Startrekenen 1F H2 Optellen 2.4

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

H2 Optellen

2.4

optellen tot 100

Doelen

Ik reken een optelsom uit 

tot 1.000 (duizend).

Wat weet je nog van de vorige les?

lesinhoud:

1. Optellen

2. Splitsen

3. Cijferend optellen

1. optellen

= getallen bij elkaar tellen

Dit kan met een getallenlijn.

Als je tientallen

bij elkaar optelt, 

kun je stappen van 10 zetten.

50

20

50

20 + 10 =

40 + 60 =

10 + 40 =

Als je honderdtallen

bij elkaar optelt, 

kun je stappen van 100 zetten.

500

200

500

200 + 100 =

400 + 600 =

100 + 400 =

Maar wat nou als je
over het tiental heen gaat?

of over het honderdtal? 

Dan ga je 

het getal dat erbij komt splitsen.

Je noemt dit ook wel :

aanvullen

tot het volgende tiental of

                                         honderdtal.

Je noemt dit ook wel :

aanvullen

tot het volgende tiental of

                                     honderdtal.

0

20

30

0

0

0

0

0

0

2. Splitsen

We gaan het oefenen 

met honderdtallen en duizendtallen.

Splits het volgende getal.
100
50 . . . . . . . . . . . . ?

Splits het volgende getal.
100
30 . . . . . . . . . . . . ?

Splits het volgende getal.
100
80 . . . . . . . . . . . . ?

Splits het volgende getal.
100
10 . . . . . . . . . . . . ?

Splits het volgende getal.
1.000
100 . . . . . . . . . . . . ?

Splits het volgende getal.
1.000
500 . . . . . . . . . . . . ?

Splits het volgende getal.
1.000
900 . . . . . . . . . . . . ?

Splits het volgende getal.
1.000
700 . . . . . . . . . . . . ?

Door getallen in waarde
onder elkaar te zetten,
kun je handig optellen.

Dit noem je: 

cijferend rekenen

Hoe groot of klein de getallen ook zijn, dat maakt niet uit,

als je maar de juiste waarde onder elkaar zet!

ook grotere getallen met een nul
op het einde...

TIP: Gebruik het rekenmachine!

aan de slag!

Gr 1: Maak opdr. 38 , 40 , 45

Gr 2: Maak opdr. 39 , 41 , 42 , 45

Klaar? 

1.Maak de opdrachten via JE.

2.Maak test jezelf (blz. 78-79)

3.Werk in zelfstandige map

volgende week: toets H2

als je getallen splitst,

splits je ze in waarden.

3 honderdtallen = 300

1 tiental =   10

7 eenheden =     7

Splits het volgende getal.

514

Splitst het volgende getal.

688