Examen schrijven 3F

Schrijfexamen Nederlands 3F
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Schrijfexamen Nederlands 3F

Slide 1 - Diapositive

Het examen schrijven 3F
  • Dit examen maak je op school.
  • Je krijgt twee schrijfopdrachten (zakelijke brief, artikel, betoog,...).
  • Je schrijft de tekst op een computer.

Slide 2 - Diapositive

Waar word je
op beoordeeld
bij het examen schrijven?

Slide 3 - Carte mentale

Beoordeling van het examen schrijven
  • Is er voldaan aan de opdracht?
  • Inhoud (zijn alle elementen correct verwerkt?)
  • Samenhang
  • Afstemming op doel
  • Afstemming op publiek
  • Woordenschat en woordgebruik
  • Spelling, interpunctie en grammatica
  • Leesbaarheid (alinea's, kopjes, marges enz)

Slide 4 - Diapositive

Beoordeling uitwerking opdracht





  • Als je alle 7 onderdelen op niveau uitwerkt, scoor je een 6,0 als cijfer
0 punten
Het onderdeel is onvoldoende uitgewerkt
1 punt
Het onderdeel is  op niveau uitgewerkt
2 punten
Het onderdeel is boven niveau uitgewerkt

Slide 5 - Diapositive

sollicitatie/motivatiebrief
opdracht:
Je ziet een oproep staan waarin vrijwilligers worden gezocht voor een dierenopvang in Suriname. Het lijkt je erg leuk en je schrijft een motivatiebrief waarin je aangeeft dat je graag in aanmerking komt voor deze functie.

Slide 6 - Diapositive

Wat wordt er eigenlijk precies beoordeeld bij het onderdeel 'inhoud'?

Slide 7 - Question ouverte

 - inhoud
Je brief moet aan de volgende inhoudelijke eisen voldoen
  1. Vertel iets over jezelf en je achtergrond.
  2. Motiveer je keuze voor juist dat project: noem minimaal drie redenen waarom je voor dit project kiest. 
  3. Geef aan waarom jij daar de juiste persoon voor bent.
  4. Stel nog minimaal twee vragen.

Slide 8 - Diapositive

 - samenhang
  1. De tekst is verdeeld in een inleiding, middenstuk en slot.
  2. De tekst is logisch te volgen (niet van de hak op de tak).
  3. Het verband tussen de verschillende zinnen en alinea's is duidelijk door:
  • Passende voegwoorden/signaalwoorden (omdat, hoewel, desondanks, toch, maar, ...)
  • Correcte verwijswoorden (Het meisje met wie... / Zij, haar, dat)

Slide 9 - Diapositive

 voorbeeld van samenhang
"Ik denk dat ik de juiste persoon ben voor dit project, omdat ik  een enorme dierenliefhebber. Daarnaast kan ik goed met mensen van alle leeftijden om  gaan. Ook spreek ik behalve Nederlands goed Engels en redelijk Duits. Tot slot vind ik het heel interessant om over nieuwe culturen te leren en te zien hoe mensen in andere landen dagelijks leven."


"Zoals ik al eerder benoemde, is dit project dus echt voor mij weggelegd."

Slide 10 - Diapositive

Verbeter het foute verwijswoord:

"Naar aanleiding van een artikel wat ik heb gelezen."

Slide 11 - Question ouverte

Verbeter het foute verwijswoord:

"Ik verwacht een gezellig team die veel dieren hebben geholpen."

Slide 12 - Question ouverte

Verbeter het foute verwijswoord:

"...vrijwilligerswerk in een land wat verder weg is."

Slide 13 - Question ouverte

afstemming op doel
Je kunt in je tekst verschillende doelen combineren, zoals informeren, overtuigen en activeren:

  • Het doel van een sollicitatiebrief is de lezer overtuigen dat jij een geschikte kandidaat bent.
  • Je informeert de lezer over jouw achtergrond en keuze voor dat project.
  • Jouw doel is om uitgenodigd te worden voor een sollicitatiegesprek of in ieder geval om een reactie te ontvangen op jouw brief. 

Slide 14 - Diapositive

Goede voorbeelden van afstemming op doel
  • "… maar ik kreeg gelijk een fijn gevoel bij uw organisatie in Suriname."

  • "Dit geeft mij een extra boost om jullie een handje te willen helpen."

  • "Ik hou ontzettend van dieren en ik ga liefdevol met ze om."

  • "…omdat ik me voor de volle 110% inzet."

