Vraagwoorden
1 / 18
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Name some question words
Slide 2 - Carte mentale
Slide 3 - Diapositive
Sleep de gele kaartjes naar de juiste vertaling
WAT
WELKE
WIE
WAAROM
WAAR
WANNEER
HOE
HOW
WHO
WHAT
WHY
WHEN
WHICH
WHERE
Slide 4 - Question de remorquage
....... have you been?
A
Which
B
Who
C
What
D
Where
Slide 5 - Quiz
......... do you live with?
A
Who
B
When
C
Where
D
How much
Slide 6 - Quiz
........ is my bike?
A
Who
B
Where
C
Which
D
Why
Slide 7 - Quiz
..... can we study better?
A
how
B
who
C
which
D
why
Slide 8 - Quiz
..... colour do you like, blue or red?
A
how
B
who
C
which
D
why
Slide 9 - Quiz
... are you doing?
Working.
... are you going?
Home.
... are we leaving?
Tomorrow.
... are your crying?
I'm sad.
... are you doing?
I'm okay.
... are you talking to?
My mum.
What
Where
Why
When
How
Who
Slide 10 - Question de remorquage
Maak zelf een vraag met:
'Which"
'Which"
Slide 11 - Question ouverte
Maak zelf een vraag met:
'What"
'What"
Slide 12 - Question ouverte
Maak zelf een vraag met:
'When"
'When"
Slide 13 - Question ouverte
Maak zelf een vraag met:
'Why"
'Why"
Slide 14 - Question ouverte
Maak zelf een vraag met:
'How"
'How"
Slide 15 - Question ouverte
Ik ken de Engelse vraagwoorden
😒🙁😐🙂😃
Slide 16 - Sondage
Ik kan de Engelse vraagwoorden gebruiken in een zin
😒🙁😐🙂😃
