5.3 Internationale samenwerking

Internationale samenwerking
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Internationale samenwerking

Slide 1 - Diapositive

We laten de Koude Oorlog beginnen na:
A
de nederlaag van Duitsland (mei 1945)
B
de dood van Roosevelt (april 1945)
C
de nederlaag van Japan (augustus 1945)
D
het aftreden van Churchill (augustus 1945)

Slide 2 - Quiz

Wat is de Marshallhulp?
A
Hulp aan arme kinderen in Afrika
B
Hulp van de VS aan Europa na de 2 e wereldoorlog.
C
Hulp voor militairen
D
Hulp voor de SU tijdens de Koude Oorlog.

Slide 3 - Quiz

Wat was voor de Verenigde Staten een belangrijke reden om met het Marshallplan te komen?

De Verenigde Staten wilden daarmee
A
de aantrekkingskracht van communistische partijen in West-Europa verkleinen.
B
de economische tegenstelling tussen Oost- en West-Europa verkleinen.
C
de waarde van de euro en de dollar met elkaar in evenwicht brengen.
D
een vergaande politieke samenwerking van West- en Oost-Europa bereiken.

Slide 4 - Quiz


Naar aanleiding van welke gebeurtenis werd het Warschaupact in 1955 opgericht?
A
de aanleg van het IJzeren Gordijn dwars door Europa
B
de bouw van een muur tussen Oost- en West-Berlijn
C
de stichting van de DDR door de communisten
D
de toetreding van West-Duitsland tot de NAVO

Slide 5 - Quiz


Welke historische gebeurtenis herken je in de bron?
Gebruik de bron
A
De Japanse aanval op Pearl Harbor
B
De Amerikaanse invasie tijdens de Cubacrisis
C
De Bevrijding van Amsterdam
D
De luchtbrug tijdens de blokkade van Berlijn

Slide 6 - Quiz

Welke uitspraak over de Cubacrisis is juist?
De Cubacrisis is
A
de aanleiding voor de communistische revolutie op Cuba.
B
de oorzaak van het invoeren van hervormingen in communistisch Cuba.
C
de reden voor militaire steun van de Verenigde Staten aan Cuba.
D
het gevolg van het plaatsen van raketinstallaties op Cuba.

Slide 7 - Quiz


Welke gebeurtenis zie je in de bron?
Gebruik de bron
A
De bouw van de Berlijnse Muur
B
De Amerikaanse luchtbrug tijdens de blokkade van Berlijn
C
De tweefrontenoorlog tijdens de Eerste Wereldoorlog
D
De Amerikaanse invasie van Berlijn aan het eind van de Tweede Wereldoorlog

Slide 8 - Quiz


Welke personen zijn afgebeeld in de bron?
Gebruik de bron
A
Links: Reagan Rechts: Stalin
B
Links: Kennedy Rechts: Gorbatsjov
C
Links: Reagan Rechts: Gorbatsjov
D
Links: Kennedy Rechts: Chroesjtsjov

Slide 9 - Quiz


Welke personen zijn afgebeeld in de bron?
Gebruik de bron
A
Links: Stalin Rechts: Reagan
B
Links: Gorbatsjov Rechts: Kennedy
C
Links: Gorbatsjov Rechts: Reagan
D
Links: Chroesjtsjov Rechts: Kennedy

Slide 10 - Quiz


Twee historische gebeurtenissen waarbij de personen als leiders van hun land betrokken waren, zijn:
Gebruik de bron
A
de val de Berlijnse Muur en de Cubacrisis
B
de blokkade van Berlijn en de bouw van de Berlijnse Muur
C
de bouw van de Berlijnse Muur en de Cubacrisis
D
de Amerikaanse luchtbrug en de bouw van de Berlijnse Muur

Slide 11 - Quiz

De val van de Berlijnse Muur was in
A
1987
B
1988
C
1989
D
1990

Slide 12 - Quiz

Welke gebeurtenis wordt meestal gezien als het einde van de Koude Oorlog?
A
De val van de Berlijnse Muur (november 1989)
B
De eenwording van Duitsland (oktober 1990)
C
Het einde van de Sovjet-Unie (december 1991)
D
De aanval op de Verenigde Staten (september 2001)

Slide 13 - Quiz

Hieronder staan vijf gebeurtenissen in de wereld uit de periode 1945-1968
Sleep de gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.

