04-11-2020

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Mittwoch, den 4. November 2020

Heute 

- Idioom 

- Check: Wörterliste: S. 39 

- Grammatik: Komparativ

- An die Arbeit 

- Hören: KB 2

- Hausaufgaben für Montag

Idioom 

Übersetze die nächsten 5 Wörter auf deinem Blatt: 

1. dribbelen

2. het land  

3. de Duitser (mnl.)

4. mogen/toestemming hebben

5. nu

Check: Wörterliste S. 39

Grammatik: Komparativ

Schau dir das Bild und den Satz dazu an: 

"Simon ist kleiner als seine Schwester."

Grammatik: Komparativ

Schau dir das Bild und den Satz dazu an: 

"Frau Schmidt ist freundlicher als Frau Elsner."

Grammatik: Komparativ

Schau dir das Bild und den Satz dazu an: 

"Ich finde die Berge schöner als das Meer."

Grammatik: Komparativ

Wat is de normale regel voor het maken van een Komparativ / vergrotende trap? 

Grammatik: Komparativ

Wat is de normale regel voor het maken van een Komparativ / vergrotende trap? 

Komparativ = Adjektiv + er (kleiner, freundlicher, schöner)  + als 

oftewel

Vergrotende trap = bijvoeglijk naamwoord + er 

Let op: dan = als in het Duits 

Grammatik: Komparativ

Schau dir das Bild und den Satz dazu an: 

"Anna ist 88 und Sarah ist 46 Jahre alt. Anna ist älter als Sarah."

Grammatik: Komparativ

Schau dir das Bild und den Satz dazu an: 

"In der Sahara ist es warm; sogar viel wärmer als am Nordpol."

Grammatik: Komparativ

Schau dir das Bild und den Satz dazu an: 

"Ein Tiger ist groß. Ein Elefant ist aber noch größer als ein Tiger."

Grammatik: Komparativ

Welke aparte regel kun je uit deze voorbeelden afleiden? 

Grammatik: Komparativ

Welke aparte regel kun je uit deze voorbeelden afleiden? 

Kurzes Adjektiv mit a, o, u --> Komparativ wird ä, ö, ü (älter, wärmer, größer)

oftewel 

Kort bijvoeglijk naamwoord (1 lettergreep) met a, o, u --> vergrotende trap wordt ä, ö, ü. 

Grammatik: Komparativ

Tot slot zijn er voor nu nog 3 uitzonderingen die je moet leren. 

gut -->

gern -->

viel --> 

Denk aan het Nederlands! 

Grammatik: Komparativ

Tot slot zijn er voor nu nog 3 uitzonderingen die je moet leren. 

gut --> besser

gern --> lieber

viel --> mehr

Denk aan het Nederlands! 

An die Arbeit

Machen:

AB Aufgabe 12, 13, 14, 15, 16

S. 35-37

Hören

KB Aufgabe 2

S. 26

Hausaufgaben für Montag

Übersetzen (vertalen) + lernen: 

AB S. 40