. 148-149

Is het moeilijk?

- Lees de theorie in je boek.

- Overleg fluisterend met je buurvrouw/-man.

- Vraag je docent om hulp.