D1B 22-3-2021

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo g, t, havo, vwo
• Leerjaar 1

Aardrijkskunde D1B

22 maart 2021

Oriëntatie

• Huiswerk afgerond?
  
• Leerdoelen

       - je kunt bepalen op welke geografische breedte en lengte een plaats ligt

       - je kunt met de windrichting bepalen waar een plaats ligt

       - je kunt een klimaatgrafiek aflezen en tekenen

       - je weet welke klimaten op aarde voorkomen

       - je begrijpt het verschil tussen weer en klimaat

       - je kunt een klimaat herkennen op basis van kenmerken

Lesplanning

• Uitleg vaardigheden H3 (15 min)
  

       - Geografische breedte

       - Geografische lengte

       - Windrichtingen

       - Klimaatgrafieken

• Maken vaardigheden H3 (15 min)
  

       TL: opdracht 1 t/m 4

       HV: opdracht 1 t/m 5

Lesplanning

• Uitleg §3.1 (15 min)
  

       - Weer en klimaat

       - Klimaten op aarde

• Maken  §3.1 (15 min)
  

       Opdracht 1 t/m 3

Vaardigheden 

H3

Noordpool

Zuidpool

Evenaar

• De lijn die precies in het midden tussen de noordpool en zuidpool loopt heet de evenaar.

• Deze lijn verdeelt de aarde in een noordelijk halfrond en een zuidelijk halfrond.

• Het noordelijk halfrond = gebied tussen de evenaar en de noordpool.

• Het zuidelijk halfrond = gebied tussen de evenaar en de zuidpool.

• Als een plaats op het noordelijk halfrond ligt, zeg je ook wel dat deze op noorderbreedte (NB) ligt.

• Als een plaats op het zuidelijk halfrond ligt, zeg je ook wel dat deze op zuiderbreedte (ZB) ligt.

Noordpool

Zuidpool

Evenaar

Noordelijk halfrond

Zuidelijk halfrond

90 graden NB (Noorderbreedte)

90 graden ZB (Zuiderbreedte)

0 graden

Breedtecirkels of  Parallellen

• Lijnen die evenwijdig lopen aan de evenaar heten breedtecirkels.

• De evenaar is de breedtecirkel van 0°.

• De noordpool ligt op 90° NB.

• De afstand van een plaats tot de evenaar noem je de geografische breedte.

Welke plaats ligt op 30° NB?

1. Caïro
2. Mekka
3. Madrid
4. Durban

Luanda ligt op

1. 10° NB
2. 10° ZB

Plaatsen die op het zuidelijk halfrond liggen liggen tussen de evenaar en de zuidpool.

1. juist
2. onjuist

10 graden Zuiderbreedte

10 graden Noorderbreedte

40 graden Noorderbreedte

40 graden Noorderbreedte

Extra oefenen

Greenwich

0-meridiaan

Lengtecirkel of Meridiaan

• Lijnen die van de noordpool naar de zuidpool gaan heten lengtecirkels.

• De nullijn loopt precies over het plaatsje Greenwich bij Londen.

• Het halfrond ten westen van de nulmeridiaan noemen we westelijk halfrond.

• Het halfrond ten oosten van de nulmeridiaan noemen we oostelijk halfrond.

• De nullijn ligt op 0°.

• Je kunt 180° in oostelijke of 180° in westelijke lengte tellen.

• Plaatsen die op het oostelijk halfrond liggen liggen op O.L. (oosterlengte).

• Plaatsen die op het westelijk halfrond liggen liggen op W.L. (westerlengte).

• De afstand van een plaats tot de nulmeridiaan noemen we geografische lengte.

Welke plaats ligt op 20° ZB en 40 °WL?

Welke plaats ligt op 20° ZB en 40 °WL?

1. 1
2. 2
3. 4
4. B

Welke plaats ligt op 20° ZB en 40 °WL?

Windrichtingen

Klimaatdiagram

• Rode lijn -> temperatuur
• Blauwe staven-> neerslag
• Let op: op zowel de rechter- als de linkeras staat informatie!

Soorten steden

• Megasteden: minimaal 10 miljoen inwoners; vooral in arme landen

• Wereldsteden: belangrijke rol voor de economie, politiek of cultuur wereldwijd; vooral in rijke landen
• Hoofdsteden: meestal de plek waar de regering zit
• Primate cities: 1e stad is veel groter dan 2e stad van het land; 1e stad minimaal 2x zoveel inwoners als 2e stad 

Aan het werk

Wat?	Maken vaardigheden H3: TL opdracht 1 t/m 4 HV opdracht 1 t/m 5
Waar?	Werkboek of digitaal lesmateriaal
Hoe?	15 minuten; zelfstandig of samenwerken Vragen via chat of microfoon
Klaar?	Lezen §3.1

Uitleg §3.1

Welke kenmerken van
het klimaat zag je op de foto?

Wat is het verschil tussen
weer en klimaat?

Welke klimaten ken je al?

Welk klimaat zag je op de foto?

1. landklimaat
2. poolklimaat
3. toendraklimaat
4. woestijnklimaat

Leg je keuze voor het klimaat uit

Welk klimaat zag je op de foto?

1. gematigd zeeklimaat
2. savanneklimaat
3. tropisch regenwoudklimaat
4. steppeklimaat

Leg je keuze voor het klimaat uit

Welk klimaat zag je op de foto?

1. gematigd zeeklimaat
2. landklimaat
3. steppeklimaat
4. woestijnklimaat

Leg je keuze voor het klimaat uit

Wat zijn de verschillen tussen het steppeklimaat en woestijnklimaat?

Wat zijn kenmerken
van het zeeklimaat?

Welk klimaat ligt op hoge breedte?

1. landklimaat
2. poolklimaat
3. steppeklimaat
4. tropisch regenwoudklimaat

Welk klimaat ligt het dichst bij de evenaar?

1. gematigd zeeklimaat
2. savanneklimaat
3. toendraklimaat
4. tropisch regenwoudklimaat

Soorten steden

• Megasteden: minimaal 10 miljoen inwoners; vooral in arme landen

• Wereldsteden: belangrijke rol voor de economie, politiek of cultuur wereldwijd; vooral in rijke landen
• Hoofdsteden: meestal de plek waar de regering zit
• Primate cities: 1e stad is veel groter dan 2e stad van het land; 1e stad minimaal 2x zoveel inwoners als 2e stad 

Aan het werk

Wat?	Lezen §3.1 Maken §3.1: opdracht 1 t/m 3
Waar?	Werkboek of digitaal lesmateriaal
Hoe?	15 minuten; zelfstandig of samenwerken Vragen via chat of microfoon
Klaar?	Afronden vaardigheden H3 Maken §3.1: opdracht 4 en 5

Afsluiting

Huiswerk voor 29-3

TL

• Maken vaardigheden H3: opdracht 1 t/m 4
• Maken §3.1: opdracht 1 t/m 3

HV

• Maken vaardigheden H3: opdracht 1 t/m 5
• Maken §3.1: opdracht 1 t/m 3

Wat heb je vandaag
geleerd?