HV1 H1 Persoonsvorm tegenwoordige tijd

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

1. Ga rustig zitten
   
2. Leg je iPad gesloten op tafel
3. Wacht rustig tot ik start

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen

- Lezen hoofdstuk 1

Hallo!

Vandaag:

* Leesboek

* Persoonsvorm Tegenwoordige Tijd (pvtt)

* Oefeningen p. 252, 253 + online

* Evalueren

Leerdoelen:

> Ik ken de regels van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd en ik spel de pvtt op de juiste manier.

> Ik weet waar de opdrachten staan. 

Huiswerk voor vandaag:

Boek, schrift, opgeladen iPad mee

Werkwoordspelling

Toetsen werkwoordspelling

Week 39: formatief (0x, O / V / G)

Week 7 :   9 of hoger? Je cijfer telt meteen mee!

Week 14:  cijfer telt mee, toets kan niet herkanst worden.

De 6 werkwoordsvormen

Persoonsvorm tegenwoordige tijd 

Persoonsvorm verleden tijd 

Voltooid deelwoord 

Onvoltooid deelwoord 

Infinitief (hele werkwoord) 

Bijvoeglijk naamwoord 

PVTT

PVVT

VD

OD

INF

BN

Nakijken 1, 2 en 3

Boek, blz. 252, 253

Klaar? 

Ga online verder (zie bord)

Online maken opdracht 4, 5, 6

boek, blz. 252, 253

Klaar? 

Ga online verder (zie bord)

Evaluatie

Bespreek met de persoon naast je:

* Waar je nu bent met de opdrachten 

* Of het in stilte werken fijn was of niet en waarom.

* Wat je goed deed en wat beter kan?

Hoe ver ben je?

Resultaten zichtbaar via methode.

Houd alles goed bij!

Weet je het even niet meer, vraag het aan een klasgenoot of stuur een berichtje via Itslearning aan mij.

Leg uit hoe je de persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud spelt:

persoonsvorm tegenwoordige tijd

Ik/ …. (werkw.)... Jij , ik         = ik-vorm                     = ik / loop / jij, ik

Alle andere enkelvoud       = ik-vorm + t               = loopt

Meervoud                                = hele werkwoord    = lopen

Hoe goed kun je de PV TT al spellen?

> Geef antwoord op alle vragen.

> Doe dit zelfstandig.

> Pas de spellingregels toe!

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Zin: Hou... jij je meestal aan die regels?

1. dt
2. d
3. t

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.

1. gebeurd
2. gebeurt
3. gebeurdt

Persoonsvorm t.t.
(Worden) jij ook weleens moe van al die regen?

Persoonsvorm t.t.
(Branden) jouw vinger als je hem tegen die hete plaat aan (houden)?

persoonsvorm t.t.
Hij (verbanden) de houtblokken.

1. verbrand
2. verbrandt

persoonsvorm t.t.
Het weer (veranderen) elke dag.

1. veranderd
2. verandert

Persoonsvorm t.t.:
(Vinden) ... jij het leuk om deze quiz te doen?

1. vindt
2. vind
3. vond
4. vondt

persoonsvorm t.t.
Deze week (worden) het lekker weer.

1. wordt
2. word

Huiswerk

Leren: persoonsvorm tegenwoordige tijd (groen blok blz. 252)

Maken: afmaken §7 opdracht 4, 5, 7, 8b en 9b (online) 

Plan nu in:

Noteer dit huiswerk op de dag dat het af moet zijn en plan het nu meteen in in je agenda!