Einde Vietnam oorlog
Cuba Crisis
Blokkade van Berlijn
Bouw van de Muur
Korea oorlog

Slide 14 - Question de remorquage

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen waarom en hoe gingen landen in de tweede helft van de twintigste eeuw gingen samenwerken.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

De Verenigde Naties (1)
  • Om een nieuwe oorlog te voorkomen zouden landen meer moeten samenwerken.

  • De Verenigde Naties (1945) werd de organisatie die ervoor zou moeten zorgen dat landen conflicten zouden uitpraten en niet meteen gingen vechten.

Slide 17 - Diapositive

De Verenigde Naties (2)
  • De belangrijkste instelling van de VN is de Veiligheidsraad, een vergadering van vijftien lidstaten: vijf landen zijn vaste leden, tien landen wisselen elke twee jaar.

  • Alleen de vaste leden China, Rusland, de Verenigde Staten, Frankrijk en Engeland hebben vetorecht: zij mogen elke beslissing tegenhouden, ook al zijn alle andere landen vóór.

Slide 18 - Diapositive

Macht van de VN
  • De VN neemt een resolutie (besluit) aan waarmee de daden van die regering worden afgekeurd.

  • De VN legt sancties op. Er mag bijvoorbeeld niet meer met het land worden gehandeld of de regering van dat land is in geen enkel ander land meer welkom.

  • De VN stuurt militairen naar het land. De VN heeft een eigen leger van soldaten uit de lidstaten.

Slide 19 - Diapositive

Onderdelen VN
Behalve het voorkomen van oorlogen wil de VN ook het leven van mensen verbeteren: 
  • Vrede en veiligheid.
  • Internationaal recht.
  • Behoud van de mensenrechten.
  • Economische en sociale ontwikkeling.
  • Uitwisseling van cultuur en wetenschap
  
Om dit te bereiken heeft de VN organisaties opgericht: de bekendste is de organisatie voor het welzijn van kinderen: UNICEF. 

Slide 20 - Diapositive

Aan de slag!
Paragraaf 5.3:
Opdr. 1, 2,3,5 en 6 maken.

Slide 21 - Diapositive

Kolen en staal
Na Tweede Wereldoorlog wederopbouw nodig
Brandstoffen en grondstoffen nodig

Zes Europese landen werken samen om steenkool en staal te produceren (1952)

Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) wordt opgericht:
  • Italië, West-Duitsland, Frankrijk, Nederland, België en Luxemburg

Slide 22 - Diapositive

Samenwerking
EGKS is groot succes, behoefte aan meer handelgemeenschappen

Steeds meer samenwerking op gebieden als handel en kernenergie.

Vanaf 1967 alle Europese organisaties samengevoegd: Europese Gemeenschappen (EG)

Aan het einde van de Koude Oorlog waren twaalf landen lid van de EG.

Slide 23 - Diapositive

Europese Unie
Steeds meer landen bij de EG

1992: Verdrag van Maastricht: lidstaten werken samen op alle gebieden die meer dan één land aangaan

Samenwerking heet voortaan: Europese Unie

Slide 24 - Diapositive

0

Slide 25 - Vidéo

Verenigde Naties
De Europese Unie
Sleep de vakjes naar de juiste plaatjes.
Werd opgericht in 1945
Werkt aan vrede en veiligheid
Werd opgericht door zes landen
Is opgericht om oorlog te voorkomen
EGKS
Werd opgericht om samen te werken

Slide 26 - Question de remorquage

VN is een wereldwijde organisatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Wie is geen permanent lid van de Veiligheidsraad?
A
China
B
Duitsland
C
Groot-Brittannie
D
Rusland

Slide 28 - Quiz

Unicef is onderdeel van de EU
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Welk van de volgende organisaties is de oudste?
A
EG
B
EEG
C
EGKS
D
EU

Slide 30 - Quiz

Welke organisatie zie je op de afbeelding?
A
EG
B
EEG
C
EGKS
D
EU

Slide 31 - Quiz

Aan de slag!
Paragraaf 5.3:
Opdr. 8,9,10, 11 en 12 (!) maken.

Slide 32 - Diapositive