El 5 de marzo de 2024: Repetir Hay, Estar, Ser en andere ww, lezen, luisteren, schrijven en spreken

1 / 30
suivant
Slide 1: Vidéo
SpaansMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Buenos días

Slide 2 - Diapositive

herhalen hay, ser estar

Slide 3 - Diapositive

hay, ser en estar
HAY betekent: er is, er zijn
SER en ESTAR betekenen: zijn
Hoe weet je nu wat je moet gebruiken?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive




yo (ik)
tú (jij)
él, ella, usted (hij, zij, u)

nosotros, nosotras (wij)
vosotros, vosotras (jullie)
ellos, ellas,ustedes (zij)
SER (zijn)
persoonsvormen

soy (ik ben)
eres (jij bent)
es (hij, zij is/ u bent)(ev)

somos (wij zijn)
sois (jullie zijn)
son ( zij zijn, u bent) (mv)
vervoeging

Slide 6 - Diapositive

Het onregelmatige werkwoord estar (=zijn)


yo
él/ella/usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos/ellas/ustedes
onregelmatige werkwoorden wijken af van de regels. 

estoy
estás
está
estamos
estáis
están

Slide 7 - Diapositive

SER
  • naam: Soy José.
  • Afkomst: Somos de Holanda.
  • nationaliteit: Es español.
  • beroep: Mi padre es profesor.
ESTAR
  • Om aan te geven waar iets zich bevindt. In het Nederlands: het ligt/het staat...
  1. Los libros están en la mesa.
  2. Madrid está en España.

Slide 8 - Diapositive

Verschil Hay, ser en estar

Slide 9 - Diapositive

1. Mañana …………. una fiesta en la casa de Juan.
A
es
B
hay
C
está

Slide 10 - Quiz

2. El coche de Diego ……………… blanco.
A
es
B
hay
C
está

Slide 11 - Quiz

3. En el vestíbulo …………….. dos sillas.
A
es
B
hay
C
está

Slide 12 - Quiz

4. Sinterklaas ……………. una fiesta típica holandesa.
A
es
B
hay
C
está

Slide 13 - Quiz

5. Las flores ……………… en el jarrón encima de la mesa.
A
son
B
hay
C
están

Slide 14 - Quiz

6. vul een vorm van hay/ser/estar in:
¿Dónde ........... un hospital aquí?

Slide 15 - Question ouverte

7. Sharon, Berber, Brenda, Suzanne y Yimmy ………………. profesores de español.

Slide 16 - Question ouverte

8. Los nietos (=kleinkinderen) de Alvaro ………………. en la universidad.

Slide 17 - Question ouverte

9. Al lado de la Plaza Grande ……………… el hospital.

Slide 18 - Question ouverte

10. En el jardín …………….. un árbol (=boom).

Slide 19 - Question ouverte

Wat heb je geleerd?

Slide 20 - Carte mentale

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Ej. werkwoorden
wordt uitgedeeld

Slide 23 - Diapositive

LEER
Wordt uitgedeeld

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Indeling mondelinge examens en de andere examens
Staat ook voor volgende week in Magister

Slide 26 - Diapositive

Hablar
Begroet en vraag hoe het gaat
Begroet en zeg dat het goed gaat
Vraag of hij/zij moet werken
Zeg dat je om 09.00 uur naar school gaat
.........
Vraag of hij/zij zin heeft in wat drinken
zeg dat je graag wat wilt drinken. Om 17.00 uur bij El Banco?
Zeg dat het goed is
Zeg gedag
Zeg gedag

Slide 27 - Diapositive

Escuchar
Wordt uitgedeeld

Slide 28 - Diapositive

Escribir-conventies
Maak aantekeningen

Slide 29 - Diapositive

Opdracht escribir
Schrijf een email waarin je je 2 beste vrienden beschrijft.
Probeer het in de tegenwoordige tijd te doen, zonder steeds Google Translate te gebruiken, behalve voor wat woorden die je niet kent (denk niet te moeilijk!)
Email: Avdam@zone.college

Slide 30 - Diapositive