H12.3: Voedselvertering

Goedemorgen!
This is the place to   Bio
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen!
This is the place to   Bio

Slide 1 - Diapositive

H12: Voeding en vertering
Paragraaf 3:
Voedselvertering

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  1.  Je kunt in een afbeelding van de mens alle organen benoemen die een rol bij de spijsvertering spelen.
  2. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen mechanische vertering en chemische vertering.
  3. Je kunt uitleggen welke verteringssappen waar werkzaam zijn en je kunt de eindproducten van de spijsvertering noemen.

Slide 3 - Diapositive

Het darmkanaal

Slide 4 - Diapositive

Verteringsproducten (van vet)
Niet opneembaar

Niet opneembaar

Opneembaar

Opneembaar

Slide 5 - Diapositive

Lengte darmkanaal

Slide 6 - Diapositive


Darmperistaltiek


Vlak voor de voedselbrok ontspannen de kringspieren en trekken de lengtespieren samen. Het darmkanaal wordt hier wijder 
Vlak achter de voedselbrok trekken de kringspieren samen en ontspannen de lengtespieren. Het darmkanaal wordt hier nauwer
Voedingsvezels prikkelen de spieren in de wand van het darmkanaal. De peristaltiek wordt zo bevorderd. 
Samentrekkingen dwars- en lengtespieren om de voedselbrij voort te duwen

Slide 7 - Diapositive

Oppervlaktevergroting in de darmen

Slide 8 - Diapositive

Mechanische vertering

Slide 9 - Diapositive

Chemische vertering

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Verteringsorganen

Slide 12 - Diapositive


Verteringsorganen


Deze stoffen kunnen we direct in ons
bloed opnemen:
  • glucose
  • mineralen
  • water
  • vitaminen

Ze hoeven dus niet verteerd te worden!


Slide 13 - Diapositive

Speeksel... 
  • laat het voedsel makkelijk
    door je keel glijden.
  • verteert zetmeel.

Slide 14 - Diapositive

De maag... 
  • is een 'wachtkamer' voor je voedsel. 
  • voegt maagsap toe.
  • kneedt je voedsel met de sappen.

Slide 15 - Diapositive

In de twaalfvingerige darm...
  • voegt de lever gal toe (dat opgeslagen
    was in de galblaas).
  • voegt de alvleesklier alvleessap toe. 

Slide 16 - Diapositive

In de dunne darm...
  • is ongeveer 8m lang.
  • voegt darmsap toe.
  • neemt zo veel mogelijk voedings-
    stoffen 
    op in het bloed. 

Slide 17 - Diapositive

In de dikke darm...
  • is ongeveer 1,5m lang.
  • haalt zoveel mogelijk vocht uit het
    onverteerde voedsel.

Slide 18 - Diapositive

In de endeldarm...
  • slaat het onverteerde voedsel op, tot 
    je naar de wc gaat.
  • wordt afgesloten door de anus (een
    kringspier).

Slide 19 - Diapositive

Verteringssappen

Slide 20 - Diapositive

Speeksel
Speekselklieren in je mond produceren speeksel.
Speeksel bestaat uit water, slijm en het enzym amylase.
Dit enzym begint met de vertering van zetmeel.

Slide 21 - Diapositive

Gal
Wordt gemaakt in de lever
Wordt bewaard in de galblaas

Maakt vetdruppeltjes klein=
emulgeren

Slide 22 - Diapositive

alvleessap
De alvleesklier produceert alvleessap (enzym).

Alvleessap breekt eiwitten, zetmeel en vetten af.

Neutraliseert tot pH = 8 mbv HCO3-

Slide 23 - Diapositive

4.4 verteringsorganen

Slide 24 - Diapositive

Vertering bij dieren

Slide 25 - Diapositive

Fagocytose

Slide 26 - Diapositive

Intracellulaire vertering:
voedingsvacuole
Extracellulaire vertering:
Maagdarmholte

Slide 27 - Diapositive

Aan de slag
Lezen
Paragraaf 3: Voedselvertering

Maken
Basiskennis-vragen over 12.3: opdracht 1 t/m 6

Slide 28 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Wat zie je op het plaatje?
A
Voedingsstoffen
B
Voedingsmiddelen

Slide 31 - Quiz

Welk van de onderstaande voedingsstoffen is geen brandstof?
A
Vetten
B
Nucleinezuren
C
Koolhydraten
D
Eiwitten

Slide 32 - Quiz

Wat is vertering?


A
Energie in voedingsstoffen gebruiken om te bewegen.
B
Voedingsstoffen gebruiken om cellen te bouwen.
C
Voedingsstoffen klein maken zodat ze in het bloed kunnen worden opgenomen.
D
Voedingsstoffen opnemen in het bloed.

Slide 33 - Quiz

Welke voedingsstof wordt door lipase verteerd?
A
eiwitten
B
koolhydraten
C
vetten
D
vitamines

Slide 34 - Quiz

Welke functie heeft deze voedingsstof in je lichaam vooral?
A
bouwstof en transportmiddel
B
reservestof en beschermende stof
C
bouwstof en brandstof
D
brandstof en reservestof

Slide 35 - Quiz

Welke voedingsstof heeft niet de functie reservestof?
A
vetten
B
koolhydraten
C
vezels
D
eiwitten

Slide 36 - Quiz

Wat is de belangrijkste functie van deze voedingsstof in je lichaam?
A
bouwstof
B
brandstof
C
reservestof
D
beschermende stof

Slide 37 - Quiz

een voedingsvezel is een voedingsstof
A
juist
B
onjuist

Slide 38 - Quiz

Voedingsvezels zijn...
A
koolhydraten afkomstig uit de celwand van plantaardige cellen
B
eiwitten afkomstig uit de celwand van plantaardige cellen
C
koolhydraten afkomstig uit het celmembraan van dierlijke cellen
D
eiwitten afkomstig uit het celmembraan van dierlijke cellen

Slide 39 - Quiz

Wat is de functie van voedingsvezels?
A
bouwstoffen
B
brandstoffen
C
geen van bovenstaande antwoorden
D
brandstoffen en beschermende stoffen

Slide 40 - Quiz

Wat is de functie van peristaltiek?
A
Het verkneden van verteringssappen en de voedselbrij
B
Het voortduwen van de voedselbrij
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 41 - Quiz

Welke spieren zijn betrokken bij de peristaltiek?
A
Lengtespieren
B
Kringspieren
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 42 - Quiz

In de afbeelding is de peristaltiek in een deel van het darmkanaal schematisch getekend.
Zijn op plaats 1 de kringspieren in de wand van het darmkanaal ontspannen of samengetrokken? En hoe zit
het op die plaats met de lengtespieren?
A
De kringspieren en de lengtespieren zijn allebei ontspannen.
B
De kringspieren zijn ontspannen en de lengtespieren zijn samengetrokken.
C
De kringspieren zijn samengetrokken en de lengtespieren zijn ontspannen.
D
De kringspieren en de lengtespieren zijn allebei samengetrokken.

Slide 43 - Quiz

Welk orgaan doet NIET aan peristaltiek?
A
maag
B
slokdarm
C
dunne darm
D
lever

Slide 44 - Quiz

Aan de slag
Lezen
Paragraaf 3: Voedselvertering

Maken
Basiskennis-vragen over 12.3: opdracht 1 t/m 6

Slide 45 - Diapositive

Heb je de leerdoelen onder de knie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 46 - Sondage

Waren er lastige onderdelen?
Of heb je nog vragen over bepaalde onderdelen?

Slide 47 - Question ouverte