Slide 15 - Diapositive

afstemming op publiek
Je kunt schrijven voor een bekend en algemeen publiek.
Je past consequent (in)formeel taalgebruik toe dat past binnen de situatie

  • Spreek consequent aan met 'u' en 'uw'
  • Begin brieven met 'Geachte heer / mevrouw,'
  • Schrijf je bijvoorbeeld een stuk op de website voor school voor medestudenten gebruik dan je en jullie.

Slide 16 - Diapositive

Goede voorbeelden van afstemming op publiek

"Ik hoop dat u enthousiast bent geworden en dat ik ben
 wat u zoekt. Ik kijk uit naar uw reactie."

Slide 17 - Diapositive

Minder goede afstemming op publiek

"De reden waarom je voor mij moet gaan is..."

"Mochten jullie behoefte hebben aan meer informatie, dan hoor ik het graag. Ik kijk uit naar jullie reactie!"

Slide 18 - Diapositive

 woordgebruik en woordenschat
  • Je gebruikt woorden in de goede betekenis
  • Je gebruikt de juiste lidwoorden (de / het) bij woorden
  • Je gebruikt de goede voorzetsels in je zinnen
  • Je wisselt af in je woordkeuze

Tips:
  • Gebruik alleen woorden waar je de betekenis van kent!
  • Maak gebruik van de woorden die in de examenopdracht staan.

Slide 19 - Diapositive

Welk woord klopt hier niet?

"Ik wil graag solliciteren voor een stageplek
bij het project dierenbescherming."

Slide 20 - Question ouverte

Welk woord klopt hier niet?

"Ik denk dat ik goed tussen jullie bedrijf pas."

Slide 21 - Question ouverte

Welk woord klopt hier niet?

"Nu ben ik heel erg geïnteresseerd naar een stageplek."

Slide 22 - Question ouverte

 - spelling
Tips:
  1. Let op het gebruik van hoofdletters aan het begin van een zin, bij namen, bij plaatsen en talen. 

  2. In het Nederlands schrijf je samenstellingen aan elkaar.

  3. Controleer in je tekst alle werkwoorden die eindigen op een 't' of een 'd':
    Vervang deze werkwoorden eventueel door 'smurfen' of 'lopen', zodat je goed kunt horen op welke letter het werkwoord moet eindigen.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Lien

 - interpunctie
Tips:
  1. Controleer of je zinnen met een punt, vraagteken of uitroepteken eindigen.

  2. Vermijd schuine strepen. Gebruik liever 'en' of 'of':
    "Elk dier is anders en heeft weer andere hulp/ aandacht nodig".

  3. Vermijd puntkomma's. Meestal zijn die verkeerd:

  4. komma's : tussen twee persoonsvormen en voor een voegwoord 
Als ik zing, wordt hij boos. 
Ik ga naar huis, omdat het al laat is.





Slide 25 - Diapositive

 - grammatica
Tips:
  1. Lees je zinnen goed na en probeer te 'horen' of de zin klopt.
    Als je het idee hebt dat het raar klinkt, moet je de zin misschien anders formuleren.
    ***Mijn schooljaar zit er bijna op en er komen een zomervakantie met 8 weken.

  2. Iedere zin bevat minimaal één werkwoord: de persoonsvorm:
    ***Bijgevoegd ook mijn CV.   >>> dit is geen complete zin.

  3. Een zin eindigt waar je een pauze hoort als je de zin zou oplezen.
    ***In mijn vrije tijd werk ik veel, dit doe ik bij Bas van der Ven Catering. >>> waar pauzeer je?






Slide 26 - Diapositive

- leesbaarheid
  • Je tekst is verdeeld in alinea's
  • Je gebruikt op de goede plaatsen witregels tussen de alinea's
  • Als je een artikel of betoog schrijft, staat daar een titel boven.
  • Als je een zakelijke brief schrijft, dan zorg je dat je de briefconventies
     allemaal correct toepast!

    DOE JEZELF EEN PLEZIER EN LEER DIE BRIEFCONVENTIES UIT JE HOOFD!!!



Slide 27 - Diapositive

Welke dagtekening is goed opgeschreven?
A
01-02-2021, Bavel
B
1 februari 2021, Bavel
C
Bavel, 01-02-2021
D
Bavel, 1 februari 2021

Slide 28 - Quiz

Sleep de briefonderdelen in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
7
8
Kelly Wagemakers
Wilhelminasingel 33
4817 JX Breda
Stichting Projecthulp Suriname
Postbus 28
3000 AX Amersfoort

Breda, 1 februari 2021
Geachte heer / mevrouw,
Betreft: stageplaats bij het project Dierenbescherming
Inhoud van de brief met:
- Inleiding
- Middenstuk
- Slot
Met vriendelijke groet,

Kelly Wagemakers
Bijlage: curriculum vitae

Slide 29 - Question de remorquage