Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 25 min
Éléments de cette leçon
Nederlands
Mevr. H. Talen
Mevr. H. Kuiper-Dijks
Slide 1 - Diapositive
Planning:
- We gaan het hebben over synoniemen.
- W.v.t.t.k.
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen:
- Aan het eind van de les weet je wat een synoniem is.
- Aan het eind van deze les heb je een idee hoe Nederlands aangeboden wordt op het Esdal College Klazienaveen.
Slide 3 - Diapositive
Wat is een synoniem?
Slide 4 - Question ouverte
Synoniemen zijn woorden die (ongeveer) hetzelfde betekenen.
Voorbeelden:
switchen - wisselen
bank - sofa
boos - kwaad
Slide 5 - Diapositive
Gevangenis
Slide 6 - Carte mentale
fauteuil
plezierig
toilet
jurk
stoep
praten
stoel
fijn
wc
japon
trottoir
kletsen
Slide 7 - Question de remorquage
Welk woord is een synoniem voor "relaxen"?
A
stressen
B
uitrusten
C
opgeven
D
doorgaan
Slide 8 - Quiz
Welk synoniem ken je voor het woord "persoon"?
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Zijn de leerdoelen gehaald? - Aan het eind van de les weet je wat een synoniem is. - Aan het eind van deze les heb je een idee hoe Nederlands aangeboden wordt op het Esdal College Klazienaveen.