Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Dit is een voorbeeld van een
A
Primair geslachtskenmerk
B
Secundair geslachtskenmerk
C
Geen van beide
Slide 1 - Quiz
Bij de nageboorte verlaat het volgende het lichaam van de moeder
A
de baarmoeder en de placenta
B
de placenta en de vruchtvliezen
C
de baarmoeder, placenta en vruchtvliezen
D
de placenta, vruchtvliezen en resten van de navelstreng
Slide 2 - Quiz
Een zwangerschap duurt gemiddeld 40 weken. De bevruchting vindt plaats
A
op dag 1 of 2 van de zwangerschap
B
op dag 7 of 8 van de zwangerschap
C
op dag 14 of 15 van de zwangerschap
D
op dag 21 of 22 van de zwangerschap
Slide 3 - Quiz
Bij de ovulatie
A
laat het baarmoederslijmvlies los
B
laat de baarmoeder los
C
komt een eicel vrij uit de eierstok
D
komt een zaadcel bij de eierstok
Slide 4 - Quiz
De ovulatie is gemiddeld
A
een week na de start van de menstruatie
B
twee weken na de start van de menstruatie
C
drie weken na de start van de menstruatie
D
vier weken na de start van de menstruatie
Slide 5 - Quiz
Dit is een voorbeeld van een
A
Primair geslachtskenmerk
B
Secundair geslachtskenmerk
C
Geen van beide
Slide 6 - Quiz
Drie voorbehoedsmiddelen zijn de pil, het condoom en de NuvaRing. Bij welke van deze voorbehoedsmiddelen berust de werking op het voorkomen van ovulatie?
A
Bij de pil
B
Bij de pil en condoom
C
Bij de pil en de NuvaRing
D
Bij alle drie.
Slide 7 - Quiz
Zwangerschapstesten berusten op het aantonen van een hormoon, dat alleen aan het begin van zwangerschap gemaakt wordt. Welk hormoon is dat?
A
Progesteron
B
HCG
C
Oxytocine
D
Oestrogeen
Slide 8 - Quiz
Welke nummers maken samen sperma?
Slide 9 - Carte mentale
je verandert in de pubertijd. Hoe komt dat?
A
Door de hypofyse
B
Door de hormonen testosteron, oestrogeen en progesteron.
C
Door de groeiende zaadcellen en eicellen
D
Door de vrienden die je maakt. bv in de klas.
Slide 10 - Quiz
Een menstruatie cyclus duurt ...1.....dagen en op ..2... dag is de ovulatie.
A
1 = 28
2= 14e
B
1 = 21
2 = 10
C
1 = 28
2 = 12
D
1 = 24
2 = 14e
Slide 11 - Quiz
Wat vind jij?
Slide 12 - Diapositive
Als je met kinderen over seks praat, beginnen ze eerder aan seks.
Waar
Niet waar
Slide 13 - Sondage
De genderexpressie is hetzelfde als je sekse
nee niet altijd
ja dat klopt
Slide 14 - Sondage
Iemand heeft seks omdat..
je daar zin in hebt
je wilt laten zien hoeveel je van de ander houdt
je de ander graag een plezier doet
je een ruzie wilt bijleggen
je graag kinderen wilt
Slide 15 - Sondage
Met hiv kan je geen seks meer hebben
Waar
Niet waar
Weet ik niet
Slide 16 - Sondage
www.flair.nl
Slide 17 - Lien
Wat vind jij van de manier waarop deze persoon seksuele voorlichting kreeg van haar moeder?
Slide 18 - Question ouverte
Schelden met “Homo!” moet kunnen
Eens
Oneens
Slide 19 - Sondage
Ik herken een homo of transgender meteen!
Kopt helemaal
Soms wel ja
Ik denk het niet
Nee natuurlijk niet joh!
Slide 20 - Sondage
Slide 21 - Diapositive
Wat kan je doen om te voorkomen dat bijvoorbeeld een penisring verkeerd gebruikt wordt?
Slide 22 - Question ouverte
Het dierenrijk
Slide 23 - Diapositive
Het gemiddelde tinderbericht van een man is 12 leestekens en van een vrouw 122 leestekens.
A
juist
B
onjuist
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Vidéo
Pauwen
Slide 26 - Diapositive
Wanneer heeft een mannetjespauw succes bij de vrouwtjes?
A
als hij mooi kan kraaien
B
als hij goed kan vliegen
C
als hij mooie 'ogen' heeft op zijn veren
D
als hij lekker ruikt
Slide 27 - Quiz
Hoe weet een mannetjesgiraf dat het vrouwtje vruchtbaar is?
A
hij drinkt haar urine
B
hij ruikt aan haar anus
Slide 28 - Quiz
Hij drinkt de urine. Zo proeft hij of er hormonen in zitten die wijzen op de vruchtbaarheid.
Slide 29 - Diapositive
Mandrilman
Slide 30 - Diapositive
Klopt deze uitspraak: Hoe bonter gekleurd, hoe vaker een beurt
A
ja
B
nee
Slide 31 - Quiz
Slide 32 - Vidéo
Australische breedvoetbuidelmuis
Slide 33 - Diapositive
Hij doet niet aan vluggertjes. Hij rampetampt (seks) gemakkelijk...
A
1 uur
B
5 uur
C
14 uur
D
19 uur
Slide 34 - Quiz
Seks is voor mij een marathon. Na 3 weken non-stop seks ga ik ...
A
een winterslaap houden
B
dood
Slide 35 - Quiz
Op welke leeftijd voelen vrouwen zich het meeste sexy?
Slide 36 - Carte mentale
Slide 37 - Diapositive
Stellen komen gemakkelijker klaar wanneer ze sokken dragen?
A
juist
B
onjuist
Slide 38 - Quiz
Wanneer een stel sokken draagt komt 80% klaar.
Wanneer een stel geen sokken draagt komt 50% klaar.
Slide 39 - Diapositive
Welk dier heeft een penis met weerhaakjes?
A
lieveheersbeestje
B
merel
C
leeuw
Slide 40 - Quiz
Zijn penis heeft weerkaakjes. Dat doet bij het terugtrekken pijn bij het vrouwtje. Maar is nodig om de ovulatie op te wekken bij het vrouwtje.
Slide 41 - Diapositive
Hoe lang duurt de seks bij deze dieren?
5-14 uur
12-18 uur
tot 24 uur
Slide 42 - Question de remorquage
Hoe lang duurt de gemiddelde vrijpartij bij mensen?
A
5,4 minuten
B
8, 2 minuten
C
10,7 minuten
D
13,5 minuten
Slide 43 - Quiz
Is een slang links- of rechtsdragend?
A
linksdragend
B
rechtsdragend
C
allebei
Slide 44 - Quiz
Slang heeft een hemipenis. Dit betekent 'penis in 2 delen'
Slide 45 - Diapositive
Dit is duidelijk de penis van een
A
duif
B
ijsbeer
C
eend
D
konijn
Slide 46 - Quiz
De mannetjeseend heeft een wokkelpenis. Het vrouwtje heeft een vagina in de vorm van een kurkentrekker. Als ze geen zin heeft in het mannetje draait ze haar kont zo dat de wokkel er niet in kan.
Slide 47 - Diapositive
Wie is er zwanger bij zeepaardjes?
A
mannetje
B
vrouwtje
Slide 48 - Quiz
Broedzorg
Na de paringsdans (balts)
komt het paren.
Na het paren, komen er jongen.
Het uitbroeden van of
grootbrengen van de jongen, heet
broedzorg.
Zeepaardmannetjes hebben een broedbuidel. Het vrouwtje brengt tijdens de paring, de eicellen in de buidel van het mannetje, die de eicellen dan bevrucht met zijn zaad dat aanwezig is in de buidel.