Examenvoorbereiding lezen/luisteren 3F


Lezen/Luisteren 3F


Voorbereiding CE Nederlands 3F
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon


Lezen/Luisteren 3F


Voorbereiding CE Nederlands 3F

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Je hebt inzicht in welke typen vragen voorkomen in het examen en je geeft voorbeelden hierbij.
  • Je kunt minimaal twee tekstsoorten en -doelen benoemen.
  • Je kunt minimaal twee teksverbanden benoemen en de bijbehorende signaalwoorden.
  • Je kunt hoofd- en bijzaken onderscheiden van elkaar.
  • Je weet hoe je een lees- en luistertekst moet aanpakken om tot een beter tekstbegrip te komen.
  • Je neemt de tips tot je en beslist zelf of en in hoeverre je er gebruik van maakt.
  • Je maakt minimaal een lees- en een luistertekst uit een oefenexamen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten vragen
- begripsvragen 
- interpretatievragen 
- evaluatievragen
- samenvattingsvragen
- opzoekvragen
- inhoudsvragen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar gaan begripsvragen over?
A
hoofdgedachte/onderwerp
B
oorzaak-gevolg/ middel-doel
C
hoofd-/bijzaken
D
drogreden/argument

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Begripsvraag
Een voorbeeld van een begripsvraag kan zijn:

Welke van de onderstaande zinnen vat de tekst het best samen?

Deze vragen gaan over de inhoud van de tekst.
Daarmee kijken ze of je de inhoud van de tekst begrepen hebt.


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het onderwerp van een tekst....
De hoofdgedachte van een tekst....
is waar de tekst over gaat
is het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp duidelijk wil maken
vind je in de titel en/of de inleiding
vind je in de titel, de inleiding, de kern en/of het slot
bestaat uit een of enkele woorden
bestaat uit een hele zin

Slide 6 - Question de remorquage

Onderwerp en hoofdgedachte zijn al behandeld bij bouwsteen 2. Deze sleepvraag even als opfrisser.

Interpretatievragen kun je letterlijk uit de tekst halen.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Interpretatievraag
Een voorbeeld van een interpretatievraag is:

Wat is het doel van de schrijver?

Maar ook:
Hoe reageert de vrouw op de vraag van de interviewer?
(Verbaasd, boos, sceptisch)

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem twee tekstsoorten en bijbehorende tekstdoelen

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekstsoorten en -doelen
- Informatieve teksten - Informeren
- Instructieve teksten - Instrueren
- Betogende teksten - Overtuigen
- Activerende teksten - Overtuigen en activeren

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Informatieve tekst
betogende tekst
vooral feiten
brochure
overtuigen
informeren
vooral mening
standpunt onderbouwen

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke antwoorden horen bij evaluatievragen?
A
doel schrijver
B
conclusie
C
kwaliteit van de argumenten
D
Tekstverbanden

Slide 12 - Quiz

opvatting auteur + conclusie  = interpretatie

Evaluatievragen
Voorbeelden van evaluatievragen zijn:

Wat is het verband tussen alinea 3 en 4?

Maar ook:
Van welke drogreden is sprake bij het argument [...] in alinea 4?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





Wat is een tekstverband?
A
Het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd.
B
Het belangrijkste in een alinea.
C
De samenhang tussen woorden, zinnen of alinea's.

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


 Wat is een voorbeeld van een  
 tekstverband?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
oorzaak-gevolg

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekstverbanden en signaalwoorden
oorzaak-gevolg
middel-doel
reden
tegen-stelling
voorbeeld
doordat
want
Zo
daarmee
namelijk
echter
zodat
om te...
bijvoorbeeld

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

[2] Het aantal fietsen blijft groeien – Nederland telde er in 2009 al 18 miljoen – en daarmee dreigt het ‘paard van de democratie’,  zoals de fiets wel genoemd wordt, aan zijn eigen succes ten onder te gaan: wegen raken ermee verstopt en parkeerplaatsen lijken er nooit genoeg. Ondanks miljoeneninvesteringen zal het tekort aan fietsparkeerplekken bij stations de komende tien jaar verdubbelen tot tweehonderdduizend. Een ‘fietsinfarct’ dreigt. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Hebben beleidsmakers en belangengroepen al die jaren zitten slapen? 
Sleep de tekstverbanden naar het juiste signaalwoord.

opsommend
voorbeeld
tegenstellend

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvattingsvragen moeten altijd in eigen woorden worden geformuleerd.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Meestal wel, maar dan staat dat duidelijk aangegeven. 
hoofdzaken
bijzaken
hoofdgedachte
onderwerp
extra uitleg
illustraties
centrum mindmap
kernwoorden
foto's

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdzaken
(Kernzinnen, feiten) 

Wie
Wat 
Waarom
Wanneer 
Waar
Hoe? 
Niet alle informatie in teksten is even belangrijk. Informatie die echt belangrijk is voor het tekstdoel, noem je hoofdzaken.
Bijzaken


Voorbeelden
Extra uitleg
Afbeeldingen 
Vragen
Details
Meningen 
Let op! Bij betogende teksten horen meningen wél in de samenvatting

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe pak jij een tekst aan?
Ik lees de vraag en ga dan pas de tekst lezen/beluisteren
Ik lees eerst de hele tekst en beantwoord dan pas de vragen
Ik lees globaal de tekst en ga dan naar de vragen
Anders

Slide 21 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Tips
  • Allemaal meerkeuzevragen
  • Lees de vraag en alle antwoordopties voordat je iets invult
  • Bedenk welke antwoorden zeker fout zijn
  • Controleer of je alle vragen beantwoord hebt
  • Weet je het antwoord niet zeker? Schrijf vraag op en laat liggen voor later
  • Wees goed uitgerust

Slide 22 - Diapositive

  • Door eerst de vraag en antwoordmogelijkheden te lezen, weet je wat de mogelijkheden zijn. Zo kun je gericht lezen/luisteren en lees/hoor je het juiste antwoord sneller. 
  • Als je denkt het antwoord te weten zonder de tekst te lezen, toch vraag en tekst lezen! Ook als je denkt het juiste antwoord te hebben gevonden, de andere antwoorden nog nalezen. 
Tips
  •  Zoek naar synoniemen
  •  Goed lezen
  •  Kritisch zijn in het vergelijken van de antwoorden met de (gesproken) tekst.
  • Kijk ook goed naar wat er wordt gevraagd
    - Onderwerp is wat anders dan de aanleiding

Slide 23 - Diapositive

  • Door eerst de vraag en antwoordmogelijkheden te lezen, weet je wat de mogelijkheden zijn. Zo kun je gericht lezen/luisteren en lees/hoor je het juiste antwoord sneller. 
  • Als je denkt het antwoord te weten zonder de tekst te lezen, toch vraag en tekst lezen! Ook als je denkt het juiste antwoord te hebben gevonden, de andere antwoorden nog nalezen.