MYP Y2 Unit 2 PTO 2 recap 3

Willkommen MYP Y2
Woche 11 - Stunde 1
Freizeit
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Willkommen MYP Y2
Woche 11 - Stunde 1
Freizeit

Slide 1 - Diapositive

Heute
Am Ende dieser Stunde ...
  • ... kan ik werkwoorden in het Duits vervoegen.
  • ... kan ik de meeste woorden van de Lernliste gebruiken.

Slide 2 - Diapositive

Unit title: Friendship/ Family
Key concept: Culture
Global concepts: Identities and Relationships


Slide 3 - Diapositive

Hoe zat het ook alweer?
de stam

Slide 4 - Diapositive

Hoe maak je in het Duits de stam van een werkwoord?
A
hele werkwoord
B
hele werkwoord -(e)n
C
ik-vorm

Slide 5 - Quiz

Wat is de stam van "spielen"?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is de stam van "kommen"?

Slide 7 - Question ouverte

regelmatige werkwoorden

Slide 8 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden: wohnen
werkwoord: wohnen, stam:wohn
ich wohn e
du wohn st
er/sie es wohn t
wir wohn en
ihr wohn t
sie wohn en
Sie wohn en


Slide 9 - Diapositive

Ich (schreiben) …… einen Brief

Slide 10 - Question ouverte

Mein Bruder (spielen) …….. mit dem Ball

Slide 11 - Question ouverte

Frau Markus (gehen) ……. im Klassenzimmer

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

de verschillen

Slide 14 - Diapositive

Oefenen
Welke vorm is juist?

Slide 15 - Diapositive

mieten

ihr
A
miete
B
mietest
C
mietet
D
mieten

Slide 16 - Quiz

kaufen

du
A
kaufet
B
kauft
C
kaufest
D
kaufst

Slide 17 - Quiz

reden

ich ...
A
rede
B
redest
C
redet
D
reden

Slide 18 - Quiz

gehen

sie
A
gehe
B
geht
C
gehen
D
gehst

Slide 19 - Quiz

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ich (hören) gerne Musik.
A
hort
B
höre
C
horst
D
horen

Slide 20 - Quiz

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ihr (kaufen) solche teuere Sachen.
A
kaufst
B
kaufen
C
kaufet
D
kauft

Slide 21 - Quiz

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Du (besuchen) die Oma.
A
besucht
B
besuchst
C
besuchen
D
besuche

Slide 22 - Quiz

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Meine Eltern (kommen) Morgen.
A
kommen
B
kommt
C
bekommst
D
komme

Slide 23 - Quiz

... en nu in een zin

Slide 24 - Diapositive

Warum (warten) ............. du nicht?

Slide 25 - Question ouverte

ich (gehen) ............ nach Hause.

Slide 26 - Question ouverte

Er (kaufen) ........... einen Skihelm

Slide 27 - Question ouverte

ich (gehen) ............ nach Hause.

Slide 28 - Question ouverte

Warum (warten) ............. du nicht?

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Lien

Hausaufgaben
Machen:
/

Lernen:
- Grammatik werkwoorden met een stam op -d of -t (op Toddle)
- Lernliste (op Toddle)
- Sprachmittel (op Toddle)

Slide 31 - Diapositive