H2 Na Klar / Aussprache Deutsch

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Zungenbrecher

* Acht alte Ameisen (mieren) aßen am Abend Ananas

* Der Zahnarzt zieht Zähne mit Zahnarztzange im Zahnarztzimmer.

* Gibst Du Opi Opium, bringt Opium Opi um.

* In einem Schokoladenladen laden Ladenmädchen Schokolade aus. Ladenmädchen laden in einem Schokoladenladen Schokolade aus.

*Wenn Fliegen hinter Fliegen fliegen, fliegen Fliegen Fliegen nach.

*Wer nichts weiß und weiß, dass er nichts weiß, weiß mehr als der, der nichts weiß und nicht weiß, dass er nichts weiß.

Lernziele:

Werken we aan de uitspraak van Duitse woorden.

Aan het eind van de les:

• weet je het verschil tussen de a/o/u met en zonder Umlaut.
• Ken je uitspraak van de ß, z, ach-Laut en ich-Laut, g, sch en chs en ig.
  

Klinkers en "ß" en "z"

  o          wo                 woo

  ö          hören          heuren

  a          klar               klar

  ä          Mädchen   meedchen

  u         du                  doe

  ü         müssen       mussen

  ß         heißen        heissen

  z          zwanzig     tswantsich

   

  

lachen - lächeln

backen - Bäcker

Tochter - Töchter

schon - schön

Mutter - Mütter

Bruder - Brüder

Seite 15

Gemüse

müssen

ich muss

gut

wohnen

schön

schon

Töchter

Artz

mäßig

atmen

wählen

weißen

heißen

Katze

zwar

"g" - "ch"

g 

de "g" klinkt als Engelse "g" > goodluck - Gutemorgen

ch

na "a - o u of au" (AUTO) klinkt de "ch" hard (ach-laut): lachen

na andere klanken zacht (ich-laut): Milch, leicht

"chs" - "-ig" - "sch-"
 

-chs

klinkt als "ks" 

Fuchs - sechs - Wechsel

-ig

klinkt als "ch"

König - zwanzig - wenig

sch-

klinkt als "shj"

schon - schön - schimpf

Gurke

Geburtstag

gern

groß

wichtig

nichtig

wenig

zwanzig

Wechsel

lach

mich

rechnen

wachsen

Bücher

schon

Teppich

Was machen wir?

In het kanaal klaslokaal staan onder bestanden 2 documenten:

* hulpdocument uitspraak

* Texte (met 9 Texte, elke room 1).

Oefen samen de tekst met het roomnummer dat je krijgt en verdeel de zinnen. Iedereen moet een aantal zinnen hardop voorlezen.

Over 10 minuten komen we weer samen en laten we elkaar horen wat we ervan gemaakt hebben en lees je samen met je team het tekstje/gedichtje voor aan je klasgenoten!

Wat vond je ervan?

😒🙁😐🙂😃

Wat vond je ervan?

😒🙁😐🙂😃

Wat vond je ervan?

😒🙁😐🙂😃

Wat vond je ervan?

😒🙁😐🙂😃

Wat vond je ervan?

😒🙁😐🙂😃

Wat vond je ervan?

😒🙁😐🙂😃

Wat vond je ervan?

😒🙁😐🙂😃

Wat vond je ervan?

😒🙁😐🙂😃

Wat vond je ervan?

😒🙁😐🙂😃