H10.5+6 steekproef gemiddelde

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 10

Invoegen plattegrond op niveau

Inleveren opgave 24

Hoofdstuk 10 (zonder ICT)

Vorige les: paragraaf 10.4

Leerdoel 1

Leerdoel behaald deze les?

Geef dit ook aan het overzicht door het tweede bolletje te kleuren(+, +/-, -)

1. +
2. +/-
3. -

Hoofdstuk 10 (zonder ICT)

Deze les: paragraaf 10.5 + 10.6

Leerdoel 2+1

Ik heb onderzocht hoeveel leerlingen van deze klas een onvoldoende hebben voor de laatste set. Van de 19 leerlingen uit deze klas hebben 9 leerlingen een onvoldoende gehaald. De ....

1. Steekproefproportie = 47%
2. Steekproefproportie = 0,47
3. Populatieproportie = 47%
4. Populatieproportie = 0,47

Verder op de vorige vraag:

Van de 19 leerlingen uit deze klas hebben 9 leerlingen een onvoldoende gehaald.

Wanneer kunnen we wel spreken van de steekproefproportie?

Verder op de vorige vraag:

Van de 19 leerlingen uit deze klas hebben 9 leerlingen een onvoldoende gehaald.

Wanneer kunnen we wel spreken van de steekproefproportie?

Is de steekproef dan representatief?

Wat is in dit geval de populatie van het onderzoek?

Is de steekproef representatief?
Geef toelichting.

Bereken de steekproefproportie.
(berekening)

1. Populatieproportie
2. Populatiegemiddelde

1. Populatieproportie
2. Populatiegemiddelde

1. Populatieproportie
2. Populatiegemiddelde

Opgave 26 samen

10.6 Betrouwbaarheidsintervallen voor een gemiddelde.

Nu niet het betrouwbaarheidsinterval over de proportie, maar over een gemiddelde.

Zie voorbeelden 10-5.

Haal ze niet door de war.

10.6 Betrouwbaarheidsintervallen voor een gemiddelde.

De schatting doe je niet willekeurig maar met een formule.

   Linker grens   Rechter grens

Rechte haakjes, geen ronde!

Opgave 34 samen

Hoofdstuk 10 (zonder ICT)

Deze les: paragraaf 10.5 + 10.6

Leerdoel 2+1

Aantekening 10.5 + 10.6

Proportie: een verhouding tussen het totale aantal en het aantal dat voldoet aan een voorwaarde. (komma getal tussen 0 en 1)

Gemiddelde: dit is altijd gegeven en kan elke waarde aannemen. Bv: gemiddeld gewicht 2400 gram, gemiddelde leeftijd 20,4 jaar of gemiddeld inkomen van 2500 euro.

Opgave 30 + 33 + 36

Hoofdstuk 10 (zonder ICT)

Deze les: paragraaf 10.5 + 10.6

Leerdoel 2+1

Leerdoel behaald deze les?

Geef dit ook aan het overzicht door het eerste bolletje te kleuren(+, +/-, -)

1. +
2. +/-
3. -