BK2 Les 4: Inkomsten en Uitgaven

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Inloop

-Ga op je eigen plek zitten (plattegrond)

-Pak je laptop (het blijft dicht)

Les 4

H5.1: Inkomsten en Uitgaven

Lesplanning

Leerdoel: 

Terugblik: Hoofdstuk 2                                           (5min)

Voorkennis:                                                                  (0min)

Instructie: Inkomsten en uitgaven                    (10min)

Begeleid inoefenen: Vraag 7                               (10min)

Zelfstandig oefenen: Vraag 6 t/m 10                (15min)

Huiswerk: Vraag 6 t/m 10

Evaluatie:                                                                        (5min)

Leerdoelen

1. Ik kan uitleggen wat prioriteiten zijn

2. Ik weet het verschil tussen huishoudelijke en persoonlijke uitgaven

Verwachtingen

Ik verwacht dat jullie mij en je klasgenoten met respect behandelen en eerlijk zijn, zowel tegen elkaar als tegen mij.

 Wanneer jullie op de laptop mogen word er gewerkt en niet gegamed.

Je mag me altijd iets vragen als dat nodig is, bijvoorbeeld om een slokje water te nemen of een pen te lenen.

Verwachtingen

   = Niet praten, alleen luisteren. Vinger opsteken als je vragen heb. Ik gebruik dit tijdens lesplanning, leerdoelen, terugblik, voorkennis en instructie

    = Je mag rustig met je buurman/vrouw overleggen. Je bent aan het werk. Je hoeft geen vinger op te steken als je vragen hebt. Ik gebruik dit bij begeleid inoefenen en zelfstandig werken

    = Je mag met elkaar praten of iets voor jezelf doen. Ik gebruik dit bij inloop en lesafsluiting

Consequenties

Als je de les stoort of niet naar mij luistert wanneer ik je een waarschuwing geef, zet ik je naam op het bord. Als je nog niet luistert terwijl krijg je naam een uitroepteken (!) achter je naam. Als je nog door gaat dan komt een tweede uitroepteken achter je naam.

Naam = waarschuwing

Naam + ! = nablijven

Naam + !! = lesverwijdering

Terugblik

Wat we tot nu toe hebben geleerd:

Produceren

Consumeren

Bij produceren heb je drie dingen nodig:

Natuur

Arbeid

Hulpmiddelen

Kies wat in de cirkel moet komen

1. Natuur
2. Hulpmiddel
3. Arbeid

Kies wat in de cirkel moet komen

1. Natuur
2. Hulpmiddel
3. Arbeid

Kies wat in de cirkel moet komen

1. Natuur
2. Hulpmiddel
3. Arbeid

Voorkennis

Instructie (1/3)

Je kan je geld maar een keer uitgeven. Dus je moet kiezen hoe je je

geld uitgeeft. Dat is prioriteiten stellen

Prioriteiten stellen = Kiezen vanaf de meest belangrijk naar de minst belangrijk

Overleven

Leuke dingen doen

Instructie (2/3)

Je geeft vaak geld uit aan spullen die je elke dag gebruikt. Dit

heet dagelijkse uitgaven. 

Dagelijkse uitgaven bestaan uit:

Huishoudelijke uitgaven: Uitgaven voor producten die door iedereen in huis gebruikt kunnen worden.

Persoonlijke uitgaven: Uitgaven voor producten die specifiek gericht zijn op één persoon.

Instructie (3/3)

Persoonlijke of huishoudelijke uitgaven?

1. Huishoudelijke uitgaven
2. Persoonlijke uitgaven

1. Huishoudelijke uitgaven
2. Persoonlijke uitgaven

1. Huishoudelijke uitgaven
2. Persoonlijke uitgaven

1. Huishoudelijke uitgaven
2. Persoonlijke uitgaven

Begeleid inoefenen

Zelfstandig oefenen

Maak nu vraag 6 t/m 10 op blz 10 en 11 van hoofdstuk 5 paragraaf 1

Klaar? Dan mag je een boek lezen of aan school werken

Huiswerk

Vraag 6 t/m 10 op blz 10 en 11 van Hoofdstuk 5 paragraaf 1

Evaluatie

Wat vonden jullie van de les?

Wat vond ik van de les?

Wat kunnen we anders doen?

Lesafsluiting

Wat zijn prioriteiten?

Wat is het verschil tussen huishoudelijke uitgaven en persoonlijke uitgaven?

Volgende les: Hoofdstuk 5 paragraaf 2