Paragraaf 2.6 (1HVD)

Paragraaf 6

hoofdstuk 2 
Wat ga je doen?



-> Lezen § 2.6

-> Aan de slag

-> Afronding


 
Cultuur in Nederland
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Paragraaf 6

hoofdstuk 2 
Wat ga je doen?



-> Lezen § 2.6

-> Aan de slag

-> Afronding


 
Cultuur in Nederland

Slide 1 - Diapositive

Paragraaf 6

hoofdstuk 2 
Wat ga je doen?



-> Lezen § 2.6

-> Aan de slag

-> Afronding


 
Cultuur in Nederland

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Paragraaf 6

hoofdstuk 2 
Wat ga je doen?



-> Lezen § 2.6

-> Aan de slag

-> Afronding


 
Cultuur in Nederland

Slide 4 - Diapositive

Opdracht

-> Heb je de tekst goed
     gelezen?

-> Beantwoord dan de
     vragen op de
     volgende dia's.
 

Slide 5 - Diapositive

Wat is de titel van § 2.6

Slide 6 - Question ouverte

Wat ga ik volgens de blauwe intro-tekst leren in deze paragraaf?

Slide 7 - Question ouverte

Over welk cultuurelement gaat het eerste blauwe kopje?

Slide 8 - Question ouverte

Welke twee officiële talen kent Nederland?

Slide 9 - Question ouverte

Leg met behulp van de tekst uit dat er in Nederland regionale verschillen zijn, qua taal.

Slide 10 - Question ouverte

Wat bedoelen we met de letters ABN?

Slide 11 - Question ouverte

Waar wordt het meest en waar het minst ABN gesproken?

Slide 12 - Question ouverte

Over welk cultuurelement gaat het tweede kopje?

Slide 13 - Question ouverte

Hoe groot is het deel van de Nederlanders dat godsdienstig is?

Slide 14 - Question ouverte

Welke regionaal verschil is in Nederland als je let op het Christendom?

Slide 15 - Question ouverte

Welke ontwikkeling is er al jaren gaande binnen het Christendom in Nederland?

Slide 16 - Question ouverte

Wat zijn de grootste verschillen tussen protestantse christenen en rooms-katholieke christenen?

Slide 17 - Question ouverte

Welke godsdienst is na het christendom de grootste godsdienst in Nederland?

Slide 18 - Question ouverte

Welke drie groepen migranten zijn er in Nederland?

Slide 19 - Question ouverte

Noem eens enkele vroegere kolonies van Nederland.

Slide 20 - Question ouverte

Hoe kun je zien dat mensen uit de vroegere NL kolonies hun cultuur hebben meegenomen naar Nederland?

Slide 21 - Question ouverte

Waar komen veel arbeidsmigranten uit Nederland vandaan?

Slide 22 - Question ouverte

Waar wonen de arbeidsmigranten uit Turkije en Marokko vooral?

Slide 23 - Question ouverte

Waar wonen de arbeidsmigranten uit Duitsland vooral?

Slide 24 - Question ouverte

In wat voor woningen wonen arbeidsmigranten vaak. Waarom juist in deze woningen?

Slide 25 - Question ouverte

Bekijk bron 31. Welke redenen kunnen mensen nog méér hebben om naar NL te migreren?

Slide 26 - Question ouverte

Paragraaf 2.6 doorgenomen?


-> Ga naar methodewebsite.

-> Open paragraaf 2.6

-> Maak opdr. 1 + 2 (§ 2.6)  
 

Slide 27 - Diapositive

           Je bent nu klaar met de les 'paragraaf 2.6' 

Slide 28 - Diapositive