5.1 Planten bekijken (2 lessen)

Les 1 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Les 1 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 5.1
  • Je kunt de 4 organen van een plant benoemen en aanwijzen in een plaatje.
  • Je kunt de functies/taken van de organen van een plant uitleggen.
  • Je kunt de delen van een plantencel benoemen en aanwijzen in een plaatje.
  • Je kunt de functies/taken van de delen van een plantencel noemen.
  • Je kunt uitleggen hoe planten rechtop blijven staan en daarbij het verschil tussen houtachtige en kruidachtige planten uitleggen. .
  • Je kunt beschrijven hoe vervoer van water in de plant gaat.


Slide 2 - Diapositive

Wat weet jij al over
planten?

Slide 3 - Carte mentale

De 4 organen van een plant
Wortels: hiermee neemt de plant water op en staat de plant stevig
Stengel: houdt de plant rechtop en vervoert water en voedingsstoffen naar de bladeren (en bloem)
Bladeren: hierin maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen 
Bloemen: zijn de voortplantings- organen van een plant, hier ontstaan nieuwe zaden

Slide 4 - Diapositive

Bouw van een blad
Nerven: buisjes in het blad waardoor voedingsstoffen en water vervoert kan worden

Bladmoes: het groene blad tussen de nerven

Slide 5 - Diapositive

Een plantencel
Cellen van planten zijn anders dan cellen van dieren.
Zie blz . 98 in je tekstboek

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 5.1 (blz. 96 t/m 99)
Maken: opdracht 1 t/m 10

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 8 - Diapositive

Les 2 

Slide 9 - Diapositive

Leerdoelen 5.1
  • Je kunt de 4 organen van een plant benoemen en aanwijzen in een plaatje.
  • Je kunt de functies/taken van de organen van een plant uitleggen.
  • Je kunt de delen van een plantencel benoemen en aanwijzen in een plaatje.
  • Je kunt de functies/taken van de delen van een plantencel noemen.
  • Je kunt uitleggen hoe planten rechtop blijven staan en daarbij het verschil tussen houtachtige en kruidachtige planten uitleggen. 
  • Je kunt beschrijven hoe vervoer van water in de plant gaat.


Slide 10 - Diapositive

Welke 4 organen heeft een plant?

Slide 11 - Question ouverte

Even oefenen! Welke functie hoort bij welk orgaan? 
1. Dit orgaan is voor de voortplanting. Hier ontstaan zaden, waaruit nieuwe planten groeien.
2. Water met mineralen opzuigen en vastzetten in de grond
3. Hierin lopen de nerven die zorgen voor vervoer van water en stoffen. Tussen de nerven zit bladmoes, daar maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen.
4. Dit houdt de plant overeind. Hierin lopen dunne 'buisjes' die water en stoffen naar de bladeren en bloemen vervoeren.

Slide 12 - Question de remorquage

Wat is de functie van de vacuole?
A
hierin zit het DNA van de plant
B
stroperige vloeistof waarin onderdelen van de cel liggen
C
blaasje in de cel dat gevuld is met water
D
zorgt ervoor dat alle onderdelen in de cel blijven

Slide 13 - Quiz

 Leerdoel: Je kent de onderdelen van een plantencel met hun functie
Regelt alles wat er gebeurt in de cel
hierdoor is de cel stevig
Regelt welke stof de cel in en uit gaan
zorgt voor een stevige laag om de cel heen
Stroperige vloeistof, hierin liggen de celkern en de bladgroenkorrels
Geeft de plant zijn groene kleur en maken voedingsstoffen 
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern

Slide 14 - Question de remorquage

Vervoer van water
Plant neemt water en voedings- stoffen op met de wortelharen.

Via vaatbundels in de stengels en nerven wordt water en voedings-stoffen naar alle organen van de plant vervoert.

Slide 15 - Diapositive

Huidmondjes
Water verdampt uit de plant via de huidmondjes
Warm en droog? -> huidmondjes dicht

Slide 16 - Diapositive

Kruidachtige planten hebben water nodig voor de stevigheid. Ze blijven rechtop staan door het water dat in de vacuolen van de cel zit. 
Houtachtige planten hebben houtcellen voor hun stevigheid. Ze blijven rechtop staan door dikke celwanden van houtstof. 
bloemen
struiken en bomen

Slide 17 - Diapositive

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 5.1
Maken: opdracht 11 t/m 19

Klaar? Nakijken -> Antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 18 - Diapositive