LD - H3O (3) -Over taal - blok 3 - les 2 - 3.11 voor- en achtervoegsels, verwijswoorden

Welkom bij Nederlands!
  • Zet je microfoon uit;
  • Zet je camera aan als de docent het vraagt;
  • Vraag tijdens de les? Steek je virtuele hand op;
  • Vragen na de les? Stel ze in Teams Nederlands -> Stel hier je vragen;
  • Vragen via privé-chat in Teams alleen voor persoonlijke vragen.
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands!
  • Zet je microfoon uit;
  • Zet je camera aan als de docent het vraagt;
  • Vraag tijdens de les? Steek je virtuele hand op;
  • Vragen na de les? Stel ze in Teams Nederlands -> Stel hier je vragen;
  • Vragen via privé-chat in Teams alleen voor persoonlijke vragen.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesprogramma - 30 minuten
8 minuten
huiswerk bespreken
8 minuten 
uitleg nieuwe lesstof en opdrachten
10 minuten
start werken aan opdrachten (iedereen blijft in de online les)
4 minuten
lesafsluiting - lesdoel gehaald?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk bespreken

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kunnen voor- en achtervoegsels helpen om achter de betekenis van een woord te komen?
Blok 3 - Over taal -  Kijk naar taal

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kunnen 
Je weet wat een voorvoegsel en een achtervoegsel is.





 
Je kunt de betekenis van een woord afleiden door het voorvoegsel/achtervoegsel. 





Weten 
Je weet wat verwijswoorden zijn.



 
Je kunt aangeven waar verwijswoorden naar verwijzen.



Slide 5 - Diapositive

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Voorvoegsels en achtervoegsels (blz. 128/133)
Lees je een lang en moeilijk woord, kijk dan of het woord een voorvoegsel of een achtervoegsel heeft. 
Het voor- of achtervoegsel kan je helpen om achter de betekenis van het woord te komen. Voor- en achtervoegsels hebben een vaste betekenis.
voorbeelden 

onmogelijk
niet mogelijk
beweegbaar
het kan bewegen
fantasierijk
met veel fantasie

Slide 6 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.



Bedenk voorbeelden.
  • Het voorvoegsel mis- betekent       : slecht/verkeerd.
  • Het voorvoegsel on- betekent         : niet.
  • Het voorvoegsel wan- betekent      : geen/slecht.
  • Het voorvoegsel her- betekent        : nog een keer.


Opdracht:
Geef bij elk voorvoegsel een voorbeeld.

timer
2:00
1. misvormd
2. onhandig
3. wanhoop
4. herstarten

Slide 7 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.



Verwijswoorden (blz. 130/135)

Slide 8 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.



Verwijswoorden (blz. 135)
R Verwijswoorden verwijzen naar iets dat al in de tekst is genoemd. Dat kan zijn:
  • een woord;
  • een groep woorden;
  • een zin.

Slide 9 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.



Even oefenen
  1. Mijn moeder is streng, maar ze is ook erg lief. 
  2. Het vuurwerk dat wordt afgestoken, knalt echt bizar hard.
  3. Kees schrijft altijd zijn huiswerk over. Dat merken docenten toch niet zegt hij.
  4. Met Nieuwjaar ben ik naar Amsterdam gegaan. Maar daar was eigenlijk niks te beleven.
  5. Mijn vrienden zijn gewoon thuisgebleven. Die mochten niet van hun ouders.
Neem de vetgedrukte woorden uit de zinnen over. 
  1. Vul in naar welk woord of welke zin het verwijst.
  2. Geef aan waar het naar verwijst (gebruik middelste kolom uit schema op blz. 135)

Slide 10 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.



Zelfstandig werken - Blok 3 - Over taal - les 2
Lees
3.10/3.11 Kijk naar taal
Maak
BASIS  : 8, 9, 10, 11, 12
K/TL     : 8, 9, 11
Hoe
In je schrift
Schrijf leesbaar
Tijd
Je blijft tot het einde van de les online aanwezig. 
Wat niet af is, is huiswerk.
Klaar
Maak een foto van je huiswerk en lever in via Teams-opdracht.
Resultaat
Klassikaal bespreken 

Slide 11 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Huiswerk
  • Zie Magister / studiewijzer lockdown (Teams)
  • Huiswerk inleveren via Teams-opdracht (anders ingeleverd = melding huiswerk niet gemaakt)
  • Huiswerk moet voor volgende les af zijn.

Slide 12 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.