Spelling

Spelling

Persoonsvorm
of 
voltooid deelwoord?
----------------------------------
Toets SPELLING H1 en H2: 

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Spelling

Persoonsvorm
of 
voltooid deelwoord?
----------------------------------
Toets SPELLING H1 en H2: 

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les:

Oefenen met  
ww-spelling, leestekens en meervoud

Slide 2 - Diapositive

Is het een PV?
________________________________
T.T.
STAM                  - vind 
STAM + T           - vindt

V.T.
STAM + TE(N) - fietste, haatte
STAM + DE(N) - breide, leidde
Is het een voltooid deelwoord?
________________________________
  1. zoek het hele ww
  2. Haal -EN eraf.
  3. Zit de laatste letter in
 't kofschip?
                              >>> T

                              >>> D

Slide 3 - Diapositive

De komma (herh)
  • Tussen twee werkwoorden in een samengestelde zin - als ik eet, kijk ik tv.
  • In een opsomming - vrienden, vriendinnen, buren, familie
  • Tussen twee bijvoeglijke naamwoorden -  een mooie, warme dag
  • Woorden als:  toch, hoor, ja en oké -  Nee, ik haal jou op, oké?

Slide 4 - Diapositive

Gebruik óók een komma...
...voor een voegwoord, als dat midden in de zin staat.

  • Tom rent over het perron, zodat hij de trein haalt.
  • Hij heeft me wel gezien, maar hij groet me niet.
  • Mijn zus is vandaag heel blij, want ze is geslaagd.

Slide 5 - Diapositive

Hoe zat het ook alweer met het meervoud?

baby         melodie      horloge
slee             muis
café             graf         olie

Slide 6 - Diapositive

meervoud op -en
Steeds anders aanpassen...

hond 
mes 
been 
muis 
slaaf  

Slide 7 - Diapositive

meervoud op  's
_______________________________

cavia's
kiwi's
piano's
accu's
baby's


meervoud op  -s (eraan vast)
________________________________

etalages
horloges
tafels
jongens

Slide 8 - Diapositive

meervoud op -ën, -iën of -ieën 
-ën
-iën
-ieën
sleeën
ideeën
bacteriën
provinciën

melodieën
knieën
klemtoon niet op de ie
klemtoon wel op de ie

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag
Maak Test Jezelf van 
1.8 en 2.8 in je online
leeromgeving
timer
10:00

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Het groot dictee van klas 3a
10 woorden - meervoud

                                               

Slide 12 - Diapositive

Is het een PV?
________________________________
T.T.
STAM                  - vind 
STAM + T           - vindt

V.T.
STAM + TE(N) - fietste, haatte
STAM + DE(N) - breide, leidde
Is het een voltooid deelwoord?
________________________________
  1. zoek het hele ww
  2. Haal -EN eraf.
  3. Zit de laatste letter in
 't kofschip?
                              >>> T

                              >>> D

Slide 13 - Diapositive

Vandaag leer je...
... wanneer  je een KOMMA moet zetten.
...hoe je een zelfstandig naamwoord in het meervoud zet.
do 10 feb: 
toets spelling H1 en H2

Slide 14 - Diapositive

Spreek uit:
"DE KOETSIER POETST DE KOETS MET POSTKOETSPOETS."

Slide 15 - Diapositive

Maak een zo lang mogelijke zin met woorden die met dezelfde letter beginnen;


Wie weet waar Willem Wever woont? (6 woorden)
Lisa leerde Lara lopen langs lange lanen. (7 woorden)

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive