Naamvallen

De naamval nominativus gebruikt het latijn voor:
1 / 18
suivant
Slide 1: Question ouverte
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De naamval nominativus gebruikt het latijn voor:

Slide 1 - Question ouverte

De naamval accusativus gebruikt het latijn voor:

Slide 2 - Question ouverte

benoem de vormen
Schrijf de naamval(len) (afgekort), getal (ev/mv) en groep (1/2/3) op.
Voorbeeld: 
servi: nom mv groep 2

Slide 3 - Diapositive

feminas
naamval, getal, groep

Slide 4 - Question ouverte

servum
naamval, getal, groep

Slide 5 - Question ouverte

dona
naamval, getal, groep

Slide 6 - Question ouverte

feminae
naamval, getal, groep

Slide 7 - Question ouverte

senes
naamval, getal, groep

Slide 8 - Question ouverte

femina
naamval, getal, groep

Slide 9 - Question ouverte

pater
naamval, getal, groep

Slide 10 - Question ouverte

gladii
naamval, getal, groep

Slide 11 - Question ouverte

pueros
naamval, getal, groep

Slide 12 - Question ouverte

Ontleed de zin:
De jongen ziet een klein vogeltje

Slide 13 - Diapositive

De jongen ziet een klein vogeltje
Wat is 'de jongen'? en 'een klein vogeltje'

Slide 14 - Question ouverte

Ontleed de zin:
De jongen geeft het kleine vogeltje eten

Slide 15 - Diapositive

De jongen geeft het kleine vogeltje eten. 'De jongen' is:

Slide 16 - Question ouverte

De jongen geeft het kleine vogeltje eten. 'het kleine vogeltje' is:

Slide 17 - Question ouverte

De jongen geeft het kleine vogeltje eten. 'eten' is:

Slide 18 - Question ouverte